Alleenstaande mama en Kortrijkzane Febe Vandewalle botst op regelgeving

Voornaam Familienaam
Christophe Lefebvre
Christophe Lefebvre Medewerker KW

Frivool, knap, koket en verzorgd. Febe Vandewalle (24) heeft, op het eerste gezicht, alles met zich mee om het te maken in het leven. De realiteit is helaas van een volledig ander kaliber. Als alleenstaande moeder is haar leven een dagelijkse strijd. “Ik word continu geconfronteerd met een regelgeving die me straft als ik wil werken, ik laat me echter niet zomaar kennen”, klinkt het strijdvaardig.

Haar zwarte haren waren ooit blond, haar make-up altijd onberispelijk en haar outfit passend. Hoofden draaien systematisch wanneer ze door de Kortrijkse straten flaneert, soms van jaloezie, veelal van bewondering. “Het is niet omdat ik begeleiding krijg van het OCMW dat ik me daarom niet moet verzorgen. Voor ik de deur uitga, zorg ik er steevast voor dat zowel mijn kinderen als ikzelf er steeds piekfijn bijlopen.”

Hoewel Febe spreekt met een stevige dosis levensenergie, gaat ze gebukt onder de keiharde realiteit van het dagelijkse leven. Fibromyalgie – een reumatische aandoening – sloopt haar jonge lichaam vezel per vezel, waardoor ze in het sociale vangnet terechtkwam. “Werken in een voltijdse betrekking lukte me op een bepaald ogenblik gewoon niet meer. Intense pijnen hielden mijn lichaam compleet onder controle. Ik verloor mijn baan en al snel staken, naast de medische situatie, ook de financiële perikelen de kop op. Het leek wel alsof er geen einde kwam aan de negatieve spiraal en ik zakte dieper en dieper de afgrond in.”

Begeleidster van goud

Uitgeput, zowel lichamelijk als mentaal, klopte Febe aan bij het Kortrijkse OCMW. Daar kreeg ze, tot haar grote verbazing, ook daadwerkelijk hulp. “Ik kan het niet genoeg benadrukken: ik kreeg een begeleidster van goud toegewezen. Ze doet er echt alles aan opdat ik een zo menselijk mogelijk leven kan leiden. Beetje per beetje hielp ze me vooruit in het leven en stuwde ze me vooruit, in een poging mijn negatieve spiraal te doorbreken. Toen mijn kindjes werden geboren, hielp ze ook in mijn zoektocht naar een betaalbare woonst met voldoende plaats. We vonden die, eveneens in het sociale circuit, maar toch lachte het leven me opnieuw toe. Wetende dat ik op een bepaald ogenblik zelfs dakloos was, nam ik deze kans met beide handen aan.”

Hoewel betere tijden voor de deur stonden, werd Febe geconfronteerd met een uiterst gecompliceerde regelgeving waarin ook haar begeleidster geen uitweg zag. “Via het OCMW krijg ik maandelijks leefgeld uitgekeerd. Het is een samenstelling van het bestaansminimum en allerlei bijdragen en ondersteuningen. Veel mensen hebben daar een enorm vertekend beeld van en denken vaak zelfs dat we hopen geld toegestopt krijgen. De realiteit ligt daar erg ver vandaan en het is dagelijks knokken. Ik zit gevangen in een sociaal straatje, maar wil daar helemaal niet zitten en dus besloot ik om actief op zoek te gaan naar werk. Al snel werd ik geconfronteerd met de grenzen van mijn aandoening: fysiek kan ik niet alles aan. Ik beet door en bleef zoeken en vond enkele plaatsen waar ik kleine jobs kon uitoefenen. Weekendwerk, tijdelijke opdrachten of zelfs eenmalige activiteiten, zaken die ik aankon en waarmee ik dacht uit het sociale net te kunnen klauteren. De feestvreugde was helaas van korte duur.”

Het leek wel alsof er geen einde kwam aan de negatieve spiraal

Febe stootte binnen de kortste keren op een tsunami van wetten en regels, waar een uitweg steeds maar verder leek te drijven. “Mijn leefgeld bestaat uit veel aparte bedragen, bedragen die van overal komen en voor heel wat moeten dienen. Op het eerste gezicht lijkt dit een superregeling, alleen spreken al die regels en ondersteuningen elkaar tegen. Als ik een kleine job vind – een taak die ik perfect aankan en waarmee ik 30 euro meer kan gaan verdienen – dan verlies ik bij wijze van spreken 100 euro aan ondersteuningen. Het is maar een eenvoudig voorbeeld van een systeem dat niet echt wil meewerken.”

Cohousing

Ooit had Febe het idee om aan cohousing te doen: samen gaan wonen met een of meerdere vriendinnen zodat ze de huurkosten kon drukken. “Dat was buiten het systeem gerekend! Iedere euro die ik hiermee kon uitsparen, verloor ik tot zes keer meer van mijn leefgeld. Het werd mij duidelijk gemaakt dat het systeem heeft bepaald dat ik in het sociale netwerk werd geplaatst en dat het niet mogelijk is om eruit te raken. Werken staat gelijk met gestraft worden dus is het misschien maar beter dat ik me gewonnen geef.”

Voornaam Familienaam
Voornaam Familienaam

Een dagelijkse strijd en een permanent tekort aan financiële middelen, toch heeft Febe besloten om zich niet zonder slag of stoot gewonnen te geven. “Ik heb twee kinderen en ik neem die verantwoordelijkheid niet lichtzinnig. Al moet ik de laatste boterham uit mijn mond halen, mijn prins en prinsesje kwamen nog nooit iets tekort. Ik weiger ook ten prooi te vallen aan het stereotype beeld van de ‘arme mens’ dat er heerst bij heel wat Vlamingen. Ja, ik moet iedere euro misschien 20 keer omdraaien voor ik hem uitgeef, maar dat wil niet zeggen dat we niet proper en presentabel voor de dag kunnen komen. Gaandeweg heb ik geleerd om erg zuinig te zijn en uit te kijken wat en waar ik koop. Merken in de supermarkt zijn bijvoorbeeld compleet uit den boze. Daarnaast zijn kringwinkels of tweedehandskoopjes vaak een echte goudmijn, wanneer ik op zoek ga naar kledij. Op die manier slaag ik er zelfs in om maandelijks te sparen, hoe weinig het ook mag zijn. Daar ben ik eigenlijk best wel trots op, alleen is hier ook een erg venijnige keerzijde aan gekoppeld. Voor de buitenstaander is iemand die gebruik maakt van het OCMW arm. Dus rondlopen met wat make-up of met een stijlvolle jas aan, is voor kwatongen compleet uit den boze. Enkelingen zouden het zelfs aandurven om daar ook openlijk opmerkingen over te maken. Ik probeer dat te negeren maar soms doen die commentaren wel pijn. Ze zien de opofferingen niet die ik ervoor moet maken.”

Ervaringsgericht

Een hard leven en een zichtbaar eindeloze strijd, maar toch durft Febe te dromen van een betere toekomst. “Ik ben begonnen met het inwinnen van info over opleidingen en studierichtingen binnen de sociale sector”, sluit ze strijdvaardig af. “Als geen ander weet ik wat problemen met een mens kunnen doen, zowel lichamelijk als mentaal en ik begrijp maar al te goed dat degelijke hulp onmisbaar is. Het is dan ook mijn droom om als ervaringsgerichte hulpverlener aan de slag te kunnen in de toekomst. Ik hoop dan ook dat ik een studierichting kan vinden die me die mogelijkheden biedt.”

Filmpjes met deze en andere Kortrijkzanen op www.kw.be/dekortrijkzaan