Carine Huysentruyt in Zwitserland: “Zelfs na 26 jaar krijg ik dat Vlaams accent er niet uit”

Frederik Jaques
Frederik Jaques Webredacteur

KW.be maakt de hele zomer een reis rond de wereld langs 80 West-Vlamingen. Vandaag zijn we te gast bij Carine Huysentruyt (56) in Zwitserland.

Carine Huysentruyt is geboren en getogen in Nieuwpoort. Ze werkte eerst drie jaar voor het Wit-Gele Kruis en begon dan op zelfstandige basis als verpleegster in de streek van Middelkerke en Westende. In 1989 vertrok ze naar Zwitserland, waar ze de eerste 13 jaren op de spoedgevallen- en mugdienst van het ziekenhuis van Lausanne werkte. Op vandaag is ze hoofdverpleegkundige in een instelling voor volwassenen met psychiatrische problemen.

Hoe ben je in Zwitserland beland ?

“Mijn toenmalige vriend had een bouwproject in Anzère, in Wallis, het Alpengedeelte van Zwitserland. Hij moest voor twee jaar ter plaatse zijn om het project op de voet te volgen. Verliefd tot over mijn oren, was het vanzelfsprekend dat ik dus ook mijn praktijk van zelfstandige verpleegster in Westende-Nieuwpoort achterliet. Ik solliciteerde op enkele plaatsen in Wallis (Valais) et Waadland (Vaud). Mijn vriendin Brigitte, met wie ik samen studeerde aan de verpleegsterschool in Gent, en die ondertussen in de buurt van Lausanne woonde met haar Belgisch-Zwitserse echtgenoot, gaf me de nodige tips en adressen. Ik vond een interessante job als verpleegkundige op de spoedafdeling van het ziekenhuis in Morges, tussen Lausanne en Genève. Die oorspronkelijke twee jaren zijn er intussen al 26 geworden, nu echter zonder de toenmalige vriend.”

Je volgde aanvankelijk gewoon je vriend en de liefde, maar raakte uiteindelijk ook zelf verslingerd aan Zwitserland?

“Ik voelde me inderdaad wel aangetrokken tot het land. Het eeuwenoude cliché van ‘Heidi in de bergen’, de vele meren, de koeien met de grote bellen rond hun nek, de Gruyèrekaas… En ook: de Zwitserse sint-bernardshonden, die tegelijk de mascottes zijn van Nieuwpoort-Bad, waar ik geboren ben en waar ik mijn rokje op de schoolbanken heb versleten. Dat zou een onbewuste band kunnen zijn!”

Carine Huysentruyt in Zwitserland:

“De bergen zijn mijn tweede liefde geworden, vooral in de zomer. Het is zalig om een weekend te stappen in de bergen, met rugzak en slaapzak, en te overnachten met oververhitte voeten in een berghut op 2500 meter hoogte. Zelfs al doe je vaak amper een oog dicht, doordat sommigen liggen te snurken en anderen al om 4 uur opstaan omdat ze voor de middag de hoogste top willen bereiken. Je geniet van de adembenemende natuur, je voelt je klein en nietig, ontvlucht de massa en vergeet even de dagelijkse sleur. Je drijft je conditie tot het uiterste én geniet van de voldoening als je dan je doel hebt bereikt.”

Had je aanpassingsproblemen ?

“Niet echt. Zwitsers zijn ook Europeanen, ook al willen ze niet bij de Europese Gemeenschap behoren. Het grootste aanpassingsprobleem was de Franse taal. Ik kon me wel uit de slag helpen met mijn ‘schoolfrans’, maar dat was niet altijd voldoende. Bij diepgaande gesprekken merkte ik snel dat mijn woordenschat beperkt was. Mijn Zwitserse collega’s lagen soms in een deuk als ik een paar Franse ‘rariteiten’ met een Vlaamse mengeling uit mijn botten sloeg. Zelfs na 26 jaren merken ze nog altijd mijn Vlaams getint accent op en moeten ze glimlachen. Maar geen probleem: de Zwitsers houden wel van de Belgische mentaliteit.”

Carine Huysentruyt in Zwitserland:

“Zwitsers zijn trouwens best wel sympathieke mensen. Loop je ergens verloren op een hoek van de straat met een plannetje in je hand, dan is er altijd wel iemand die spontaan te hulp schiet. Moet je een zware valies de trein op zeulen, dan helpt er jou wel iemand. En ben je echt gehaast, dan laten ze je wel even voor.”

“Maar Zwitsers zijn ook werkers, die streven naar perfectie en niet graag risico’s nemen. Ze zijn respectvol tegenover hun medemens, maar ook ten opzichte van de natuur. Proper zijn ze hier tot in de kleinste hoek van de straat. Ze zijn ook doorgaans heel serieus, maar als je eenmaal hun hart hebt veroverd, dan worden ze spontaner en zijn het hartelijke vrienden waar je dag en nacht op kunt rekenen.”

Carine Huysentruyt in Zwitserland:

Welke verschillen zijn er met België?

“Tja, we zullen er geen doekjes om winden: de levensstandaard! Die ligt hier veel hoger dan in België. Een goed loon, wel 42 uren werken voor een fulltime job hier, maar de werkcondities zijn uitstekend. Dat maakt een werkweek van 42 uren heel wat draaglijker. Het werkwoord ‘staken’ kennen ze hier niet.”

“Een koningshuis hebben we evenmin. Zwitserland is een puur democratisch land. Stemmen doe je vijf tot zes keer per jaar via referendums.”

“Maar we hebben ook iets gemeen: de taalgrens! Röstigraben noemen ze dat hier. Er is een duidelijk verschil tussen de Franstalige en de Duitstalige Zwitsers. Op politiek vlak zijn ze het maar zelden eens. Als de Franstaligen ja stemmen, dan stemmen de Duitstalige kantons nee. Ik neem dit dikwijls als voorbeeld als ze me hier vragen wat het verschil is tussen Vlamingen en Walen.”

Wat mis je uit België? Wat niet?

“Ik ben geen alcoholicus, maar een lekker fris trappistbiertje, met verse grijze garnaaltjesuit de Noordzee, daar lig ik ‘s nachts soms van wakker (lacht). En natuurlijk ook een frietkot op de hoek van de straat, dat mis ik hier ook. Als ik naar België kom, staat dat altijd op het programma: een zakje frieten. De Belgische humor mis ik eigenlijk ook wel, omdat die onze mentaliteit van onszelf relativeren zo typeert. Weet je, vroeger zei ik altijd dat ik nooit nog terug zou keren, nu is het soms toch al eens ‘misschien’…”

Carine Huysentruyt in Zwitserland:

Heb je nog veel contact met het thuisfront?

“Ja hoor. Als je in een mooi land woont, dat niet té ver ligt van België, dan heb je vaak familie op bezoek. Niet voor een avondje , maar voor minstens een week. Dat vind ik gezellig. Het appartement ligt dan wel overhoop, maar dat hoort erbij. Ik stuur dan altijd een boodschappenlijstje door. Trappisten, pickles, speculoos, zoetekoeke en Belgische chocolade staan altijd op het menu!”

“Ik heb sowieso een nauwe band met mijn broer en zus en hun kinderen. We bellen elkaar geregeld, sturen foto’s door via Facebook en Whatsapp, en Skypen af en toe.”

Ontmoet je er ook vaak andere West-Vlamingen?

“Sinds een jaartje heeft mijn neef Dieter uit Veurne zich ook hier in de streek gevestigd. Dan kan ik met hem een mondje Westvlams klappen. Soms moeten we wel zoeken naar bepaalde woorden (lacht). Ik heb ook nog mijn vriendin Brigitte, maar die is dus uit Gent afkomstig. We gaan af en toe samen op stap of gaan bij elkaar op bezoek voor een avondje. Heel vaak zijn er dan ook Zwitserse vrienden uitgenodigd en bijna altijd eindigt de avond met enkele Vlaamse liedjes die we dan uit volle borst zingen voor onze Zwitserse gasten.”

Carine Huysentruyt in Zwitserland:

Wat moeten onze lezers absoluut gezien hebben als ze in jouw regio op reis gaan?

“Vergeet vooral niet van een glaasje wijn te gaan proeven bij een van de vele wijnboeren hier in de buurt. Hun kelders zijn meestal open in het weekend. Zijn ze toevallig het derde weekend van september in Neuchâtel, dan moeten ze zeker de wijnfeesten meemaken. Doorheen de hele stad vind je kraampjes met alle wijnsoorten uit de streek. Er wordt ook op straat gedanst tot diep in de nacht.”

Carine Huysentruyt in Zwitserland:

“Ook de kloof van de Areuse – les Gorges d’Areuse – en in dezelfde buurt de Creux du Van zijn erg de moeite waard. Je komt er altijd wel enkele wilde steenbokken tegen. En tot slot ligt Neuchâtel aan een meer, waarop je mooie boottochten kunt maken.”

(FJA – Foto’s Carine Huysentruyt)