IN KAART Steeds minder West-Vlamingen doneren bloed

Elk jaar lanceert Rode Kruis-Vlaanderen meerdere campagnes om nieuwe bloeddonoren te werven, en dat is duidelijk ook nodig. © JAMES ARTHUR GEKIERE BELGA
Phebe Somers

Onze provincie telt momenteel minder bloeddonoren dan twee jaar geleden. Slechts 3,19 procent van onze volwassen bevolking is een geregistreerde donor bij het Rode Kruis, twee jaar geleden was dat nog 3,51 procent. “Toen mijn dochter kanker kreeg, kon ik van dichtbij zien hoe belangrijk alle donors zijn”, klink het bij fervent donor Henk Vandewiele. Check op de kaart onderaan dit artikel hoeveel donoren er in jouw gemeente zijn.

Tekort

Op 14 juni vieren we Internationale Dag van de Bloeddonor, maar er zijn helaas steeds minder mensen om op die dag in de bloemetjes te zetten. Momenteel zijn er slechts 32.006 West-Vlamingen die op regelmatige basis bloed, plasma of bloedplaatjes doneren bij het Rode Kruis, een 800-tal minder dan twee jaar geleden. We spreken over 3,51 procent van onze totale volwassen bevolking. Daarmee scoren we wel beter dan het Vlaamse gemiddelde van 3,05 procent. Toch is deze daling allesbehalve goed nieuws volgens Rode Kruis-Vlaanderen.

“Elk jaar hebben duizenden mensen een bloedtransfusie nodig”

“Elk jaar krijgen in ons land duizenden mensen een bloedtransfusie. Denk bijvoorbeeld aan moeders na een moeilijke bevalling, kinderen met leukemie of mensen die een ongeval gehad hebben. Het is dus vanzelfsprekend heel belangrijk dat we – voor deze patiënten – de bloedvoorraad op peil houden”, aldus Joachim Deman, woordvoerder van Rode Kruis-Vlaanderen. “Op dit moment staat vooral de voorraad van de bloedgroep O negatief gevaarlijk laag. Daarom een warme oproep aan iedereen die deze bloedgroep heeft om zo snel mogelijk een afspraak te maken om bloed te doneren, want de patiënten hebben je meer dan ooit nodig.”

Geëngageerde Westhoek

In onze provincie zijn vrouwen iets vrijgeviger dan mannen: 16.109 vrouwelijke donoren tegenover 15.897 mannelijke. De 20 tot 29-jarigen zijn het best vertegenwoordigd met 22 procent van alle donororen, het aandeel van de andere leeftijdscategorieën is min of meer gelijk. Drie vierde van de donoren geeft enkel bloed, 22 procent geeft ook plasma en een kleine 2 procent – goed voor amper 562 West-Vlamingen – doneert af en toe bloedplaatjes. (lees verder onder de grafieken)

Die verdeling is deels te verklaren door organisatorische omstandigheden: “In de meeste deelgemeenten vindt er vier keer per jaar een mobiele bloedinzameling plaats. Plasma geven kan enkel in één van de veertien donorcentra van Rode Kruis-Vlaanderen, West-Vlaanderen telt er drie: eentje in Brugge, Roeselare en Kortrijk. Tot slot kun je enkel op die vaste afnameplaats in Brugge terecht om bloedplaatjes te doneren. Daarnaast is plasma- en bloedplaatjesdonatie ook gewoon veel minder bekend bij het grote publiek”, klinkt het.

Ook regionaal zien we heel wat verschillen. De kust scoort het slechtst, met Oostende helemaal onderaan de rankschikking. Slechts 1,38 procent van alle mensen die kunnen bloed geven, doen dat ook. Demografische factoren spelen uiteraard ook een rol. Midden-West-Vlaanderen doet het al bovengemiddeld goed, met ca. 4 procent van de totale bevolking die als donor geregistreerd staat. Maar voornamelijk in de Westhoek wordt er - op een viertal gemeenten na - veel bloed, plasma en bloedplaatjes gedoneerd. Langemark-Poelkapelle spant de kroon, waar 6,3 procent van potentiële donoren z'n steentje bijdraagt om de bloedvoorraad op peil te houden.

Beschamend

Johan zal binnen drie maanden zijn 100ste donatie achter de rug hebben.
Johan zal binnen drie maanden zijn 100ste donatie achter de rug hebben. © gf

Johan Pinson (63) is daar één van. Hij gaf als 18-jarige jongen voor het eerst bloed in zijn toenmalige woonplaats Roesbrugge-Haringe, gemotiveerd door een kennis die lid was van de lokale Rode Kruisafdeling. Na zijn eerste succesvolle gift besloot hij meteen om zelf ook vrijwilliger te worden van de organisatie. “We mochten tijdens de afnames onder meer helpen met het labelen en schudden van de bloedzakjes, toen bestond daar nog geen machine voor hé”, knipoogt Johan. “We bemanden de EHBO-standen op evenementen, volgden tal van cursussen... Na tien jaar ben ik ermee gestopt, wegens tijdsgebrek.”

Maar als bloeddonor bleef Johan zich engageren, vorige week gaf hij voor de 99ste keer bloed. Dat wil zeggen dat hij sinds zijn 18e minstens gemiddeld twee keer per jaar langsging bij een mobiele bloedinzameling. “In Langemark-Poelkapelle is het Rode Kruis-team echt fantastisch, alleen al voor de persoonlijke bedanking en babbel achteraf zou je het doen. Ik probeer de mensen in mijn omgeving altijd te overtuigen om eens mee te gaan. Heel vaak lukt dat, daar ben ik blij om. Maar er zijn altijd mensen die toch die eerste stap niet durven zetten”, vertelt Johan.

“Mensen geen er altijd van uit dat iemand anders het wel zal oplossen. Maar het bloed moet wel van ergens komen hé”

Dat gemiddeld slechts 3 procent van onze inwoners zich hiervoor inzet, vindt hij enorm teleurstellend. “Beschamend zelfs, eerlijk gezegd. Bijna 70 procent van de bevolking heeft ooit bloed nodig, het kan iedereen overkomen. Mensen gaan er veel te snel van uit dat iemand anders het wel zal oplossen, het is een ver-van-hun-bed-show. Als er hen iets overkomt, vinden ze het vanzelfsprekend dat ze in het ziekenhuis wel zullen geholpen worden. Maar dat bloed en plasma moet wel ergens vandaag komen hé, daar staan velen gewoon niet bij stil. Ik redeneer zo: als ik zelf in in nood ben, zou ik ook willen dat iemand anders een uurtje tijd heeft vrijgemaakt die maand om een bloedgift te doen om mij te helpen. Dus dan doe ik dan zelf ook, en daar ben ik heel trots op.” (lees verder onder de kaart)

De meeste doen het dus puur uit altruïsme, maar sommige mensen hebben ook een extra persoonlijke motivatie om zich in te zetten als donor. Henk Vandewiele (65) uit Roeselare was donor bij het Rode Kruis sinds zijn 20ste. Zo goed als elke vrijdag ging hij samen met zijn collega's plasma doneren, vier keer per jaar gaf hij bloed. “Dat was altijd leutig, we maakten daar een soort van teambuildingsactiviteit van. Eerst in Roeselare, dan in Kortrijk en Brugge, en nu terug in onze thuisstad. Zelfs nu we gepensioneerd zijn zetten we met drie die traditie verder”, vertelt Henk.

“Toen mijn dochter kanker kreeg ben ik ook bloedplaatjes beginnen doneren. Ik voelde me zo machteloos”

Vijftien jaar geleden sloeg het noodlot toe in het gezin van Henk, waardoor hij nog meer gemotiveerd werd om frequent langs te gaan in het donorcentrum. “Mijn oudste dochter kreeg op haar 25ste te horen dat ze lymfeklierkanker had. Ik voelde me machteloos, tot ik hoorde dat kankerpatiënten vaak geholpen worden door het toedienen van bloedplaatjes. Toen besloot ik meteen om naast bloed en plasma ook plaatjes te doneren. Dat doe ik nu - ook al is mijn dochter intussen weer kerngezond - nog steeds.”

“Eens je enkele keren geconfronteerd wordt met mensen in je omgeving die gezondheidsproblemen hebben, ben je al wat meer gemotiveerd om je steentje bij te dragen in de vorm van een donatie. Je beseft dat het écht nodig is dat en voldoende donoren zijn. Ik kan alleen maar dankbaar zijn dat ik zelf gezond genoeg ben om andere mensen die minder geluk hebben te helpen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier