Actrice Martine Jonckheere over haar strijd tegen kanker: “Het cliché klopt, als we maar gezond zijn”

Martine Jonckheere zag haar leven recent overhoop gegooid worden. “Gelukkig ben ik goed omringd.” © Kris Van Exel
Bert Vanden Berghe

“Ik prijs me gelukkig.” Het zijn woorden die je niet verwacht van iemand die voor de tweede keer geconfronteerd wordt met borstkanker. Actrice Martine Jonckheere (66) is strijdvaardiger dan ooit. Wij spraken met haar aan de vooravond van Wereldkankerdag. “Het blijft een proces van aanvaarding.”

Het is de nachtmerrie van iedereen die ooit geconfronteerd werd met kanker. Ook die van Martine Jonckheere, met roots in Roeselare, die in 2006 al de strijd aanging met borstkanker. Vorige maand raakte bekend dat de kanker terug is, deze keer in haar rechterborst. Twee weken na haar tweede borstamputatie heeft Martine, ondanks de pijn, nog niet aan vechtlust ingeboet. Want Martine, die al heel wat tegenslagen in haar leven moest verwerken, is niet de persoon die zich snel neerlegt als er iets moeilijks op haar pad komt. “Ik ben altijd al een positivo geweest”, glimlacht ze. “Al gaat het de ene dag beter dan de andere. Het scheelt al als ik goed kan slapen. Ik ben geen rugligger, en dat ben ik nu verplicht omdat op mijn zij liggen te pijnlijk is. Zeker met een litteken van ongeveer 20 centimeter.”

Millimeterwerk

Vandaag (vrijdag, red.) krijgt ze de resultaten van de zware onderzoeken die ze onderging. “Het heeft even geduurd, maar ze willen niets over het hoofd zien. Dat is echt millimeterwerk. Ik heb wel schrik voor wat er komt, of kan komen, ja. Nu is dat wachten op die uitslagen erg vervelend. Vooral omdat ik niet graag stilzit en graag sport. Lopen met de hond zit er eventjes niet in, wandelen gelukkig wel. Maar ik voel wel elke stap. Ik moet er ook niet aan denken om nu pakweg de lenteschoonmaak te doen. Ik moet het in elk geval rustig aan doen, maar vreemd genoeg verveel ik me niet. Zo ben ik nu wat oude interviews aan het sorteren en schrijf ik ook columns. Dit alles is een oefening in geduld. En laat dat nu net niet mijn sterkste kant zijn.” (lacht)

Niet alleen de diagnose was een shock, ook de amputatie was een ingrijpende gebeurtenis. “Je weet ook dat je lichaam verandert, en dat je opnieuw door een proces moet van aanvaarding. Het verschil met de vorige keer is dat ik toen weinig tijd had om daar bij stil te staan. Ik moest zorgen voor mijn moeder die begon te dementeren, en negen dagen later stond ik alweer op de set van Familie. Ik denk niet dat ik zoiets zou kunnen vandaag. Vooral omdat ik toen een pak kostuumwissels had, en dat kon ik niet altijd alleen. Ze moesten helpen, maar na drie keer begonnen ze al te zuchten, wat niet zo fijn was natuurlijk. Maar ik wilde niet dat de productie zou stilvallen zonder mij.”

“Ik wil mezelf niet beklagen, want er zijn veel mensen in diezelfde situatie of erger”, stelt Martine Jonckheere.
“Ik wil mezelf niet beklagen, want er zijn veel mensen in diezelfde situatie of erger”, stelt Martine Jonckheere. © Kris Van Exel

Boeket bloemen

Martine moest evenwel kort voor de première afzeggen voor Café Beveren, de nieuwste theatervoorstelling van Het Prethuis. “Dat was met veel hartzeer, ja. Vooral omdat het een hele toffe bende was. Het was een stuk in het West-Vlaams en het klikte met iedereen. Vlak voor de première hebben ze nog een filmpje opgenomen om mij goeie moed te wensen en een dag later – toen ik onder het mes moest – kreeg ik een fantastisch schoon boeket bloemen toegestuurd. Dat doet deugd, omdat je voelt dat je iets betekent hebt voor de mensen.”

De reacties die Martine de afgelopen tijd ontving zijn niet bij te houden. “Het is dubbel. Aan de ene kant wil je dat het liefst in stilte kunnen verwerken, en aan de andere kant voel je dat mensen er moed uit putten. Omdat ze dan het gevoel hebben dat ze niet alleen zijn. Als Martine het kan, dan moet ik dat ook kunnen, zeggen ze. Dat is eigenlijk een mooi compliment. De vorige keer stak ik het ook niet weg (zo stond ze ooit met haar litteken op een cover en was ze gedurende 2 jaar meter van de borstkankercampagne Think Pink, red.). Veel mensen herkennen zich in de situatie en klampen mij dan ook aan. Dat is best heftig bij momenten. Meestal vragen ze hoe het gaat, en dan vertellen sommigen een kwartier, twintig minuten hun verhaal. Ik wil graag luisteren, maar ik kan het er niet altijd bij hebben. Ik zit ook met dat van mij. Ik heb geen probleem met een soort boegbeeld te zijn, maar als mensen zeggen dat ik hun laatste redding ben, dan heb ik het daar moeilijk mee. De vorige keer heb ik heel lang lezingen gegeven, maar na twee jaar kon ik het woord kanker niet meer horen. Op den duur begon ik dat onderwerp ook te vermijden. Al zijn er zo veel mensen die geconfronteerd worden met de ziekte. Je kan er echt niet rond.”

Kwinkslag

Toch wil Martine niet negatief zijn. “Het is wat het is. En ik ben heel blij dat ik goed omringd ben. Mijn man helpt waar het kan, en als ik het eens lastig heb, dan bleit ik eens goed en ga ik weer verder. Want ik wil mezelf niet beklagen, want er zijn veel mensen in diezelfde situatie of erger. Kijk maar naar die mensen in Oekraïne. Ik probeer het positief te zien, door te reageren met een kwinkslag of bepaalde zaken te relativeren. Want ik ben nog niet dood, hé. (lacht) Weet je, elk jaar wensen we elkaar een goeie gezondheid toe. En het is ook zo snel gezegd: als we maar gezond zijn. Je mag nog alle rijkdom ter wereld hebben, maar dat is wat écht telt. Ik hoop dat veel mensen steun of lichtpuntjes vinden als het moeilijk is.”