Binnenkijken achter de muren van het Adornesdomein in Brugge

Het domein Adornes met de toren van de Jeruzalemkerk. © Davy Coghe
Piet De Ville
Piet De Ville Medewerker KW

Deze week nemen we u mee naar een authentiek middeleeuws landgoed in het hartje van de stad: het Adornesdomein. Gravin Véronique de Limburg Stirum, echtgenote van de zeventiende afstammeling van de stichtende familie Adornes, is onze gids tijdens het bezoek aan dit wonderlijke vijftiende eeuwse domein. “‘Delen om levend te maken, levend maken om te bewaren’, vanuit die overtuiging stellen we ons familiedomein open voor het publiek”, zegt de gravin.

Het Adornesdomein, gelegen tussen de Peperstraat en de Balstraat in de Brugse wijk Sint-Anna, werd gesticht door de uit Genua afkomstige familie Adornes die in de 13de eeuw in Brugge neerstreek.

Het domein – dat bestaat uit de bekende Jeruzalemkerk, enkele godshuisjes die nu ingericht zijn als museum, een ruimte tuin met boomgaard en een statige herenwoning – wordt beheerd door de vzw Adornes. Deze vzw werd opgericht door de familie de Limburg Stirum, afstammelingen van Anselm Adornes die het domein in de 15de eeuw ontwikkelde in zijn huidige grandeur gaf.

Gefascineerd door domein

Gravin Veronique de Limburg Stirum, echtgenote van graaf Maximilien de Limburg Stirum, 17de afstammeling van de stichtende familie, gidst ons rond op het indrukwekkende domein. De gravin is handelsingenieur van opleiding en bouwde net als haar man, die actief is in de financiële sector, zelf ook een mooie carrière uit in de zakenwereld. Ze woont met haar man en drie kinderen in Brussel maar verblijft minstens een tweetal dagen per week op het domein. “De band tussen dit domein en de familie was wat verwaterd. Mijn schoonvader kwam er slechts sporadisch eens om er wat afspraken te maken met de moeder overste van de zusters van de kloosterorde die hier jarenlang een onderkomen vond”, vertelt de gravin.

Veronique de Limburg Stirum: “Delen om levend te maken, levend maken om te bewaren: vanuit die overtuiging stellen we het domein open voor het publiek”

Gravin Véronique de Limburg Stirum.
Gravin Véronique de Limburg Stirum.© Davy Coghe

“Bij ons huwelijk in 1999 erfde mijn echtgenoot het domein. Enkele jaren later ben ik me er echt mee gaan bezig houden; ik raakte gefascineerd door dit domein. Natuurlijk brengt het behoud en beheer van zo’n domein ook wel wat kosten met zich mee en ik ben plannen gaan maken om hier ook wat inkomsten te genereren; ook om de renovaties die we wilden uitvoeren te bekostigen. Vanaf 2014 hebben we het echt opengesteld onder de noemer ‘Adornesdomein’ en konden bezoekers terecht in de kapel, de Jeruzalemkerk dus, en de godshuisjes die we hebben opengebroken en ingericht tot museum over Anselm Adornes en de geschiedenis van het domein.”

Godshuisjes

De gravin leidt ons eerst de godshuisjes binnen waar tot in de jaren ’50 van de vorige eeuw devote, arme alleenstaande vrouwen of weduwen woonden. De wanden tussen de godshuisjes werden uitgebroken en er werd een mooie expositie in ondergebracht over leven en werk van Anselm Adornes. De man was een bijzonder succesvol handelaar en diplomaat. Hij ondernam ook vele reizen, waaronder ook bedevaarten; zoals naar Jeruzalem.

De salons zijn indrukwekkend met wandtapijten en hoge plafonds.
De salons zijn indrukwekkend met wandtapijten en hoge plafonds.© Davy Coghe

“Adornes was een handelsambassadeur avant la lettre”, vertelt Veronique de Limburg Stirum. “Hij stond in hoog aanzien bij de hoogste politieke en zakelijke kringen. Adornes woonde op het domein tot aan zijn huwelijk, waarna hij verhuisde naar een pand langs de Verversdijk. Als gezant van de Bourgondische hertog Karel De Stoute reisde hij naar Schotland, om daar de vertroebelde handelsrelaties met Vlaanderen te gaan herstellen. Anselm Adornes verbleef langere tijd in Schotland en kreeg er voor zijn inzet ook gronden toegewezen door de Schotse Koning James III. Hij kwam in Schotland echter ook aan zijn einde; hij werd er naar verluidt vermoord omdat zijn goede relatie met de koning veel weerstand opriep. Adornes werd begraven in het Schotse plaatse Linlithgow maar zijn hart werd overgebracht naar de Jeruzalemkapel waar het zou zijn bewaard in een metalen doos onder een schrijn. Die doos hebben we in 1987 gevonden in de kapel maar het hart zat er niet meer in…”

In de godshuisjes is er een museum ondergebracht.
In de godshuisjes is er een museum ondergebracht.© Davy Coghe

Jeruzalemkapel

Dit brengt ons dus bij de fascinerende Jeruzalemkapel die in 1429 werd ingewijd als familiekapel en geïnspireerd is op de Heilig Grafkerk in Jeruzalem. Al vlug springt het praalgraf van Anselm Adornes en zijn echtgenote Margareta van der Banck in het oog. Ook op de veelkleurig glasramen is de beeltenis van Adornes te zien. Indrukwekkende is de verbeelding van de berg Golgotta, met daarop de drie kruisen, waar Jezus Christus werd gekruisigd. We zien er ook spijkers en hamers als symbolen voor zijn lijdensweg en kruisiging. De doodskoppen maken het macabere maar fascinerende plaatje compleet.

Het praalgraf van Anselm Adornes en zijn echtgenote Margareta van der Banck in de Jeruzalemkerk.
Het praalgraf van Anselm Adornes en zijn echtgenote Margareta van der Banck in de Jeruzalemkerk.© Davy Coghe

Ook opmerkelijk is het beeld, in een lage ruimte achteraan de kapel, van Jezus Christus in zijn graf; gezien Jezus quasi nooit op die manier wordt afgebeeld. “In deze kapel wordt nog iedere zaterdag om 9 uur eucharistie gevierd”, weet de gravin. “Als we hier zijn met de familie wonen wie die ook graag bij.” We worden tenslotte ook nog uitgenodigd voor een kijkje in de privévertrekken in de herenwoning, door de familie gebruikt als tweede verblijf. De salons met wandtapijten, hoge plafonds, familieportretten en antieke meubelen zijn ronduit indrukwekkend.”Delen om levend te maken, levend maken om te bewaren: vanuit die overtuiging stellen we het familiedomein graag open voor het publiek”, besluit gravin Véronique de Limburg Stirum.

Het altaar van de Jeruzalemkerk, met macabere doodskoppen.
Het altaar van de Jeruzalemkerk, met macabere doodskoppen.© Davy Coghe