Maandagavond stond in Oostende het buurtoverleg op het programma in de wijk Westerkwartier. Weinig interesse zo bleek, want er daagden slechts 30 wijkbewoners op.
In maart van dit jaar werd het eerste buurtoverleg georganiseerd in de Bloemenwijk/Vogelwijk. De wijk werd op dat moment geteisterd door een resem woninginbraken. De buurtbewoners waren op hun hoede, maar toch konden inbrekers elke keer opnieuw toeslaan. De schrik zat er goed in bij de wijkbewoners. Daarom organiseerde burgemeester Bart Tommelein op dinsdag 19 maart een buurtoverleg in de door inbraken geteisterde wijk. “We gaven de wijkbewoners toen preventietips en waren er vooral om naar hen te luisteren”, klinkt het bij de burgemeester. “We willen dat iedereen zich veilig voelt in Oostende. Ondertussen lijkt de rust in de wijk dan ook teruggekeerd.” Cijfers toonden aan dat tussen midden december en begin maart maar liefst 18 keer werd ingebroken in een woning in de Vogelwijk. Daarna ging de inbraakstorm liggen.
“Maar dat wil niet zeggen dat we niet meer verderwerken aan een veilige stad. Daarom organiseerden we een tweede buurtoverleg, deze keer in de wijk Westerkwartier. Eigenlijk al het derde, want het Westerkwartier werd in twee gesplitst. Er komt trouwens in elke wijk zo’n buurtoverleg”, legt de burgemeester uit.
Schepen Maxim Donck (N-VA) beantwoordde maandagavond alle vragen uit het publiek, aangezien de burgemeester op dat moment met de Vlaamse onderhandelingen andere verplichtingen had in Brussel. Alleen, er waren amper 30 aanwezigen op het buurtoverleg. Bitter weinig als je weet dat het Westerkwartier, met 12.000 wijkbewoners, de tweede grootste wijk is van de stad “Er is naar elke wijkbewoner aan de kant van het Vlaams Plein een bewonersbrief verstuurd. Vorige keer kwam de kant Sint-Catharinaplein al aan de beurt. De vorige keer was er echt een golf van inbraken in de Vogelwijk waardoor de opkomst erg groot was. In het Westerkwartier liggen die cijfers veel lager”, weet de schepen.
Cijfers vallen mee
Geen alarmerende cijfers wat inbraken betreft in het Westerkwartier. “Het blijft een beetje status quo”, vertelt schepen Maxim Donck. “In 2015 waren er 39 inbraken, de volgende twee jaren waren dat er 32. Vorig jaar werd afgeklopt op 45 inbraken en dit jaar zitten we op 35 inbraken tot eind augustus. Daarbij wil ik benadrukken dat het Westerkwartier de tweede grootste wijk is van onze stad. Al bij al vallen die cijfers nog wel mee, maar elke inbraak is en blijft er een te veel. Misschien verklaart het mindere aantal inbraken de magere opkomst tijdens het buurtoverleg? Ik laat dat in het midden. Het belangrijkste is dat we die 30 mensen toch konden meegeven hoe ze het inbrekers moeilijker kunnen maken. Maar misschien moeten we de formule herzien en niet alleen de inbraken aan bod laten komen, maar ook andere misdaadcijfers”, aldus schepen Donck.
Ook de vragenronde na de uiteenzetting verliep erg rustig. De meeste vragen gingen over het BIN-netwerk. “Dat netwerk bestaat eigenlijk uit de wijkbewoners en een politie-inspecteur, meestal gaat het om de wijkinspecteur”, legt korpschef van de Oostendse politie Philip Caestecker uit. “Als bedoeling heeft het netwerk om andere buurtbewoners te alarmeren. Het blijft echter wel prioriteit om eerst het nummer 101 te bellen indien men verdachte handelingen opmerkt. Pas daarna posten we een bericht in het BIN-netwerk. Het kan niet alleen bijdragen tot een grotere pakkans van de daders, maar het creëert ook een soort veiligheidsgevoel.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier