Agnes doceert pedagogie aan de HoGent: “We moeten leren zien wat we hebben”

Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

Kurt Vandemaele trekt door de straten van Kortrijk en stelt aan de voorbijgangers één vraag: “wie ziej gie?”. Een vraag die velen onder ons zo vaak zouden willen stellen. De antwoorden krijg je hier te zien in de videoreeks ‘De Kortrijkzaan’. Leer de mensen uit je buurt kennen. Vandaag: Agnes Biltris.

Normaal treedt haar man meer op de voorgrond dan zij. Toch in eigen stad. Frank Holvoet stak destijds de 1 mei-feesten in Kortrijk in een rockkleedje, hij stampte het zomercarnaval uit de grond en is al jaren bassist bij de legendarische, lokale punkband Definitivos. Zijn hele volwassen leven was Frank Holvoet onderwijzer. En terwijl u dit leest is hij al één of meer dagen met pensioen. Voortaan kan hij zich dus volledig toeleggen op het ondersteunen van de carrière van Agnes Biltris, de sterke vrouw die tijdens zijn loopbaan doorgaans in zijn schaduw is gebleven. Waar je haar wel vaker hoorde schateren. Bijna 60 en als ze al rimpels heeft, dan zijn het lachrimpels. “Ik ben supergelukkig,” zegt ze.

Agnes is lector in de pedagogie aan HoGent. Ze geeft al jaren les in het hoger onderwijs, aan toekomstige kleuterleidsters, opvoeders en orthopedagogen. Soms voor volle aula’s. “In het begin was dat wennen. Ik was het heel bang. Ik dacht: waarom zijn ze aan het praten? Wat zijn ze over mij aan het vertellen? Maar na een tijd zie je dat niet meer en word je het gewoon. Dus die angst is weg. Ondertussen is het 25 jaar dat ik lesgeef. Voordien begeleidde ik kinderen met leerstoornissen.”

Liefde in het Vlaams

Leerstoornissen? Het soort problemen dat volgens sceptici alleen maar meer problemen veroorzaakt in het onderwijs. “Ja, misschien zijn er intussen te veel van die stoornissen,” geeft Agnes toe. “Maar het is natuurlijk wel goed dat kinderen die het moeilijk hebben extra steun kunnen krijgen. Veel jongeren die anders te vroeg zouden afgeschreven zijn, krijgen nu de kans om bij te benen. Ik vind het echt wel belangrijk dat men zich bewust is van die leerstoornissen. Anderzijds weet ik niet of het goed is om iedereen een etiket op te plakken. Soms zijn er ook kinderen die daar misbruik van maken: ‘Ik moet me niet beheersen, want ik heb ADHD.’ Dat is natuurlijk ook niet juist.”

Als de gezondheid mee wil, dan moet je het geluk zelf maken

25 jaar pendelt ze tussen Kortrijk en Gent. Daar gaan wonen, was geen optie. “Want Frank is zot van Kortrijk, die kreeg je hier met geen stokken weg.” Zelf is ze eigenlijk van Moeskroen. “Ik had mijn lager onderwijs in het Frans gedaan, maar ik ben hier beland omdat mijn vader wou dat ik een tweetalige opvoeding genoot. En zo heb ik hier de liefde gevonden. We zijn al samen van toen ik 18 was.” Frans spreken doet ze alleen nog op vakantie. “Ik heb het nooit meer nodig, maar het blijft wel altijd een stukje van mij.”

En zo zie je maar hoe het kan gaan in het leven. Even goed woonde Agnes nu aan de andere kant van de taalgrens en was ze een volbloed Waalse. “Had gekund. Mijn vrienden waren van Moeskroen. Ik denk daar ook nog wel eens aan. Het zou anders geweest zijn. Ik vind Walen een heel andere cultuur hebben. Dat blijf ik voelen. Veel opener en veel vlotter in de omgang. Vlamingen moet je eerst de tijd geven om mekaar te leren kennen. Een Waal is direct super joviaal. Ik weet het, je mag niet veralgemenen, maar ik vind dat er toch echt wel een verschil is met de Vlamingen.”

Topkinderen

De liefde bleek in ieder geval sterker dan de Waalse jovialiteit. Intussen is Agnes al 42 jaar samen met Frank. “En hij is nog altijd de liefde van mijn leven,” lacht ze. “Het is de klik die er is, van de twee kanten. Ik ben blij dat we altijd samen zijn gebleven. Voornamelijk ook omwille van de kinderen. Frank staat in het lager onderwijs en daar zie je hoe kinderen soms lijden wanneer ouders uit elkaar gaan. Daarom alleen al. Nee, mocht ik de formule voor een langdurig huwelijk kennen, ik zou ze zeker aan iedereen verklappen. Het is geluk hebben, denk ik. En geen tegenslagen krijgen in het leven. Daar heb je natuurlijk niet altijd vat op.”

De terrassen zitten vol. We eten, we drinken, we leven. We moeten leren tevreden zijn

Agnes en Frank hebben drie kinderen. Doordat zij pedagoge is en hij onderwijzer zou je kunnen aannemen dat die jongens de perfecte opvoeding hebben gekregen. “Ik heb alleszins 3 topgasten“, giechelt ze. “Het zou wel leuk zijn, mocht dat aan hun opvoeding te danken zijn. Ze zijn opgegroeid in een gezin van onderwijzers en leerkrachten. Dus misschien. Hoewel, ze zeggen vaak dat zij die zeggen hoe het moet, het zelf niet kunnen.”

De nieuwe lente

Frank hoeft het zich niet meer aan te trekken. Hij gaat op zijn 62 met pensioen. Agnes wordt 60, maar wil nog zo lang mogelijk blijven doorgaan. “Ik doe mijn werk zo graag dat ik absoluut niet de drang voel om ermee op te houden. Ik ga zeker mijn tijd uitdoen en misschien nog langer dan nodig aan de slag blijven. Natuurlijk, het pensioen heeft ook zijn charme. Bijvoorbeeld de vrijheid hebben om niets te moéten. Dat is heel veel veranderd in vergelijking met vroeger. Destijds, als je 60 was, verwachtten ze dat je je kalm ging houden en dat het gedaan was. Er zijn nu nog mensen die hun pensioen aanvoelen als het einde, “de winter van mijn leven” noemen ze het. Ik heb dat gevoel niet. Voor mij breekt er een nieuwe lente aan wanneer ik niet langer hoef te werken. Tenminste, als de gezondheid goed is. In ieder geval, ik ben er nog niet klaar voor. Het moet nog even niet. Ik hou gewoon te veel van het lesgeven. Zo graag dat ik nauwelijks hobby’s heb. Jawel, onder de mensen komen. Mijn man en ik zijn allebei heel sociaal. Maar voor de rest is mijn werk mijn hobby. Erg hé. Ja, ik naai en ik brei soms. Een beetje handwerk om tijdens het tv-kijken bezig te zijn, kwestie van er zeker van te zijn dat ik geen tijd verspil.”

Mevrouw Agnes

“Lesgeven houdt me jong. Ik denk dat ik zo goed met mijn eigen kinderen kon omgaan, doordat ik wist van de studenten wat er leefde en wat er was. Ik leer zelf veel van de jongeren. Ze houden je wakker en alert. En met ouder worden, voel ik ook dat ik respect krijg voor wat ik weet en kan. Het is heel anders dan met kinderen werken. De mensen aan wie ik lesgeef, staan aan de rand van de volwassenheid. Dat is een heel leuk contact. Ze mogen me ook met mijn voornaam aanspreken. Ik heb daar geen problemen mee. Sommigen durven dat niet meteen. Ik zeg altijd tegen de studenten: ‘Noem mij zoals ij het meest op je gemak bent.’ Sommigen blijven ‘mevrouw’ zeggen, anderen proberen heel stilletjes met ‘Agnes’. Zo van: zou ik durven? Maar eenmaal ze in het derde jaar zitten, gaat dat vanzelf.”

We moeten leren zien wat we hebben in plaats van wat we niet hebben

Bij Agnes lijkt ook alles vanzelf te gaan. “Ik ben supergelukkig,” zegt ze op de vraag of ze gelukkig is. “Het leven lacht me toe. Ik zeg altijd: we zijn met vijven in het gezin en we zijn met vijven gezond. Eigenlijk vind ik dat al een acht op tien waard. Dus als je dat meezitten hebt, denk ik: oké, de rest moet je zelf maken. Dus ja, ik ben supergelukkig.”

Hou het positief

Aan een supergelukkig mens durf je al eens te vragen of ze nog mededelingen heeft voor de mensheid. Agnes aarzelt geen moment. “Probeer je geluk te maken. Hou het positief. Zoek naar de goeie dingen. Er zijn zoveel goeie dingen. Mensen vergeten dat. En zeker nu met de verkiezingen. Ik was er kapot van. Ik vind die verrechtsing zo erg. We hebben alles. Bekijk de hele sociale zekerheid. Ik vind het raar dat mensen ontevreden zijn. Je moet eens om je heen kijken. De terrassen zitten vol. We eten, we drinken, we leven. Dus moeten we dat eens herbekijken. Eens zien wat we hebben in plaats van wat we niet hebben. Dat zou ik willen meegeven aan iedereen.”