Bruggeling Eric Van Hove: “De geplande Stadsvaart is ons monster van Loch Ness”

Eric Van Hove volgde het reilen en zeilen in Brugge eerst jarenlang als kritische stadsjournalist, daarna in de dichte coulissen van het stadhuis. (foto Davy Coghe)©Davy Coghe Davy Coghe
Eric Van Hove volgde het reilen en zeilen in Brugge eerst jarenlang als kritische stadsjournalist, daarna in de dichte coulissen van het stadhuis. (foto Davy Coghe)©Davy Coghe Davy Coghe
Stefan Vankerkhoven

Aan de vooravond van vijftig jaar fusie van Groot-Brugge, schetst ex-journalist Eric Van Hove in ‘Een droom van een stad’ een apart beeld van Groot-Brugge. Zoals de titel aangeeft heeft hij ook een toekomstvisie voor zijn stad. Met een heroriëntering van de haven én het massatoerisme. “De geplande Stadsvaart is ons monster van Loch Ness”, zegt hij.

Bijna alle Brugge-boeken gaan over de historische stadskern, terwijl vier op vijf Bruggelingen in de rand wonen. Straks vieren we een halve eeuw Groot-Brugge, maar de Brugs rand blijft voor velen een grote onbekende. Eric Van Hove (66) volgde het reilen en zeilen in Brugge eerst jarenlang als kritische stadsjournalist, daarna in de dichte coulissen van het stadhuis. Met ‘Een droom van een stad’ brengt hij in 14 staties een ander beeld van Brugge en schetst aan het einde van zijn tocht een mogelijk toekomstverhaal voor deze stad.

Op 1 januari 2021 is het een halve eeuw geleden dat het oude Brugge fusioneerde met zijn randgemeenten…

“Je kan je nu nog nauwelijks voorstellen dat gemeenten als Sint-Andries of Sint-Michiels voor 1970 onafhankelijk waren. Weet je dat vlak voor de fusie van Groot-Brugge er op de Gistelsteenweg blokkades opgericht werden, uit protest tegen de fusie? Het einde van de wereld leek zowat aangebroken, stel je voor: Sint-Andries zou zijn onafhankelijkheid verliezen. Nu kraait daar geen haan meer naar…”

De rand van Brugge blijft bij de buitenwacht onbekend gebied. Hoe komt dat?

“Radio- en televisiemaker Kurt Van Eeghem, die in Zeebrugge geboren is, zei het op zijn eigengereide manier: Brugge is de schoonste stad van ‘t land, de binnenstad is werelderfgoed, maar de rand is een ramp. Voilà! ” Daar wou ik toch wat tegengas bij geven, kennen we de rand van Brugge wel? Ik begon aan een kruisweg, in 14 staties, en vertrok telkens van een markante woning, een miskende architect of een belangrijke stedenbouwkundige om zo iets te vertellen over het ontstaan en de geschiedenis van de Brugse rand. Wie al die puzzelstukjes naast mekaar legt krijgt zo een ander beeld over Brugge. De stad wordt rand, de rand wordt stad.”

U wil meer kwaliteit in de rand?

“Als er in de Brugse binnenstad twee stenen verlegd worden, heb je meteen protestbrieven, een actiecomité en een beroep op de Unesco in Parijs, maar in de rand kan het niemand blijkbaar wat schelen. En toch moeten we ook daar aandacht hebben voor een goeie ruimtelijke ordening, voor markante architectuur, voor voldoende groen en open ruimte.”

Uw tocht start bij een enkele, ondergewaardeerde Brugse architecten…

“Wie in Brugge weet nog dat één van de pioniers van de moderne architectuur in België, Huib Hoste, zijn woning in de Canadastraat in Sint-Michiels had? Wie herinnert zich nog dat een figuur als architect Jozef Lantsoght niet alleen de ontwerper is van het AZ Sint-Jan op Sint-Pieters, maar ook de vader van de urbanisatie van het noorden van Brugge én de ontwerper van de groene entree van Brugge in de stationsomgeving? Wie kent nog Arthur Degeyter en Axel Ghyssaert, die in de rand merkwaardige villa’s en modernistische architectenwoningen concipieerden?”

Uw tocht gaat ook de sociale toer op…

“Een architect als Albert Laloo heeft in Sint-Jozef meer dan 300 woningen kunnen realiseren. Die man heeft op zijn manier zijn stempel gedrukt op dat deel van de stad. En verder zijn ook de cité in Zwankendamme en de tuinwijk in Zeebrugge stille getuigen van een tijd, toen men na de eerste wereldoorlog uit vrees voor socialisme en communisme nog echt investeerde in sociale woningbouw. Ook al waren en blijven de wachtlijsten voor sociale woningen nog altijd een probleem.”

U blijft niet hangen in het veilig historisch verleden, maar u spaart uw kritiek niet op het project Stadsvaart. Waarom?

“We mogen onze kop niet in ‘t zand steken. Het project Stadsvaart blijft als een monster van Loch Ness over ons hangen: het zou een zware hypotheek leggen op de band tussen binnenstad en rand. De enige manier om de haven te ontsluiten is de nieuwe Waterweg via de Westerschelde, in combinatie met de kustverdediging die we omwille van de stijging van de zeespiegel moeten realiseren. En voorts moeten we nu aandacht hebben voor onze groene gordel rond Brugge: met de klimaatopwarming die elke dag duidelijker wordt, zullen de resterende groengebieden in de rand in de toekomst steeds belangrijker worden.”

Brugge ondertekende de Convention of Mayors, waarbij de stad zich engageerde om de CO2 ingrijpend te verminderen?

“Onder het vorig bestuur ging Brugge het engagement aan om tegen 2020 de CO2 in Brugge met 20 procent te reduceren, maar in de praktijk kwamen we nog niet eens aan de helft daarvan uit. Nu zegt men dat men tegen 2040 naar -40 procent zal gaan. Ik wil wel geloven dat het nu menens is, maar dan zullen we beslist nog een tandje moeten bijsteken, met concrete, haalbare en opvolgbare tussendoelen: geen woorden, maar daden…’’

In uw toekomstverhaal pleit u voor een heroriëntering van de haven…

“Sinds de vorming van Groot-Brugge heeft de haven een hoge vlucht genomen, maar toch zijn we halverwege de trafieken, die ons ooit door de experten en havenlobbyisten waren beloofd, blijven steken. Zeebrugge heeft eigen troeven, maar dreigt nu een overloophaven van Antwerpen te worden, of een voetnoot in het nieuwe Chinese zijderoute-verhaal. Het kost meer om goederen in Zeebrugge over te slaan dan om ze via Antwerpen naar het Ruhrgebied te transporteren. Als Zeebrugge nu goeie cijfers laat noteren, dan heeft dat in de eerste plaats met gas en de autotransporten te maken. Maar hoe toekomstgericht zijn deze markten, die nu het gros van de tewerkstelling leveren in onze haven? Gas is niet duurzaam en de auto van morgen is elektrisch, autonoom en gedeeld. Daar mogen we wel eens blijven bij stilstaan…”

In coronatijd wordt het duidelijk: ons toerisme is aan herziening toe?

“Voor het uitbreken van corona luidde het parool jarenlang: groei! In een kwart eeuw verdubbelden zowel het dagjestoerisme als het verblijfstoerisme, met meer dan 8 miljoen bezoekers per jaar zaten we dicht tegen het kritisch kantelpunt. Nu zien we ook de broosheid en de gevaren van een doorgedreven monocultuur in de binnenstad. Dat vraagt om een nieuw toerismeverhaal, dat vertrekt van de draagkracht en de authenticiteit van een plek. Met ook aandacht voor bossen, kastelen en polders in de regio, die wij allemaal in de huidige coronatijd zelf al fietsend en wandelend ontdekt hebben.”

“Een droom van een stad”, een uitgave van het Stadsarchief, telt 172 pagina’s, kost 19,95 euro en is te koop in alle Brugse boekhandels.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier