De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

10.000 trappen in Oostende: “Dit is de enige stad in West-Vlaanderen”

Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

De wereld verandert te snel. Hij gunt me geen marge meer. Zo rolde ik op de nationale feestdag door Oostende, ervan uitgaande dat de stad en de mensen aldaar vandaag niet anders zouden zijn dan ze anderhalve week geleden waren. Maar opeens lopen ze er allemaal gemaskerd bij. Dit is dus een verslag van een vervlogen moment. Oostende is niet meer wat het geweest is. Het is wat het nog niet was en wat het nooit meer zal zijn.

God is een Belg, denk ik nog, die morgen. 21 juli en het is stralend weer. In dat heerlijke ochtendlicht die de vroege zon over het strand uitstrooit, is Bavo Deprez aan het lopen. “Het beste moment”, zegt hij. “Als er nog niet veel volk op de been is, is het zalig om langs de branding te lopen.” Hij moet de zee zien, zegt hij, “om te zien of hij er nog ligt.” Ja, stel je voor dat iemand de stop heeft uitgetrokken en al het water is weggelopen. In deze tijden mag je alles mogelijk achten. Bavo is net afgestudeerd als ingenieur informatica. Een beroep waarmee je alle kanten uit kan. Maar hij blijft in Oostende. Al was het maar om ‘s morgens te kunnen rennen langs het strand. “Er is niets beter om je hoofd vrij te maken.”

De Supwuvn

Vlakbij aan surf-en zeilclub Inside in Oostende, dicht bij de Wellington Renbaan, is Floor De Vlieghe lessen pilates aan het geven aan een groep mensen “die efkes het hoofd willen leegmaken.” Blijkbaar zitten ze allemaal met die drang. Floor heeft een master in toerisme op zak, maar toen ze enkele jaren geleden met haar ‘Pilates aan Zee’ van die liggende lenigheidsoefeningen begon te geven, was de interesse zo overweldigend dat ze intussen fulltime met Pilates bezig is.

10.000 trappen in Oostende:

“Pilates is goed voor je ademhaling en je concentratie, voor je stabiliteit ook en om een gestroomlijnd en een lenig lichaam te krijgen”, dreunt Floor af alsof ze een sprekende reclamefolder is. “En wellicht hebben de darmen en de stoelgang er ook deugd van”, repliceer ik met een knipoog. Ze lacht maar heeft alweer een antwoord klaar: “Ja, als het aanvoelt alsof alles aan je binnenkant op elkaar gedrukt zit, dan ga je voelen dat je ruimte geeft aan je organen.”

Maar ze moet er vandoor. “Ik moet gaan suppen”, zegt ze. “Met de Supwuvn.” SUP blijkt een letterwoord voor Stand-Up Paddling, een mix tussen peddelen en golfsurfen. Iona Vanborm, een Gentse die al tien jaar in Oostende woont, heeft het clubje gesticht. “Je hebt de viswijven aan zee en ik dacht, als we dan toch gaan suppen, kunnen we ons gewoon ‘de Supwuvn’ noemen. We gaan het water op om eens een babbeltje te kunnen slaan, zonder dat een kind of een man ons aan het hoofd komt zeuren.”

Een plakkaatje

Aan het standbeeld van Leopold II bij de Drie Gapers is intussen een indrukwekkende politiemacht verzameld. Als de dreiging gaan liggen is, verdwijnen de vijf combi’s samen met de hondenbrigade. Len Lavens blijft hangen. Hij draagt een T-shirt waarop Leopold II staat afgebeeld met een bebloede hand erover. Len is uit De Haan, maar woont al 25 jaar met vrouw en kinderen in Oostende. “Op 15 minuten van de zee”, zegt hij. “Ik heb nog nooit een wagen gehad.” En zeggen dat hij als ambtenaar van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hele dagen met mobiliteit bezig is. Na de werkuren is hij activist. “Ik was ‘De Stoetsten Ostendenoare’,” out hij zichzelf, “en vorig jaar ging ik voor de verkiezingen in een blog regelrecht in de aanval tegen Tommelein. Tommelein is voor overleg, maar enkel met zichzelf”, zegt hij.

10.000 trappen in Oostende:

Op de nationale feestdag had Lavens samen met zijn kompanen van respectoostende.com “een beeldje van Lumumba in de Kaap willen afgeven, zodat de stad Oostende een eerbiedwaardig plekje had kunnen zoeken om het neer te zetten.” Een zoveelste symbolische actie van de ambtenaar om te pleiten voor het verplaatsen van het controversiële standbeeld. “Dit is hier de mooiste publieke plaats van Oostende voor iedereen”, legt Len uit. “En op zo’n plek zet je geen standbeeld van iemand die er verantwoordelijk voor is dat onder zijn bewind de helft van de Congolese bevolking stierf.” Een plakkaatje met enige toelichting volstaat lang niet volgens Lavens. “Dan moet je ook gruwelijke beelden ophangen van wat hij heeft aangericht. En dat kan niet op een openbare plek.” Lavens is niet van plan om zijn acties op te geven. De politie en haar honden kunnen hem niet afschrikken. “Ik vind het grappig dat ze hier zo massaal aanwezig waren. Het is alsof zij bang zijn van mij. Terwijl ik alleen maar een goed mens tracht te zijn. Ik wil in de spiegel kunnen kijken. En dan is nietsdoen geen optie.”

Een heiligdom

Daar vlakbij, als je onder de arcades doorloopt, is er links een deurtje dat toegang geeft tot het Koningspark. Het stamt nog uit 1903, de tijd dat er een Koninklijk Chalet stond langs de dijk. Ann Hoornaert uit Roeselare is er nooit eerder geweest. “Zalig, zo’n park vlakbij het water”, zegt ze. “Ik ben al zo vaak in Oostende geweest en ik had dit nog niet gezien.” Ze loopt door naar de Japanse Tuin die er is aangelegd in 2003. Een heiligdom waar je één kan worden met de natuur. Herman Mercelis en zijn dochter Rim vertoeven er ook. Zij zijn vier dagen op logement in het Thermae Palace Hotel. “Dat wou ik altijd al eens doen”, zegt de grafisch ontwerper uit Grimbergen. “Het is vergane glorie, maar de sfeer van weleer hangt er nog. En na de restauratie, waarvan sprake, zal zo’n verblijf misschien niet meer betaalbaar zijn.” Herman is in Oostende vooral op zoek “naar sporen van hoe het vroeger is geweest, terwijl Rim meer kickt op de beachclubs en de moderne architectuur.” Maar zij is degene die erop wijst dat “we een dag met die oude vissersboot zijn mee geweest, garnalen gaan vissen.” Herman glimlacht. “Rim houdt nogal van snelheid en zo’n boot gaat nogal traag, maar dat was wel een ideale manier om de kust te herontdekken.” Beiden vinden Oostende een aanrader. “Door de losse, nonchalante en aangename sfeer”, zegt Herman. Rim knikt en vult aan: “Andere badplekken zijn veel ouderwetser.”

10.000 trappen in Oostende:

Op de dijk kan je intussen over de koppen lopen. Gocarts, soms met tien mensen aan boord, zoeven door de massa. Marisa Iannucelli en Famke Janssen uit Maasmechelen zijn voorzichtiger. Ze zijn nog op zoek of het ding remmen heeft. Ze gillen en gieren alsof ze op een roetsjbaan zitten. Famke heeft niet de koelbloedigheid van haar naamgenote die met James Bond in ‘GoldenEye’ zat. Of ze vinden het gewoon gezellig om te joelen en te tieren. De dames zijn carnavalisten. “We zijn van het Maasland, daar zetten we graag een masker op”, kraaien ze. Benieuwd of ze dat nu ook even graag doen. “De billenkar is cultureel erfgoed”, zegt Jonathan Meseure. Hij is sinds een jaar vennoot van Nico Fun on Wheels op de dijk. Het valt trouwens op dat vooral mensen met een andere culturele achtergrond veel lol beleven aan de gocarts.

10.000 trappen in Oostende:

Dat merkt Jonathan ook. “Je hebt met mensen van iedere origine contact”, zegt hij. Dat vindt hij één van de troeven van zijn werk. “Ik deed hier 7 jaar een vakantiejob en ben er zo ingerold. Een heel moeilijk jaar om te starten,” geeft hij toe, “maar ik blijf het zalig vinden. Zie me hier, op de dijk. Voortdurend met mensen in contact. Ik ben heel veel in beweging en mijn studies bedrijfsmanagement komen ook van pas.”

Stad aan zee

Op de oosteroever is de visserij bijna volledig verdreven voor het Dubai dat er aan het oprijzen is. Best indrukwekkende bouwsels die helaas veel moois gewist hebben. Benieuwd of ze het ooit tot cultureel erfgoed zullen schoppen. Veel van de muurschilderingen die deel uitmaken van de Crystal Ship, een prachtproject dat de grootstedelijke allure van de Koningin der Badsteden nog vergroot, zullen vermoedelijk die kans niet krijgen.

10.000 trappen in Oostende:

Dicht bij Fort Napoleon, is Delphine Dept samen met haar moeder Linda op en hun twee Beawers op stap, energieke keffertjes die al even speels zijn als de dames zelf. Delphine woont intussen 20 jaar in Bredene en is er als imker aan de slag, haar ouders wonen in Spa. De dames worden lyrisch als ze het over de bossen hebben, maar al even vol lof zijn ze voor de zee. “Zeker in deze buurt,” zegt Delphine in een sappig Waals West-Vlaams, “je voelt hier de geschiedenis en het is hier wat wilder.” Linda glimlacht: “Wij zijn ook wat wilder.”

10.000 trappen in Oostende:

Stefaan Vandemaele voelt ook de geschiedenis. Hij is met Leonie Krämer, zijn Nederlandse geliefde, naar Oostende verhuisd uit het Gent waar hij als Geluwnaar sinds zijn studies was blijven hangen. Bijna 58 is hij. “En we willen hier samen oud worden. We hadden al lang iets met Oostende”, zegt hij. “Eerst dachten we dat we niet meteen iets zouden kunnen vinden.

10.000 trappen in Oostende:

Maar toen stootten we op dit appartement in Residence Beau Site.” Een van de vroegste appartementen langs de dijk. Het stamt uit ’46 en straalt klasse en stijl uit. “Oostende is de enige stad van West-Vlaanderen”, zegt Stefaan. “Ze zijn hier gewoon om veel vreemd volk te zien. En ze laten je met rust. Je hebt hier een zekere anonimiteit, zoals in echte grote steden.” Voor Debora Babidi en Christelle Mbonda, Antwerpse studenten die een dagje aan zee komen vertoeven, is er maar één keuze: “Wij zijn van dé stad”, schateren ze. “Al de rest is parking. En als we dan naar zee komen, dan naar de stad aan zee.”

Al het hele jaar zet reporter Kurt Vandemaele wekelijks 10.000 stappen in West-Vlaamse gemeenten. Deze zomer maakt hij daar 10.000 trappen van: met zijn billenkar rijdt hij de kust af op zoek naar kleine en grote verhalen. Het resultaat is een onnavolgbaar verslag – soms hilarisch, vaak ontroerend. Volgende week trapt hij in Zeebrugge.

10.000 trappen in Oostende: