Joke Sarazyn (33) heeft het naar haar zin als wijkinspecteur Aarsele: “Niet té streng geweest voor naleving van coronaregels”

Joke Sarazyn is de enige vrouwelijke wijkinspecteur in Tielt. © foto WME
Tom Van Houtte

Op een dag vind je de job van je leven en in het geval van Joke Sarazyn is dat die van wijkinspecteur. Ze is het politionele aanspreekpunt in Aarsele, de hele Deinsesteenweg, de Felix D’Hoopstraat en Hoogstraat in Tielt en deed haar job ook in de lastigste pandemietijden met hart en ziel.

In het vijfde middelbaar wist Joke Sarazyn, een geboren en getogen Tieltse, nog totaal niet wat ze wou worden. “Tot mijn broer eens lachend zei: ‘Flik, dát zou nog iets zijn voor jou.’ Hij had geen ongelijk. Moreel gezag vind ik belangrijk in het leven, ik ga graag om met mensen en in de handelsrichting, die ik toen studeerde, zou ik zeker niet voortdoen.”

Nadat je met succes de politieschool afrondde, belandde je op de interventiedienst in Ardooie. Een harde leerschool?

Joke Sarazyn: “In die acht jaar kwam ik van dichtbij in contact met alle mogelijke doodsoorzaken: brand, drugs, zelfmoord, ongeval, moord… Ik was pas drie maanden in dienst toen ik als eerste vaststeller van een roofmoord in Ardooie arriveerde. Na de kruisboogmoord kwam ik met de tweede interventieploeg aan. Soms mis ik die adrenaline in mijn huidige job, al ben ik nog soms bij interventies betrokken als ze zich in mijn wijk afspelen. En vorig jaar na de moord in Tielt voerde ik buurtonderzoek uit.”

Waarom ruilde je de interventiedienst in voor de wijkdienst?

“Ik was intussen getrouwd en er waren plannen voor gezinsuitbreiding. Mits goede afspraken thuis is een afwisseling van vroege, late en nachtshifts wel doenbaar, maar aangezien mijn man zelfstandig is, leek het ons toch beter om voor de mooiere uren van de wijkdienst te opteren.”

Een heel andere functie…

“Als aanspreekpunt van je wijk bouw je een zekere band op met de mensen. Waar ik vroeger met de interventiedienst tussenbeide moest komen om burenruzies te bedaren, ga ik nu langs de dagen erna, als de betrokkenen hun grootste woede achter zich hebben gelaten. Dan probeer ik te bemiddelen, wat me vaker dankbaarheid oplevert dan vroeger.”

Je eigen straat behoort niet tot je wijk. Een bewuste keuze?

“Er zijn collega’s die daar geen punt van maken, maar je eigen buren ken je al zo goed. Ik hoef echt niet álles van hen te weten.”

Bij interventiedienst alle mogelijke doodsoorzaken van dichtbij gezien

Je verwees daarnet naar een aantal recente moorden in de stad. Zou je het als wijkinspecteur als persoonlijk falen ervaren mocht zoiets zich in jouw gebied voordoen?

“Neen, bepaalde feiten vallen gewoon niet tegen te houden. Natuurlijk is het wel zaak om altijd de ogen goed open te houden voor probleempjes die kunnen escaleren. Krijg je op de wijk melding dat er ‘s nachts een drugsdealer actief is, dan is het een must om dat door te geven aan de collega’s.”

Hoe nauw was je de voorbije jaren betrokken bij het toezicht op de coronamaatregelen?

“Zowat iedereen werd daarvoor ingezet. Op een gegeven moment zijn we de naleving van de mondmaskerplicht mee moeten gaan controleren in Oostende. Een aangename afwisseling. (lacht) In onze eigen regio waakten we onder meer ook over het verplaatsingsverbod en het verplichte sluitingsuur van de horeca. Dat was zeker niet de dankbaarste periode, temeer ik bij het uitbreken van de coronacrisis nog maar net actief was op de wijk. En in zo’n periode kan je natuurlijk niet zomaar een bakker of café binnenstappen om kennis te maken.”

De politie maakte zich in de strenge lockdown niet populair.

“De regels golden voor iedereen. Als wij de mensen niet op overtredingen mogen aanspreken, wie dan wel? Ik vind alleszins dat we met de politiezone Regio Tielt niet overdreven streng optraden. Zelf heb ik geen tien boetes moeten uitschrijven. Als je een auto staande houdt waarvan je denkt dat die het verplaatsingsverbod schendt, maar die mens blijkt met een onophoudelijk bloedende neus op weg te zijn naar het ziekenhuis, dan doe je natuurlijk niet moeilijk. Met iemand die na een eerste aanmaning weer zijn mondmasker afneemt van als je nog maar je rug bent gekeerd is er minder medelijden.”

Wat staat er, behalve de vragen die je afhandelt in opdracht van het parket, de klassieke woonstvaststellingen, de bescherming van deurwaarders en zo nog op je takenlijstje?

“Vanaf maart maak ik samen met collega Joke Wybo deel uit van een samenwerkingsverband met andere West-Vlaamse politiezones. Daarbij gaan wij na een melding van verkrachting of aanranding van de eerbaarheid, die niet langer dan zeven dagen geleden is, een videoverhoor uitvoeren bij het slachtoffer, dat voor medische hulp naar AZ Delta in Roeselare doorverwezen werd. Geen slechte evolutie, vind ik. Wij doorliepen daarvoor een speciale opleiding.”

Vind je het vele politieprotest van de voorbije maanden over jullie verloning terecht?

“We worden niet slecht betaald, maar zeker ook niet overbetaald. Zeker collega’s die in shiften werken zouden in de privé een stuk beter verdienen in zo’n systeem.”

Wie net als Joke een politieloopbaan ambieert, is welkom op het infomoment dat de politiezone Regio Tielt op donderdag 10 en vrijdag 11 maart in het politiegebouw in de Grote Hulststraat 6 in Tielt. Je krijgt er een rondleiding en uitleg over de nieuwe selectieprocedure. Inschrijven tegen 6 maart is vereist door je naam, adres, geboortedatum en gsm-nummer te mailen naar katia.carreweyn@police.belgium.eu.

Joke Sarazyn


Privé: Joke Sarazyn (33) is getrouwd met Dieter Vergote (38). Het koppel woont met hun 3-jarig dochtertje Laura in Tielt.

Loopbaan: Na de handelsrichting gevolgd te hebben in Regina Pacis Tielt behaalde Joke bachelors maatschappelijke veiligheid en sociaal werk. Vooraleer de politieschool te volgen, werkte ze een jaar in dagcentra voor probleemjongeren in Gent en Kortrijk.

Vrije tijd: In haar vrije uurtjes houdt Joke van haken, lezen en fietsen.