Iets meer dan een jaar geleden ging meester Paul Bekaert van het gelijknamige advocatenkantoor met pensioen. Maar stilzitten, dat lukt moeilijk. Vijftig jaar lang zette hij zich in voor kleine en grote casussen, telkens met dezelfde passie en drive om een verschil te betekenen voor de mensen op zijn pad. Die strijd voor de rechten van elke mens laat hem nog steeds niet los. “Hier in Tielt heb ik altijd het mooiste van twee werelden gehad.”
Paul Bekaert bewaart Tielt diep in zijn hart, maar groeide eigenlijk op in Meulebeke. “Mijn wieg stond in de Kasteelstraat, ik heb een mooie kindertijd gehad in Meulebeke, met veel fijne herinneringen. De fusie laat me dus terugkeren naar mijn roots.”
U liep school in Tielt. Was het al snel duidelijk dat u advocaat zou worden?
“De richting Germaanse sprak me wel aan, maar ik wilde in geen geval in het onderwijs stappen. Dus is het uiteindelijk Rechten geworden, omdat je als advocaat ook de mogelijkheid hebt om je sociaal te engageren. Het is een combinatie van spreken, schrijven, dingen opzoeken en omgaan met mensen. Dat paste echt bij mij. Uiteindelijk ben ik wel gehuwd met een lerares. Mijn echtgenote Trui gaf jarenlang Engels en Nederlands in het College en De Bron. Ook mijn zoon Francis geeft les, hij is bovendien kunstschilder en heeft toch best al wat werken verkocht. Simon trad in mijn voetsporen en werd advocaat. Intussen schopte hij het tot in het parlement. Ik ben uiteraard heel trots op mijn zonen.”
Was het thuis een evidentie dat u Rechten zou gaan studeren?
“De studies wel, maar niet dat ik advocaat zou worden. Dat beroep had toch een slechte naam. Als je vader geen advocaat was, of je uit de hogere middens kwam, maakte je volgens de omgeving weinig kans om het te maken. Maar toen ik in 1974 in Tielt startte, was er welgeteld één advocaat, burgemeester Vander Meulen. De andere advocaat was Ernest Wauters, maar hij werd rechter en ik kon heel wat van zijn cliënten overnemen. Op dat vlak heb ik geluk gehad.”
“Het meest beklijvende blijven die keren dat ik naar Palestina geweest ben”
“Mijn eerste cliënten waren trouwens mensen met wie ik vroeger in de KSA had gezeten. Ik heb me in Tielt bovendien meteen op cultureel vlak geëngageerd en zo ook veel mensen leren kennen. Ik werd bij de opening voorzitter van het cultuurcentrum, Wim Vanseveren was toen de jonge directeur. We zijn nog steeds brothers in crime.”
Vanaf 1978 stak u de grens over, naar onder andere Noord-Ierland, Baskenland, Palestina en Israël. Van waar die drang om ook in het buitenland mensen te gaan verdedigen?
“Ik ben in Leuven gaan studeren in 1968, een echt kantelmoment, waar strijd werd gevoerd voor Leuven Vlaams. We waren er van ’s morgens tot ’s avonds bezig met politiek, de betogingen waren niet te tellen. Zo ben ik geïnteresseerd geraakt in de internationale politiek. Toen de Liga voor de Mensenrechten provinciale afdelingen oprichtte, kwamen ze voor West-Vlaanderen bij mij terecht. Ze wisten dat ik progressief was en me graag engageerde. Via die weg werd ik uitgenodigd om waarnemer te zijn in Noord-Ierland, Baskenland en naderhand ook Palestina.”
Daar heeft u wellicht heel veel gezien?
“Dat kan je wel zeggen, ik heb er ook heel wat meegemaakt. Zes keer ben ik naar Palestina geweest als mensenrechtenactivist en dat blijft toch het meest beklijvende. Ik was ook in Gaza en eens je daar bent geweest, grijpt alles wat daar gebeurt je nog meer aan. De oorlog tussen Israël en Palestina woedt al bijna 100 jaar. Ik denk eerlijk gezegd niet dat het ooit nog zal goed komen… Maar uiteraard heb ik met het advocatenkantoor ook burenruzies en echtscheidingen bepleit, naast de internationale zaken. Dat maakte het beroep heel boeiend.”
Welk hoogtepunt uit uw carrière is u bijgebleven?
“Een Baskische vrouw die een aanslag zou gepleegd hebben op een kolonel en gevlucht was naar Mexico. Ze verbleef uiteindelijk ook een paar jaar in Gent en werd hier opgepakt om uitgeleverd te worden aan Spanje. Het Hof van Beroep in Gent heeft die uitlevering toen geweigerd, tot twee keer toe. De familie van die kolonel is toen naar Straatsburg getrokken, dat België heeft veroordeeld omdat zij haar niet had uitgeleverd. Ik was ervan overtuigd dat de vrouw nooit meer vrij zou komen, maar na vier jaar werd besloten dat de feiten verjaard waren. Die vrouw heeft mij toen gezegd dat ik haar leven heb gered. Dat is me altijd bijgebleven.”
Heeft u ooit het gevoel gehad dat Tielt te klein was?
“Nee, ik hou er ook niet van als er wat minnetjes wordt gedaan over Tielt. Als je op 30 oktober 2017 telefoon krijgt dat de president van Catalonië op weg is naar jou in Tielt, besef je dat de stad waar je je kantoor hebt echt geen rol speelt. Ze kennen Tielt nu trouwens tot in Spanje. Ik heb hier heel wat mooie dingen mogen doen, waar ik met veel plezier op terugkijk. Vier revues, vier massaspelen, iedereen voor mijn kar kunnen spannen om die te realiseren… Dat moet je als advocaat in Brussel niet proberen. Ik heb hier het mooiste van twee werelden gehad.”
Paul Bekaert
Privé: Paul Bekaert (76) woont in Tielt met zijn echtgenote Trui Lagrain. Met Francis en Simon hebben ze twee zonen. Er zijn ook vier kleindochters en een kleinzoon.
Studies en loopbaan: Latijn-Grieks in het Sint-Jozefscollege in Tielt. Hij trok daarna naar Leuven voor een licentiaat in de Rechten. Hij werd in 1974 advocaat aan de Balie van Brugge en had 50 jaar lang zijn eigen advocatenkantoor. Daarnaast was hij Lid van de Algemene Vergadering van de Liga voor Mensenrechten. Sinds 1 januari 2024 is hij met pensioen.
Vrije tijd: Veel schrijven en lezen, maar ook wandelen en zwemmen. Daarnaast regelmatig zorgen voor hun vijf kleinkinderen.