Vincent Van Quickenborne (Open VLD) is de enige West-Vlaming in de nieuwe federale regering. Zijn ambitie? Voor rock-‘n-roll zorgen op Justitie. Maar ook: de Noordzee voluit op de kaart zetten. Waarom zijn partij dan toch koos voor Vivaldi en niet voor paars-geel met N-VA? “Omdat er federaal met Bart De Wever niet samen te werken valt.” Zet u schrap voor het pittige maideninterview van de liberale vicepremier.
L’histoire se répète. Negen jaar geleden werd Vincent Van Quickenborne een eerste keer vicepremier voor de liberalen. Ook toen nam hij zijn intrek in de Financietoren, een wolkenkrabber in het hart van Brussel. Het is daar dat we afspraak hebben. De Kortrijkzaan vertelt enthousiast hoe hij dit kabinet negen jaar geleden liet inrichten. De open werkomgeving, de moderne keuken, de ruime vergaderzaal met veel lichtinval. “Er is nog niets veranderd. Toen ik vertrok, is Alexander De Croo hier gekomen. Kijk daar (wijst naar een hoek). Hij moet zijn archiefdozen nog komen halen. (grijnst) En nu zit ik hier terug. Zelfs de stoelen zijn dezelfde gebleven.”
Quick is blij weer minister te zijn. Al was het geen makkelijke stap, benadrukt hij. “Ik was met veel goesting aan mijn tweede termijn als burgemeester begonnen. Maar als de premier je vraagt om minister te worden, dan doe je dat. Dit is een grote uitdaging.”
Eén jaar geleden zei u nochtans in ‘De Zondag’ dat u neen zou zeggen als ze u bellen om minister te worden.
“I know. Maar dit zijn uitzonderlijke omstandigheden. Wie had toen deze coronacrisis kunnen voorspellen? Dit is de grootste crisis na Wereldoorlog II, hé. En Kortrijk is in goede handen met Ruth Vandenberghe. Zij is de eerste vrouwelijke burgemeester, maar veel belangrijker nog: zij heeft grote kwaliteiten. Wie weet doet ze het straks beter dan ik. We krijgen veel positieve reacties binnen over die keuze.”
Er zijn ook mensen die u van woordbreuk beschuldigen.
“Ik weet dat. Maar weet u wat écht belangrijk is? Eén: dat Kortrijk goed blijft draaien. Ik geloof daarin, want er is een sterk team aan zet. En twee: dat ik goed werk lever in Brussel. Deze regering wil het vertrouwen van de burger terug winnen. Als dat lukt, zal niemand daar nog over praten. Bovendien: ik laat Kortrijk niet los, hé. Als we straks een nieuw station en een nieuw voetbalstadion willen, kunnen mijn connecties goed van pas komen.”
Hebt u met uw vrouw overlegd?
“Absoluut. En zij vond ook dat ik dit moest doen. Ze zei: Als één iemand justitie kan veranderen, dan ben jij dat. Ik geloof haar. Anders was ik er niet aan begonnen. Ik vertrek ook niet van een wit blad: ik ben jurist van opleiding.”
U bent ook papa van twee. Wat vinden zij ervan?
“De kleinste is amper één jaar. Die kan nog niet praten. De oudste, Bo, is vier jaar. (plots zacht) Ik breng haar elke ochtend naar school. Elke dag sinds 1 september, zonder uitzondering. Dat is zo’n mooi momentje. (even stil) Dat is niet meer gelukt sinds ik minister ben. En ik weet dat dat de komende jaren niet meer zal lukken.”
U hebt het moeilijk, voel ik.
“Dat is zo. (lange stilte) Dat valt ook moeilijk uit te leggen aan een kind. Ik heb haar moeten zeggen dat papa de komende tijd vooral in Brussel zal zitten. Dat doet pijn. Ik heb het vooral daar moeilijk mee. Een minister is zelden thuis. Zal ik de kinderen de komende vier jaar zien opgroeien? Ik zal proberen één dag per week thuis te zijn, de zondag. Ik hoop dat dat lukt.”
(lees verder onder de foto)
Is er een groot verschil tussen de Van Quickenborne van negen jaar geleden en die van nu?
(weer op dreef) “Ik denk dat wel. Ik ben vooral diplomatischer geworden. Als ik toen een stelling innam, wou ik daar amper van afwijken. Weet u wat mij veranderd heeft? Het burgemeesterschap. Een burgemeester, zeker van een centrumstad, moet een teamplayer zijn. Die moet verschillen overstijgen en oplossingen zoeken. Ik voel dat ik dat beter kan dan vroeger.”
Zijn de wilde haren verdwenen?
“Enkele, maar niet allemaal. (lacht) Ik wil voor rock-‘n-roll zorgen op Justitie. Dat zijn die wilde haren. Maar ik zal dat in alle ernst doen. De uitdaging is groot. Dit is wellicht het moeilijkste departement. Je werkt ten eerste met een rechterlijke macht die onafhankelijk is. Je kan ten tweede elke dag met een zware crisis geconfronteerd worden. Denk aan de aanslagen. En je zit ten derde met een negatief imago. Ik wil dat omkeren. Er gebeuren veel goede dingen op justitie. De mensen moeten dat te zien krijgen.”
Waarom wou uw partij zo graag dit departement?
“Om twee redenen. Voor het eerst in twintig jaar wordt het budget serieus opgetrokken. Het totaalbudget is een kleine 2 miljard euro. Daar komt 300 miljoen euro bij. Dat is nodig om de problemen aan te pakken. En twee: Egbert (Lachaert, de voorzitter, red.) en Alexander waren ervan overtuigd dat ik dit goed zou doen. Ik voel veel vertrouwen. Dat is ook omgekeerd het geval. (enthousiast) Ik geloof rotsvast in de kwaliteiten van Alexander. We zitten met de partij weer in de cockpit van de politiek. Wie had dat kunnen denken? Dat is het indrukwekkende werk van onze voorzitter.”
Wat kan u al vertellen over uw plannen?
“Er zijn drie grote opdrachten. Eén: de straffeloosheid tegengaan. Dat is cruciaal. Zal tegen 2024 élke straf uitgevoerd worden? Neen. Wie dat zegt, schept onrealistische verwachtingen. Maar we gaan wel merkelijk méér straffen uitvoeren. Twee: justitie moet sneller werken. Wie wordt opgepakt, moet snel berecht worden. Dat is lik-op-stukbeleid. En drie: justitie moet meer menselijkheid tonen, ten aanzien van slachtoffers én van daders. Gevangenen verdienen een tweede kans. Vandaag wordt te weinig aandacht besteed aan re-integratie. Gevangenissen zijn soms vergeetputten. Gevolg: hoge recidive. Dat moet beter. Wist u dat er in Ruiselede een boerderij-gevangenis is, waar gevangenen weer leren werken, zoals koeien melken en fruit plukken? Dat is een mooi voorbeeld. Ik ben voorstander van kleinschalige modellen.”
U hebt een Kortrijkse voorganger op Justitie, Stefaan De Clerck (CD&V). Zal u hem om raad vragen?
“Zéker. Ik zou graag een gesprek hebben met hem. Ik vind dat evident. Ik wil dat doen met al mijn voorgangers. Je kan maar bijleren van die mensen. En als je toch niet bijleert, dan kan de koffie maar smaken.” (grijnst)
U bent ook bevoegd voor de Noordzee.
(pikt in) “Dat heb ik zélf gevraagd. Ik wou dat graag doen, ook omdat ik de enige West-Vlaming ben. Ik verwijs naar mijn voorganger Bart Tommelein (Open VLD) die dat thema op de agenda heeft gezet. Wij zijn wereldwijd pionier van windmolens op zee. Er staan er intussen 400 op de Noordzee. Dat aantal zal verdubbelen tegen 2030. Dat is twintig procent van ons elektriciteitsverbruik. (enthousiast) Maar de Noordzee is meer dan dat. Dat is ook aquacultuur, mosselkwekerij, visserij. Ik ben eigenlijk bevoegd vanaf de befaamde … Allez, hoe noemt die lijn nu weer? (kijkt naar zijn woordvoerder) Zoek jij dat eens op, Sander?”
U spreekt over Tommelein. Is die ruzie al bijgelegd?
(knikt) “Hij heeft zelfs een bericht gestuurd om mij te feliciteren en uit te nodigen in Oostende. Ik zal daar graag op ingaan. Maar dat was al eerder bijgelegd. Ik heb Bart vlak na de voorzittersverkiezingen gebeld. Ik heb hem uitgelegd waarom ik voor Egbert koos. Dat was uit overtuiging. Dat was geen keuze tegen Bart.”
U stapt nu wel in een paars-groen verhaal, waar Lachaert en u tegen revolteerden. Vanwaar die ommekeer?
“Ik had gehoopt dat het zou lukken met N-VA. Echt waar. Toen Egbert formateur was, probeerde hij een Arizona-coalitie op te zetten. Dat was met N-VA, maar zonder PS. Echter: achter zijn rug begonnen PS en N-VA gesprekken te voeren. Dat heeft geleid tot hun fameus kaartenhuisakkoord (doelt op het akkoord Magnette-De Wever, red.). Drie zaken stonden ons daarin absoluut niet aan. Eén: daar zaten pestbelastingen in, zoals de meerwaardebelasting, die slecht zijn voor ondernemers. Twee: daar stond voor 16 miljard euro in aan ongedekte uitgaven. En drie: de plannen op vlak van staatshervorming waren echt wel bric-à-brac.”
“De Wever liet echter verstaan dat dat akkoord te nemen of te laten was én dat wij de MR moesten lossen. Dat is niet ernstig. Toen wisten wij: met De Wever valt er federaal niet samen te werken. Dat was het keerpunt. Bovendien heeft hij toen vreselijke dingen gezegd over Egbert op televisie. (zwijgt even) Vlak daarna is er vertrouwen gegroeid tussen de zeven partijen die nu de regering vormen. Vertrouwen is essentieel in de politiek. Ik durf haast zeggen dat dat essentiëler is dan inhoud.”
(lees verder onder de foto)
Zes jaar geleden kon een akkoord wel met De Wever. Wat is er dan veranderd?
(plots feller) “U hebt de politiek toch gevolgd de voorbije jaren? Marrakesh. Dat is wat er veranderd is. N-VA heeft de vorige regering opgeblazen. Dat was misschien het echte keerpunt. En waarom? Wie weet eigenlijk wat in dat migratiepact stond? Dat waren enkele algemene principes die al in de wetgeving vervat zitten. Dat was niets meer dan dat. Door die beslissing is ook Vlaams Belang weer groot geworden. N-VA betaalt vandaag de prijs van Marrakesh.”
U moet als vicepremier de blauwe lijn verdedigen. Wat wordt dat?
“Er zijn twee belangrijke blauwe lijnen. De eerste: géén fiscale pesterijen. Dat betekent geen meerwaardebelasting, geen extra belasting op bedrijfswagens, enzovoort. En de tweede lijn: we leveren stevige inspanningen op sociaal vlak, zoals hogere pensioenen, maar we koppelen dat aan échte hervormingen. En dat zal lukken. Ik heb daar geen schrik van. De zeven partijen gaan respect tonen voor elkaars gevoeligheden.”
Er komt wel een vermogenstaks. Waarom laat u dat passeren?
(op dreef) “Dan hebt u niet goed geluisterd. Er komt een bijdrage van de allerrijksten. Maar we gaan niet belasten op vermogen. Er komt geen vermogenskadaster. De regering zal een oplossing zoeken in de financiële wereld. Wellicht zullen grote transacties belast worden. En de opbrengst zal integraal naar volksgezondheid vloeien.”
U noemde vorig jaar een begroting in evenwicht een voorwaarde voor uw partij. Wat blijft daarvan over?
(feller) “Hallo, corona? Neen?”
Hallo, volgende generatie?
“Ik weet dat wel. Luistert. We komen van een tekort van vijf procent. Een evenwicht tegen 2024 is onmogelijk te halen. We stippelen wel een traject uit om dat tekort jaarlijks terug te dringen en tegen 2030 een evenwicht te halen. En hoe doen we dat? Door de werkzaamheidsgraad op te trekken naar tachtig procent. Dat zal een winst betekenen van vele miljarden.”
Is deze regering de laatste kans voor het voortbestaan van ons land?
“Dat is te zwaar uitgedrukt. Wij willen wel het vertrouwen in de politiek herstellen. Dat is een grote verantwoordelijkheid. (enthousiast) Ik geloof daarin. Deze regering kan een nieuwe start zijn voor de politiek. Je ziet dat aan de diverse samenstelling. Je voelt dat aan de taal van de premier. Wij willen samenwerken, niet kibbelen.”
U bent de enige West-Vlaming in de regering. Is dat niet nadelig voor onze provincie?
“Maar neen. Ik ben geen kleine jongen, hé. (grijnst) En er is nog Hilde Crevits in de Vlaamse regering. Liever twee sterke ministers dan vier zwakke. Ik zou me geen zorgen maken. (aan zijn woordvoerder) Zeg Sander, weet gij al hoe die lijn noemt? Hoe? Ah, de laagwaterlijn. Dat is dus de grens tussen het strand en de zee. Voilà. We zijn er. (op dreef) Weet u wie mij ook een bericht stuurde? Onze sheriff, Carl Decaluwé. Hij had me graag op Binnenlandse Zaken gezien.” (lacht)
Vincent Van Quickenborne p>
Geboren op 1 augustus 1973 in Gent. p>
Licentiaat in de Rechten (KU Leuven). p>
Woont in Kortrijk met zijn vrouw Anouk en kinderen Bo (4) en Scott (1). p>
Werd in 1999 senator voor Volksunie/ID21. Stapte in 2002 over naar Open VLD. p>
Zetelt sinds 2003 in de federale Kamer. p>
Was lid van de federale regering van 2003 tot 2012, achtereenvolgens staatssecretaris, minister en vicepremier. p>
Was burgemeester van Kortrijk van 2013 tot 2020. p>
Is vandaag vicepremier en minister van Justitie en de Noordzee. p>
Cobbaert & Gheysen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier