Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
10.000 trappen in Nieuwpoort: “Als het goed weer is, kan je nergens beter zijn”
Mijn wekelijkse rondrit door de Vlaamse kustgemeenten moet eigenlijk een langgerekte reisvertelling worden, waarin toevallige ontmoetingen het verhaal maken en kleuren. ‘s Morgens heb ik er geen idee van met welke verhalen ik zal thuiskomen. Het hangt af van de figuren die mijn pad kruisen en wat zij me te vertellen hebben, van de temperatuur ook en van de richting waarin de wind me uitwaait. Maar nu mensen nog meer dan anders achter maskers verscholen zitten, wordt het niet makkelijker.
Hoewel, laat mensen vertellen en ze storten hun hart uit. Op een terrasje op de dijk zit Viviane Kerkhove uit Marke met haar vriend Dirk Debel uit Deinze van een biertje te genieten. Ze huren een huisje over de tramroute, dat ze via het internet gevonden hebben. Daar hebben ze ook elkaar gevonden. Niet zo lang geleden. Ze hadden allebei in 2016 hun partner verloren. “Mijn man lag dood in de keuken”, zegt Viviane.
Dirk ging in datzelfde jaar zeven maanden lang ‘s nachts werken om tijdens de dag zijn geliefde te kunnen bijstaan. Ze had keelkanker. Met iedere slok komt hun verhaal wat meer naar boven drijven. Ook Viviane heeft inmiddels met de verschrikkelijke ziekte te maken gehad. “Vorig jaar, wij waren net van plan om het Pinksterweekend naar hier te komen. In plaats daarvan werd ik geopereerd. Dankzij hem.”
Ze wijst naar haar Dirk. “Zelf had ik er geen zin in. Hij heeft me aangemoedigd, gesteund. Zonder hem was ik er niet meer.” Ze wrijft liefdevol over zijn kruin. “Het is waar hé…” Hij knikt en lacht verlegen. “Het is echte liefde”, zegt ze. “Voor altijd.”
Een beetje wemeling
Ze werken allebei in de textiel. Zij als stikster bij Kovantex, een familiebedrijfje in Harelbeke waar tapijten worden gemaakt, hij bij Liebaert in Deinze. “Daar maken we vooral lingerie en sportmateriaal.” Viviane knikt. “De ideale adviseur als je een bh nodig hebt.”
Dirk beaamt het: “Als ik een vrouw zie lopen, kan ik zeggen welk merk van bh ze aan heeft”, gniffelt hij. Of hij dan aan het werken is, als hij naar een andere vrouw haar boezem kijkt? “Dat doet hij niet”, zegt Viviane met een zelfverzekerde glimlach.
Het is bloedheet die middag, maar er staat een stevige bries. Ter hoogte van de strandtoegang aan de Henegouwenstraat liggen Kurt Bruynsteen en Kathy Top uit Langemark achter een duin verscholen, onder een parasol. Een tafeltje en een portatief radiootje voor de sfeer. Het lijkt een retro-tafereeltje. Was het nu 60, 70 of 80? Ik heb met moeite een woord gezegd of ik weet al dat ze twee zonen hebben en op 21 juli 25 jaar getrouwd waren. Sinds een jaar of vier hebben ze een appartement in Nieuwpoort.
“Dat is een jongensdroom”, bekent Kurt. “We voelen ons hier thuis. Als kind hebben we allebei heel vaak op het strand gezeten. Het geluid van de meeuwen, de geur de zee en van de wafels op de zeedijk, de bonte kleuren, de gocarts. Het is nostalgie. Ik herbeleef mijn kindertijd. Wij zijn zeemensen.” Kathy die niet alleen Top heet, maar ook top is volgens haar man, is dezelfde mening toegedaan: “Eigenlijk houden we van de drukte. We gaan niet naar de plekken waar er geen volk is. Er moet een beetje wemeling zijn”, zegt ze. Maar geen toestanden zoals aan de Oostkust: “Het is hier zeker geen overrompeling. Het is ook allemaal in goeie banen geleid. De dijk is breed genoeg en mooi in tweeën gedeeld.”
Soms gaan ze ook naar Frankrijk. Maar dit jaar blijven ze thuis. “Als het goed weer is, kan je nergens beter zijn dan in België. Het is hier de hemel op aarde”, aldus Kurt. En met hier bedoelt hij vooral, “aan onze Westkust. Ja, die vinden we sowieso toffer dan de Oostkust.”
Men zegt weleens dat Nieuwpoort het Knokke van de Westkust aan het worden is. “Knokke is meer voor fils à papas,” zegt Kurt. “Nieuwpoort is van werkende Vlamingen. Meer conservatieve mensen. Nog veel katholieken ook.” En Kathy pikt in: “Ja, we gaan hier af en toe naar het Sint-Bernarduskerkje. Nu in coronatijden is er geen mis, maar als je er anders tijdens het weekend naar de mis gaat, zit het kerkje stampvol.”
Het strand zit niet vol. Veel volk, maar iedereen heeft ruimte. De zee is nog maar net aan het opkomen. Dat kan je best van al zien aan ‘Men’, zo heet het werk van Nina Beier dat er al sinds Beaufort 2018 staat te pronken. Straks staat het water de ruiters te paard aan de lippen. Beier noemde haar werk ‘Mannen’, maar wellicht moet die titel uitgesproken worden met een lange zucht erachter. Want de kunstenares kocht afgedankte standbeelden op en klitte ze samen.
Het waren beelden van krijgers, polospelers en jockeys die een paard onder hun zitvlak nodig hadden om bewondering te oogsten. Opdat we er zouden naar opkijken. Als het water stijgt is duidelijk dat ze ook maar mensjes zijn. Sommigen zitten op een schildpad, zoals Jan Fabre, op het plein bij de Havengeul dat in 2018 ook naar hem genoemd werd. Dat was kort voor er een aanklacht kwam van een hele kudde van zijn danseressen wegens grensoverschrijdend gedrag. Wellicht dondert hij vroeg of laat ook uit zijn zadel.
plastieken droomwereld
Zoals de schildpad van Fabre glanst, zo glanst Nieuwpoort de laatste jaren. Iedereen wil er zijn. De parallel lopende Dienstweg Havengeul is intussen volgebouwd met grote blokken, waarrond alles proper is aangelegd. Het lijkt een beetje Disneyworld, een soort plastieken droomwereld. Wat niet betekent dat er geen echte mensen in de buurt zijn. Zoals Jacques en zijn zoon Mickaël Rivière uit Boezinge.
Jacques is sinds mei met pensioen. Hij was oorspronkelijk uit Komen en Franstalig. “Een taal leer je in bed”, zegt hij in een West-Vlaams dat ik hem niet kan verbeteren. “Dan zijn jij en je vrouw goed in bed”, lach ik terug. Jacques en z’n zoon zijn hun boot, de Jacky I, in de haven met de lans aan het afspuiten. Ze zijn die morgen op zee geweest.
“Maar we zijn binnengekomen van miserie”, gniffelt Jacques. Ja, nu kan hij lachen. “Het was beangstigend. Het kustweerbericht sprak van twee of drie beaufort, het was er vijf of zes.” Ze doen aan sportvissen, met de lijn. “Maar vanmorgen hebben we nauwelijks iets gevangen. We zijn meer geschud geweest dan wat anders.” De zoon schudt nog. Dit keer gewoon van ja. “Het is geen grote boot,” zegt hij, “en als je dan in putten valt van een meter of anderhalve meter, dan moet de ene de hele tijd op de uitkijk staan, terwijl de andere stuurt.”
Jacques is blij dat hij het avontuur heeft overleefd. “Ik neem hem al mee vissen van toen hij een jaar of vier was. Eerst op de vaart, later op zee. Dat schept een band. Ik heb ook dochter. Als zij meekomt, is het voor een pleziertochtje. Niet om te vissen. Vissen is voor mannen, een vuile boel”, schatert hij. Ook ‘s winters gaan ze vissen. “Bij de wrakken”, zegt Mickaël, “35 of 40 km de zee in. Een stuk verder.”
Francis Lannoy zit met zijn vrouw en enkele vrienden op het terras van de Koninklijke Yachtclub. Ze hebben net gegeten. “Het is hier altijd goed, zeker als Huguette ons bedient. Ze is hier vast al 20 jaar. De zaak is intussen wellicht vier keer of vaker van uitbater veranderd, maar Huguette blijft.”
En Francis en zijn vrouw Delphine Deleersnyder blijven komen. “We zijn gaan varen met de zeilboot van mijn vader. Die is al jaren lid van de club. We zijn van Kortrijk, maar als van kindsbeen af bracht ik ieder weekend in Nieuwpoort door. Mijn vader stond me op vrijdagavond op te wachten aan de schoolpoort en dan reden we recht naar hier. Zelf verblijven wij nu in Oostduinkerke, want Nieuwpoort is te toeristisch geworden. Die winkelstraat achter de dijk is een jammere zaak. Je komt toch niet naar zee om te shoppen”, gromt ie.
Visser op het droge
Danny Huyghebaert heeft Nieuwpoort ook zien veranderen. De Surcouf, een oude vissersboot, ligt er aangemeerd naast het pakhuis waar Danny zijn firma heeft. Danny is 27 jaar visser geweest, maar blijft ook al jaren op het droge. “Begin de jaren 2000 moest ik er na een zwaar arbeidsongeval mee stoppen”, zegt hij.
Hij betreurt het nog. “Het is het mooiste beroep dat er bestaat. Niet een dag gelijkt op de andere als je op zee gaat. De stroming is anders, de wind is anders, de zee is anders, de grond is anders.” Zelf lijkt hij ook niet meer op wie hij was. Hij heeft zich in de loop der jaren ingezet voor een meer duurzame visserij, was een van de oprichters van NorthSeaChefs en samen met zijn zoon runt hij intussen al 10 jaar een bedrijf “waar we vis fileren, portioneren en verpakken”, zegt hij.
“We zijn begonnen met 5 ton per jaar en verzetten tegenwoordig al 111 ton per jaar.” Hij is tevreden over wat Nieuwpoort voor de visserij doet, “maar de vismijn zou eens een beurt mogen krijgen”, zegt hij. “Vooral de veilinghal is dringend aan renovatie toe. Goed dat het er allemaal authentiek is, maar het is ook allemaal oud en versleten en wellicht zelfs niet meer volgens de normen. Maar goed, ze zijn ermee bezig.” Kwestie van het karakter van weleer te bewaren en toch mee te zijn met de tijd. Het gezellige marktplein, straatjes waar het heerlijk flaneren is en cafeetjes, restaurants en ijssalons. Zoals ‘Cornet de la mer’, waar Tania Clarys ook een B&B runt.
“Juli was goed, augustus ziet er minder uit. Met de heropflakkering van de corona is iedereen voorzichtiger geworden”, zegt ze. Je kan binnen zitten of op het terras. “Of je nu hier een zitplek inneemt of niet, je mag je maskertje even laten zakken, om aan je ijsje te likken.” Da’s twee keer fris voor de prijs van één.
p>
Al het hele jaar zet reporter Kurt Vandemaele wekelijks 10.000 stappen in West-Vlaamse gemeenten. Deze zomer maakt hij daar 10.000 trappen van: met zijn billenkar rijdt hij de kust af op zoek naar kleine en grote verhalen. Het resultaat is een onnavolgbaar verslag – soms hilarisch, vaak ontroerend. Volgende week trapt hij in Zeebrugge. p>
10.000 stappen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier