Brugse tachtigers al 40 jaar samen op de fiets: “Nieuwe heup, nieuwe hartklep… Maar aan stoppen denken we niet”

Vertrekkensklaar aan het station van Brugge voor een rit richting Sainte-Marie-Cappel, aan de voet van de Casselberg, zien we v.l.n.r.: Etienne De Rycke, André Ramault, Erik Ver Eecke, Carlos Bogaert, Romain Roose, Marcel Vandepitte, Wouter Waes, Pol Creus, Walter Bogaert, Marc Verstraeten en Roland Michiels. Frans Van Acker ontbreekt. © WK
Wim Kerkhof
Wim Kerkhof Medewerker KW

Al 40 jaar lang fietst een groepje Brugse vrienden langs Vlaamse wegen en velden. Vijf van hen hebben ondertussen de kaap van 80 jaar gerond. “Maar aan afhaken denken we niet.”

De 81-jarige Frans Van Acker krijgt een nieuwe hartklep en is er niet bij. Maar er fietsen wel nog vier andere kranige tachtigers mee. André Ramault (80) bijvoorbeeld: oud-wiskundeleraar, medestichter van vereniging De Vakantiefietser en een echte flandrien. “Mijn meest memorabel fietstrip? De Noordkaap, waar ik om middernacht mijn krantje nog kon lezen. Maar ik heb ook de beide Amerika’s, Zimbabwe en grote delen van Azië gezien. Allemaal van op de fiets, ja: dat is tenminste reizen op mensenmaat”, klinkt het. Het échte fietsfenomeen is volgens de groep echter Etienne Derijcke, eveneens met 80 jaartjes en daarvan een veelvoud aan kilometers op de teller. “Etienne is op sportief vlak onovertrefbaar: hij ging vroeger ook vaak wandelen en zijn vrouw zei dan altijd dat hij niet op de berg, maar dóór de berg wandelde”, aldus de vrienden. Ook Carlos ‘altijd-in-vorm’ Bogaert rondde de kaap van 80, maar luitenant-kolonel Pol Creus is met zijn 82 de ouderdomsdeken van de groep. “En ik met mijn 61 jaar het kakkernestje”, glimlacht Walter.

Levende encyclopedie

André Ramault lag 40 jaar geleden samen met zijn collega Frans Van Acker aan de basis van het fietsclubje. “Frans is de wijze, de levende encyclopedie in de groep. Jammer dat hij er vandaag niet bij is”, zegt André. Frans gaf in het Sint-Lodewijkscollege tekenles. “Na weer een geslaagde fietsweek giet hij onze avonturen dan in stripvorm”, klinkt het. Aanvankelijk bleef het bij een retourtje Veldegem: “Na het cafébezoek maakten we daar rechtsomkeert en vlogen we met de wind in ‘t gat naar huis”, glimlacht André.

De groep verbleef tijdens de paasvakantie van 1992 in een gîte van Saint-Michel-en-Thiérache.
De groep verbleef tijdens de paasvakantie van 1992 in een gîte van Saint-Michel-en-Thiérache.© Repro WK

Later ging het richting de Westhoek en de Meetjeslandse Kreken, Frans-Vlaanderen… “Nieuwe vrienden sloten aan, anderen vielen weg, maar aan het concept werd nooit gesleuteld: iedere woensdagnamiddag de fiets op en in de paasvakantie een Noord-Franse week. Toen we nog een dagje jonger waren, trokken we in de grote vakantie ook naar de Vogezen, de Elzas of de Jura voor een fietsweek met meer uitdagingen. Ondanks de leeftijd houdt ons groepje merkwaardig goed stand, al werd aan een aantal van ons al flink gesleuteld. Een nieuwe aortaklep, een nieuwe heup, noem maar op… Maar aan afhaken denken we nog lang niet.”

Jong dankzij fiets

Hun stalen ros houdt de tachtigers jong. “Frans en zijn vrouw slapen zelfs nog altijd in een tentje als ze met de fiets op reis gaan. Het maakt ons groepje een klein beetje bijzonder. We vormen een vreemdsoortig gezelschap van fanatieke onderwijsmensen die altijd gelijk willen hebben, groene jongens, een oer-Vlaming, een boekhouder, en nog andere rare lieden. Maar we hebben als grijsaards vooral die ene grote passie voor het fietsen gemeen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier