Geen Gents bedrijf, instituut of instelling, of de West-Vlamingen hebben er wat in de pap te brokken. Dat geldt logischerwijs ook voor het universitair ziekenhuis, waar meer dan 6.000 personeelsleden elke dag werken aan de goede of liefst toch betere gezondheid van hun duizenden patiënten.
Het universitair ziekenhuis van Gent is een kleine stad op zich. In 2015 noteerde het UZ maar liefst 110.400 opnames, waarvan 35.500 meerdaagse opnames, 53.800 dagopnames en 21.100 ambulante spoedopnames. Dat vergt een flink uit de kluiten gewassen organisatie. Tegenwoordig telt het ziekenhuis dan ook ruim 6.000 medewerkers, daarbij bijvoorbeeld meer dan duizend artsen en ruim 2.300 verpleegkundigen.
En gezien het UZ in Gent ligt, is er ook daar een opmerkelijke West-Vlaamse aanwezigheid. Meer dan 600 personeelsleden (ongeveer 10% van het totale aantal) woont nog in West-Vlaanderen.
Maar heel wat artsen, verpleegkundigen en andere medewerkers wonen nu dan wel misschien in Gent of de wijde omgeving rond de Arteveldestad, maar hebben ook hun roots in West-Vlaanderen. Ze behoren tot de vele duizenden West-Vlamingen die naar Gent kwamen om er te studeren en van de stad te proeven, waarna een mix van jobkansen, aangewakkerde liefde voor ‘de stad’ en -uiteraard- de liefde hen er meteen ook deed blijven. Een medewerker van het UZ schat dat ongeveer 1 op de 3 mensen in het ziekenhuis ergens wel West-Vlaamse roots heeft. Dat is misschien wel héél veel, maar het toont wel aan dat de West-Vlamingen er niet zomaar een minderheid vormen, maar er wezenlijk deel uitmaken van het dna van UZ Gent.
Dagelijks worden meer dan 2.000 West-Vlaamse patiënten op het UZ behandeld
En hetzelfde geldt trouwens voor de patiënten. Van het aantal ‘uitgeweken West-Vlamingen’ dat voor goede zorgen naar het UZ trekt zijn geen cijfers voorhanden, maar dagelijks worden sowieso wel meer dan 2.000 patiënten uit West-Vlaanderen behandeld. De helft daarvan is afkomstig uit de regio’s Kortrijk, Brugge en Tielt.
Ook de dagkliniek krijg heel wat mensen van over de provinciegrenzen over de vloer. Er komen flink wat West-Vlaamse kinderen voor een ingreep. Bij de volwassenen in de dagopname komt de helft voor gastro-enterologie, hematologie, oncologische behandelingen en de pijnkliniek. Bij meerdaagse verblijven zien ze in Gent veel West Vlamingen bij orthopedie, urologie, neurologie, longziekten en op de intensieve zorgen. Naast consultaties i.v.m. voorgaande medische disciplines verplaatsen West-Vlamingen zich naar UZ Gent voor consultaties voor dermatologie, fertiliteit, oogheelkunde, neus-keel en oor en algemeen interne geneeskunde.
En o ja. Gemiddeld worden 10 West-Vlamingen per dag op spoed behandeld, waaronder veel studenten.
Dat dat in de toekomst niet snel zal veranderen, bewijst ook het aantal West-Vlaamse studenten dat er neerstrijkt. Momenteel telt het UZ Gent meer dan 100 West-Vlaamse artsen/specialisten in opleiding. Een daarvan is Lennert Callens uit Ledegem. Hij zit in zijn tweede master en moet daarvoor regelmatig naar de De Pintelaan. Of hij daar veel merkt van de West-Vlaamse aanwezigheid. “Het is hetzelfde als voor de rest van Gent. Er zijn niet opvallend of opmerkelijk véél West-Vlamingen, maar ze zijn er wel.” Lennert heeft nog een paar jaar studies te gaan, maar daarna ziet hij zichzelf wel terugkeren naar de roots. “Het stadsleven is leuk als student, maar ik zie me er niet blijven voor de rest van mijn leven.”
Hetzelfde is te horen bij Izegemnaar Mathieu Dejonghe, (rechts op de foto, geflankeerd door zijn vrienden Sami Marzouki uit Ronse en Hendrik Vercruysse uit Wetteren). “Ik zit in mijn tweede jaar, we moesten vandaag komen werken met het zelfleerstation EHBO hier”, vertelt hij. Hij koos voor Gent omdat hij de verre verplaatsing naar Leuven (na enkele jaren Kortrijk) niet zag zitten. “Als ik nu een examen heb, sta ik in 40 minuten terug thuis”, aldus Mathieu. En ook hij ziet zichzelf na zijn studies terugkeren naar de heimat. “De stad is leuk, maar ik zou later liever wat rustig wonen, in een wijk of zo.” Zijn vrienden opperen nog dat hij zich ook kan vestigen in Sint-Martens-Latem als hij de rust verkiest, maar het mag niet baten. Mathieu blijft bij z’n wortels, Izzehem boven Latem.
De derde arts in opleiding die we treffen is Paulien uit Aarsele. Zij kwam in het UZ een paper afgeven. Zij koos voor Gent omdat ze de zes jaar van haar opleiding er aan dezelfde campus kan volmaken. Ook Paulien zal na haar opleiding vermoedelijk terug West-Vlaamse oorden opzoeken, al is dat voor haar geen must. “Mij is het eender”, zegt ze. “Maar mijn vriend komt van nog vérder in West-Vlaanderen, uit Ieper om precies te zijn, en hij is nog meer een die hard West-Vlaming. Voor Klaas is de provinciegrens het uiterste dat hij wil gaan. (lacht)”
Je voelt de besparingen minder in UZ Gent dan in een klein kliniekske in West-Vlaanderen
Tijd om ook eens de andere kant van de zorg aan het woord te laten en die vinden we aan de inkom van gebouw K12. Guido Degrauwe uit Izegem komt er met een rolstoel binnen voor een check-up. Na een ongeval intussen bijna twee jaar geleden, raakte hij ‘op de sukkel’. “In april 2015 heb ik door een stom ongeval een betonblok op mijn voet gekregen”, vertelt Guido. “Ik verbleef eerst 3,5 maand in het Sint-Jozefsziekenhuis in Izegem, maar plots traden er complicaties op. Zowel van plastische als van vasculaire aard. Alles wat ze probeerden om mijn voet weer te reconstrueren, mislukte.”
De dokters verwezen Guido door naar UZ Gent en zo werd de vader van brandstoffenhandelaar Toon Degrauwe (die zelf trouwens ook een ernstig ongeval kreeg), een van de 35.000 mensen die jaarlijks meerdere dagen in het UZ moest verblijven. Hij onderging er in 2017 alleen al vijf operaties, en moest ook het jaar daarvoor meermaals onder het mes.
Guido Degrauwe is uiteraard perfect geplaatst om de verschillen tussen een kleiner (West-Vlaams) ziekenhuis en een mastodont van een universitair ziekenhuis te kunnen duiden. “Ze hebben elk hun voor- en nadelen”, vertelt hij. “In Izegem was de dokter die je behandelt altijd dezelfde. Je kent die mens en vaak kent hij ook jou. In Gent is het de ene keer dokter X die de operatie doet of langskomt voor een controle, dan weer dokter Y en nog een andere keer weer dokter Z. Het is minder persoonlijk.”
Gezien Guido de voorbije twee jaar nogal ‘trouwe klant’ was in het ziekenhuis, mocht hij helaas ook de effecten van de besparingsmaatregelen van de regering ondervinden. “Je voelt de gevolgen van de besparingen veel minder in een ‘groot’ ziekenhuis als het UZ”, vindt Guido. “Helemaal anders dan in een klein kliniekske in Izegem. Daar merk je echt dat het verplegend personeel minder tijd heeft voor de patiënt. Ze verontschuldigen zich en doen natuurlijk wat ze kunnen, maar je merkt het wel. In Gent valt dat veel minder op.”
Intussen is de infectie niet meer te vinden in de bloedtesten van Guido. Als dat de komende dagen zo blijft, dan kan hij naar huis. Al wacht hem dan uiteraard nog wel de nodige revalidatie.
Het verhaal van Guido is natuurlijk maar één van 2.000 die er dagelijks te rappen vallen langs de De Pintelaan in Gent. Hij is een van die vele West-Vlamingen voor wie ze daar zorgen. En in veel gevallen zijn dat dus eigenlijk ook West-Vlaamse zorgen.
KW Kaapt Gent
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier