Fotograaf Gerald Van Rafelghem verloor zicht in één oog na kanker: “Maar ik moet verder”

Gerald Van Rafelghem verloor het zicht in zijn linkeroog. "Mijn meesteroog is kapot, ja. Maar ik moet gewoon verder." © KDS
Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

In zijn plaats zou ik sakkeren en foeteren dat het leven niet eerlijk is. Dat als God bestaat, Hij of Zij wel heel erg cynisch is. Ik zou roepen en tieren. Mijn ongeluk uitschreeuwen. Maar zelf wil Gerald van Rafelghem het zo niet zien. Hij is liever optimistisch. Met één oog kan je het leven dus ook nog van de zonnige kant zien. En aan één oog heeft een topfotograaf genoeg om zijn unieke kijk op de dingen niet te verliezen. Maar dat het moed vergt om er zo tegenaan te kijken, dat staat buiten kijf.

Als je in een groot dorp als Kortrijk aan mensen vraagt wie ze zijn en wat ze doen, dan gebeurt het wel eens dat je ook iemand tegenkomt van wie je weet wie hij is en wat hij doet. Gerald Van Rafelghem is zo iemand. Jaren geleden was er in de streek geen beroemder kunstenaar dan zijn vader. Paul Van Rafelghem was installatiekunstenaar en beeldhouwer. Gerald munt uit in beeldtaal. Architecten die hun gebouwen willen vastleggen zoals ze gezien moeten worden, bedrijven die hun producten willen tonen zoals ze bedoeld zijn, kunstenaars die hun werk aan de wereld willen onthullen: iedereen die zijn creatie wil vastgelegd zien zoals hij het in dromen ook zou zien, die klopt bij Gerald Van Rafelghem aan. Een man met een reputatie van hier tot in Tokio. Maar bescheiden als was hij maar een mier als een ander. Omdat hij doorgaans alleen zijn beelden laat spreken, verwonderde het mij dat hij wou praten. Nog groter was mijn verbazing te zien dat hij die in Aalbeke woont een prachtig en strak atelier heeft in een industrieel pand in de Sint-Denijsestraat. En dat een mens met vragen daar binnen mag.

Inspirerende vader

Eerst gaat het over ditjes en datjes. En zo kom ik te weten dat hij 53 jaar oud en 35 jaar samen is met zijn vrouw Sam Laebens met wie hij sinds vorig weekend 28 jaar is getrouwd. “Een spontane, knappe vrouw”, zegt hij. “We vullen mekaar aan en maken elkaar beter. Als ik een reportage maak, wil ik altijd horen wat zij ervan denkt.” Hun oudste zoon Robbe is 28, dochter Emma is 25 en de jongste, Zoë, is 23. Zij studeert nog en is de enige die nog niet is uitgevlogen. “Nu de kinderen volwassen zijn, komt er tijd vrij. Daardoor gaan we de laatste tijd vaker op reis. We profiteren meer van het leven.”

Maar we bevinden ons in een fotostudio en het gaat dan al vlug over fotografie. Een foto van Panamarenko staat ingelijst op de grond bij de ingang. “Zo’n toffe man”, zegt Gerald. De lach op zijn gezicht verraadt dat hij hem tegelijk voor zijn geestesoog ziet passeren. “Hij is met pensioen. Maar ik heb altijd graag met hem gewerkt. Ik heb een enorme appreciatie voor zijn werk. Ik wil nooit een blanco blad van een opdrachtgever of een klant. Of het een kunstenaar, een architect of een industrieel is, altijd tracht ik met mijn foto’s het verhaal te vertellen van wie of wat ik in beeld breng. Ja, ik heb vaak met kunstenaars gewerkt. Mensen als Johan Tahon of Jan Fabre.”

Gerald Van Rafelghem is 30 jaar actief als fotograaf. Hij studeerde aan het KASK in Gent, dezelfde academie waar zijn vader ook les gaf. Zijn vader leerde hem kijken. En doet dat nog altijd. “Hij is 83, maar als mijn zus, mijn drie broers of ik binnenkomen in dat huis van hem, dat altijd een schets in wording zal blijven, dan ligt er een aantal beelden uit de kranten voor ons klaar, waar hij het over wil hebben. Het blijft een zeer inspirerende man.” Gerald is de enige thuis die echt een artistieke richting is uitgegaan. Al heeft hij nooit de artiest uitgehangen. “Ooit wil ik wel eens tentoonstellen, met portretten misschien. Maar daar heb ik nog niet het nodige materiaal voor”, zegt hij.

Aanpassing

“Na mijn studies ben ik meteen zelfstandig begonnen”, vertelt hij. “Ik heb me dat achteraf een beetje beklaagd omdat dat niet evident was. Omdat je in feite niets weet. Je bent een leek. Je weet niets af van boekhouding, van niets eigenlijk. Dat was een dure en een lange leerschool. Maar wat je al doende leert, blijft natuurlijk bij.”

Gerald Van Rafelghem in zijn grote fotostudio in de Sint-Denijsestraat.
Gerald Van Rafelghem in zijn grote fotostudio in de Sint-Denijsestraat.© KDS

Het is zijn liefde voor het vak die hem altijd heeft gedreven en nog drijft. “Ik heb mooie jobs, interessante klanten, tof werk met veel variatie en een heel mooie studio waar ik zelf voor gewerkt heb. Ja, ik doe het nog altijd even graag als in het begin. Ik zou niet weten wat ik anders zou moeten doen. Want ik heb deze zomer een accrootje gehad, een onverwachte tegenvaller. Ik heb een tumor op mijn oog gehad, dus ik ben mijn zicht kwijt in één oog. Eigenlijk ben ik nu met ziekteverlof, maar ik wil dat niet. Ik kan niet stilzitten.”

Het is wat het is. Ik ben nog te jong om niets meer te doen – Gerald Van Rafelghem

Er is niets aan hem te zien en hij vertelt het op een toon waarop een ander vertelt wat de kortste weg naar het stadhuis is. Zelf haper ik even. “Gaat dat nog herstellen?”, vraag ik. Waarop hij droogweg antwoordt: “Nee, dat zicht is weg en keert niet terug.” Hij geeft toe dat de mededeling dat hij met zijn linkeroog nooit meer zou zien als een schok binnenkwam. “Ja, dat was een immense klap. Het is begonnen op reis, deze zomer. We waren met de kinderen op vakantie. Toen we thuiskwamen ben ik direct naar het ziekenhuis geweest. En daar hebben ze na dubbelchecken toch gezien dat er een gezwel in zat. Het was direct kwaadaardig en si en la. Dus ik ben meteen geopereerd geweest in het UZ Saint-Luc in Brussel. Dat gezwel zit er nog altijd. Maar het zou inmiddels dood zijn. Het is bestraald. Ze nemen dat niet meteen weg, omdat het dan agressief kan worden. Dat kan blijkbaar uitzaaiingen geven. Ik moet teruggaan in februari. Tegen dan zou dat gezwel helemaal verschrompeld moeten zijn. Eigenlijk zou er zo goed als niets meer van mogen overblijven. Als dat niet zo is, dan moeten ze het toch nog weghalen. En dan volgt er toch weer een operatie. Het is afwachten. Intussen ben ik weer aan de slag, en ik moet zeggen: met een beetje aanpassing lukt het wel. Niet evident, maar het is wat het is. Ik ben nog te jong om niets meer te doen. Dus ik sla me daar wel door.”

Dieptezicht kwijt

Als je het met één oog moet doen, ben je je dieptezicht kwijt. Wat strikt genomen als fotograaf geen ramp hoeft te zijn, omdat een foto ook geen diepte biedt en je ook slechts met één oog door een lens kijkt. Maar je zicht is sowieso beperkter. “Ja, dat dieptezicht ben ik kwijt”, zegt hij. “Maar ik ben alerter. Ik leer beter te kijken met het oog dat wel nog werkt. Alsof het er een dimensie bijkrijgt. Je hersenen helpen zoeken naar oplossingen. Maar natuurlijk, het eerste moment stort je wereld in. Je zit met heel veel vraagtekens. In het begin was er de angst voor uitzaaiingen. Zolang je niet behoorlijk onderzocht bent, weet je niets en leef je in onzekerheid. Nu weet ik dat er geen uitzaaiingen zijn, dat het oké is. Ik moet wel om de zoveel tijd op controle, omdat ik nu risicopatiënt ben. Maar ik hoop dat ik geen verdere problemen krijg.”

Oogkanker. De kans is groot dat u er ook nog nooit van gehoord had. Hoe krijgt een mens dat? Is het risico groter als je in fotostudio’s werkt met fel licht? Kan de ziekte het gevolg zijn van een beschadiging die je oploopt door in de lens naar te fel licht te kijken? “Dat heb ik ook gevraagd”, zegt Gerald. “Maar ik kreeg te horen dat het niets met mijn werk te maken heeft, noch met stress. Het is puur toeval. Eigenlijk gaat het om een melanoom. Het is in feite huidkanker in mijn oog. Van de buitenkant zag en zie je ook niets aan mijn oog. Het eerste moment dacht ik dat mijn bril niet meer goed was en ik ben naar de oogarts geweest. Daar kreeg ik eerst te horen: ‘Je bril klopt en je ogen zien er goed uit.’ Maar ik voelde dat er iets scheelde. Mijn ogen correspondeerden niet meer met mekaar. Ik zag altijd dubbel, of ik nu gedronken had of niet. En toen zijn ze verder gaan kijken, met een fel licht in mijn oog. Opeens klonk het anders: ‘Mijnheer het is toch niet goed, er zit daar iets in dat niet pluis is, het is zelfs niet meer voor ons, het is voor Brussel.’ Ik werd doorverwezen naar professor Patrick De Potter. Hij heeft me geopereerd en bestraald. Ik ben zeer tevreden over de behandeling. Ik ben drie maanden out geweest. En sinds 1 november ben ik terug aan het werk. En meer dan ooit heb ik er zin in. Ik doe het heel graag, het is heel tof, heel variërend. Ik zorg ervoor dat het gaat.”

Gerald Van Rafelghem.
Gerald Van Rafelghem.© KDS

Een mens zou voor minder de moed verliezen. Want geef toe, een fotograaf die een heel zeldzame oogkanker krijgt, het lijkt wel alsof het lot hem uitlacht. Dat idee speelt zeker ook in Geralds hoofd. “Ja, je hebt een goed oog, een meesteroog, en een minder oog. En het is mijn meesteroog die kapot is. Ik moet verder met mijn mindere oog, dat al wat correctie nodig had. Maar goed, met een bril is dat op te lossen. Mijn hersenen zullen eraan wennen. Binnen een half jaar of een jaar voel ik wellicht niet meer dat ik beperkt ben.”

Hij zegt het een paar keer: ik moet verder. En zo is het natuurlijk. Gerald is zelfstandig en werkt alleen. “Als ik niet werk, dan valt alles stil. Dan is het gedaan. Nee, ik heb geen personeel. Ik ken al mijn klanten persoonlijk en het zou raar zijn, mocht ik er iemand anders naartoe sturen. Ze zouden dat niet appreciëren. Dat is geen opschepperij, maar je persoonlijkheid zit in je werk. Iedereen ziet de dingen anders. Als ze mij vragen, dan kan ik niemand anders sturen. Het klinkt raar, maar in zekere zin ben ik onvervangbaar”, lacht hij. En terwijl hij het zegt, blijft mijn immense achting voor hem alleen maar groeien.