John van Le Ciel Flamand : “Ik verkoop jacuzzi’s om rond te komen”
Wie zijn de mensen die de ‘kotjes’ langs de weg runnen? De meesten blijven liever anoniem, maar John (51) geeft met plezier een inkijk in zijn professioneel leven.
Deze reportage maakt deel uit van ons dossier Prostitutie in West-Vlaanderen. p>
Le Ciel Flamand bevindt zich langs de beroemde N50, de ‘oude baan’ tussen Brugge en Kortrijk. Ooit was die bezaaid met bordelen en gloeiden de neonlampen op elke hoek, nu is het zoeken naar een nog bewoond ‘kotje’.
John – zijn achternaam houdt hij liever voor zichzelf – slaagt er evenwel in om zijn etablissement in het oog te laten springen. Langs de drukke verbindingsweg moeten schaars geklede etalagepoppen de passant verleiden om er even te verpozen en desgewenst te genieten van de aangeboden verleidingen. Opvallend: het bord met ‘alle fantasieën, ook SM’. Uw stoutste dromen in vervulling zien gaan tussen de West-Vlaamse akkers? In Egem bent u aan het juiste adres.
Hoe ben je in de ‘stiel’ beland, John?
“Een vijftal jaar geleden heb ik dit gebouw gekocht. Het was toen al jaren een bordeel, maar ik wilde er een autohandel in onderbrengen. Ik ben immers garagist van opleiding. Maar ik werd overstelpt door mensen die het gebouw wilden huren van me en het ‘kotje’ wilden voortzetten. Dan moet het wel winstgevend zijn, dacht ik bij mezelf. Daarom besloot ik om zelf de stap te zetten. Ik startte met een gerante, maar die hield het slechts twee maanden vol. Daarna nam mijn echtgenote het een drietal jaar over, maar sinds ons huwelijk spaak gelopen is, sta ik zelf in Le Ciel Flamand.”
Hoe ziet je job er uit?
“Ik doe de deur open voor de klanten. Ik verwelkom ze, bied ze een drankje aan en verdwijn dan. Daarna nemen de meisjes het van me over. Aan een vent met meer dan vijftig jaar op de teller hebben de klanten niet veel, hé.” (lacht)
Hoeveel dames van plezier heb je in dienst?
“Meestal zijn dat er twee, momenteel een dame uit Italië en iemand uit de Dominicaanse Republiek. Die komen vanuit Brussel hier terecht. Maar als bordeelhouder krijg je te maken met een serieus personeelsverloop. Meestal blijven de meisjes slechts een maand. Als ze niet genoeg kunnen verdienen, zijn ze weer weg.”
Krijg je nog veel volk over de vloer?
“Te weinig. Dat geef ik graag toe. ‘s Nachts zien we bijna niemand meer. Vijf jaar geleden lagen de kaarten nog anders. Toen was er nog volk op de baan. En werd er nog gestopt aan Le Ciel Flamand. Er zijn nu dagen waarop we niemand zien. Letterlijk niemand. Ik moet je niet vertellen dat die evolutie niet goed is voor mijn business. Op een normale week zien we zo’n twintig klanten. En dan mogen we al blij zijn.”
Wie zijn de mensen die bij Le Ciel Flamand aankloppen?
“We zien hier de perfecte doorsnede van de bevolking passeren. Arbeiders, zakenmensen, politici… Zelfs geestelijken heb ik hier al zien binnenwandelen. En daar is niks mis mee, want die mensen hebben ook hun behoeftes. Ik toon altijd met een anekdote aan dat we hier echt iedereen kunnen verwachten. Ooit moest onze bordeelkat van enkele kittens bevallen. Ik vroeg grappend of er een dokter in de zaal was. Bleek dat nog zo te zijn ook.”
Komen die enkel voor de snelle wip of blijven ze langer hangen?
“Voor veel mensen zijn wij een soort psychiater. Hun vrouw is weg, problemen op het werk… En dan komen ze hier hun hart luchten. Weet je dat we zelfs mensen over de vloer krijgen die op doktersvoorschrift langskomen? Weduwnaars die wat genegenheid missen, bijvoorbeeld. Dankzij ons belanden die mensen niet in een depressie. Veel mensen denken dat bordelen louter en alleen om seks draaien, maar het is zoveel meer. Niet voor niets is dit het oudste beroep ter wereld.”
Heb je soms last met moeilijke klanten?
“Dat valt geweldig goed mee. In de vijf jaar dat ik aan het roer sta van Le Ciel Flamand is dat amper enkele keren gebeurd. Maar ik maak er wel korte metten mee. De muziek floept uit, de lichten aan en ik ‘borstel’ ze buiten. Waar ik wel problemen mee heb, is wanneer hier grote groepen neerstrijken. Vrijgezellenavonden, bijvoorbeeld. Die komen hier niet om met de meisjes naar boven te gaan, maar om baldadigheden te doen. Ooit stopte hier een vrijgezellenfeest en waren ze op de oprit al bezig met mijn etalagepoppen te ontmantelen. Daar kan ik niet tegen.”
Kan je anno 2017 nog van een bordeel leven?
“Dat is erg moeilijk. Ik zie de inkomsten jaar na jaar dalen. Daarom verkoop ik nu ook jacuzzi’s om rond te komen. Zo spreid ik mijn risico’s. Maar ik wil deze job toch blijven doen. Als het van mij afhangt, sta ik binnen vijf jaar nog altijd in Le Ciel Flamand. Ik doe het gewoon veel te graag.”
Krijg je soms vreemde reacties wanneer mensen horen wat je job is?
“Wanneer ik nieuwe mensen ontmoet, zal ik altijd eerst zeggen dat ik jacuzzi’s verkoop. Maar wanneer ze dan toch te weten komen dat ik nog een ‘andere’ bezigheid heb, zijn ze verwonderd dat ik geen pluche hoed en gouden ketting draag. We leven hier niet in een Hollywoodfilm, hé. Dit is een keiharde sector. En eentje waar je hard moet werken.”
Dat geloven we graag. Waarschijnlijk trek je ook vaak grote ogen wanneer je sommige wensen van klanten hoort?
“Dat valt geweldig goed mee. De meeste mannen komen bij ons voor wat conventionele seks. Maar je hoort soms rare dingen. Van plasseks kijk ik niet meer op en sommige mannen willen gewoon eens goed afgeklopt worden, om het eenvoudig uit te drukken. Elk zijn goesting, zeker? Maar na vijf jaar sta ik maar van weinig meer versteld.”
“Wat ik wel niet gauw zal vergeten, is die keer dat ik een klant een zelfmoordpoging uit het hoofd heb gepraat. Die man kwam hier binnen met zijn laatste geld, zei hij. En na de daad zou hij er een einde aan maken. Zijn huwelijk was kapot, hij was zijn job kwijt… Ik heb toen op de man ingepraat. Nadien is hij nog langsgekomen om me te bedanken. En dat maakt deze job ook net zo mooi. Laat de mensen maar denken dat we ons enkel met ‘vuile’ dingen bezighouden. Veel sociaal werkers kunnen hier nog wat komen opsteken.”
Dossier Prostitutie in West-Vlaanderen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier