Sander Loones nodigt Jan Durnez uit: “Een akkoord met Vlaams Belang zal niet lukken”

Sander Loones en Jan Durnez. © JOKE COUVREUR
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

“Je moet elkaar iets ‘jeunen’. Anders kom je nergens, niet in het leven, niet in de politiek.” Aan het woord is Jan Durnez, éminence grise van CD&V. De man ziet met lede ogen aan hoe de politiek haar energie verspeelt aan futiliteiten. Voor Sander Loones, West-Vlaams boegbeeld van N-VA, heeft de Ieperling wél lovende woorden veil. Het respect tussen de twee is groot. Opvallend: de droom van een eengemaakte partij is niet ver weg.

Hondschoote, Vlaams dorp aan de Franse kant van de schreve. Het is maandagvoormiddag en vrieskoud. De warme begroeting tussen Sander Loones (43) en Jan Durnez (69) doet het ijs ontdooien. Deze laatste – voormalig senator, Vlaams parlementslid, deputé en burgemeester – wijst op de fraaie voorgevel van het statige stadhuis. “Vlaamse architectuur”, zegt hij. Ooit was deze regio deel van het graafschap Vlaanderen. De twee heren kennen elkaar vooral van de EGTS, een platform dat samenwerking stimuleert tussen onze provincie en het noorden van Frankrijk. Vandaar dat we hier afspreken. Durnez heeft ook een grote fles bier mee voor elk: een Goudale, van een brouwerij in Saint-Omer. “Het beste bewijs dat deze streek wel degelijk Vlaanderen is”, lacht hij.

We doen het gesprek in la salle d’honneur, de riante raadzaal van de gemeente. De burgemeester komt even gedag zeggen en laat koffie brengen. “Ik voel me thuis in deze streek”, zegt Sander Loones, ooit kortstondig Defensieminister, vandaag federaal parlementslid. “Ik kom hier graag voor de natuur, voor de cultuur en zelfs voor het identitaire. Vlaming-zijn is hier geen politiek statement, maar deel van de cultuur, een evidentie. Dat vind ik mooi.” Durnez knikt bevestigend: “De mensen hier voelen zich Vlaming in Frankrijk. Je kan dat zien aan de cultuur en soms zelfs aan de taal. Ik stel vast dat er weer meer initiatieven komen om Nederlands te leren in het onderwijs.”

Loones: “En de taal zal nog belangrijker worden. Er zijn veel Fransen die naar onze provincie komen om te werken. (fijntjes) Meer Fransen dan Walen zelfs. Een opvallende vaststelling.”

Durnez: “De vraag zal zijn welk Nederlands ze leren: de officiële taal of het aloude Vlemsch. Deze streek heeft zo’n boeiende geschiedenis. Wist je trouwens dat de Vlamingen op het einde van de achttiende eeuw er bijna in geslaagd waren om de Oostenrijkers buiten te zetten? Het is echter misgelopen door een discussie tussen Veurne en Ieper over de macht. Gevolg: de Oostenrijkers zijn mogen terugkeren.”

Loones: “Zo zie je maar hoe machtig de burgemeester van Ieper is.” (lacht)

Waarom hebt u het grootste respect voor Jan Durnez, meneer Loones?

Loones: “Omdat hij ten eerste een minzaam man is, altijd een zegen. Hij combineert deze gave met overtuiging én daadkracht. Een prachtige combinatie. Bovendien is Jan een streekpoliticus pur sang. Hij heeft een ideaal evenwicht gevonden tussen lokale en nationale politiek. Dat is iets waar ik ook naar streef.”

Durnez: “Dank u, Sander. Wat je zegt, klopt wel. Je moet elkaar iets jeunen. Dat heb ik altijd voor ogen gehouden. Anders kom je nergens, niet in het leven, niet in de politiek.”

Loones: “Je hebt eigenlijk twee soorten bestuurders. Zij die iets kunnen toegeven om zelf iets te bereiken en zij die liever niets bereiken dan iets toe te geven. Helaas zitten er van deze laatste groep te veel in de politiek. Vooral op Belgisch niveau zien we dat het onmogelijk wordt om grenzen te overschrijden.”

Sander Loones en Jan Durnez met journalist Paul Cobbaert.
Sander Loones en Jan Durnez met journalist Paul Cobbaert. © JOKE COUVREUR

Durnez: “Ooit wilden we minder verkiezingen om de burger niet te veel lastig te vallen. Maar nu er minder verkiezingen zijn, zitten de partijen voortdurend in campagnemodus. Je zou bijna gaan denken dat ze weer meer verkiezingen willen.”

Loones: “Wat ook niet helpt, is dat je zeven partijen nodig hebt om een regering te vormen. Maar dat is natuurlijk de veruitwendiging van een fundamenteler probleem, namelijk dat België niet meer werkt.”

Volgt u het parcours van Sander Loones, meneer Durnez?

Durnez: “Jawel, en ik heb de voorbije weken met genoegen zijn manoeuvres over de begroting gevolgd. Ik hou van politieke debatten die onderbouwd zijn. Dat was hier het geval. Sander heeft een dossier opgebouwd op basis van feiten. Hij heeft aangetoond met cijfers dat er grote fouten zaten in de begroting. Dat is je werk doen als lid van de oppositie en daar kan ik van genieten.”

Loones: “Macht heeft tegenmacht nodig. Dat zorgt ervoor dat iedereen scherp blijft.”

Deed het u genoegen dat de bevoegde staatssecretaris Eva De Bleeker (Open Vld) ontslag nam?

Loones: “Neen. Ik weet wat het is om vroegtijdig te stoppen als minister. Wij hebben met N-VA destijds zelf de keuze gemaakt om uit de regering-Michel te stappen. Dat was een bewuste keuze, maar je moet vervolgens wel de mensen van je kabinet de pijnlijke boodschap brengen dat ze zonder werk vallen. Voor Eva moet het nog moeilijker geweest zijn, omdat ze – laat ons maar eerlijk zijn – gedwongen is door haar partij om ontslag te nemen. Dat had niet gehoeven voor mij. Zij wou transparantie bieden. Het is de premier die fouten heeft gemaakt.”

Meneer Durnez, u kent de machinekamers van de macht. U hebt ook vele jaren op kabinetten van ministers gewerkt. Zou u vandaag nog graag meedraaien in de politiek?

Durnez: “Toch wel, want het blijft een boeiende wereld. Bovendien zijn de mogelijkheden alleen maar groter geworden. Helaas wordt te veel energie verspild aan marginale zaken om in de media te komen, aan de tweet van de dag. Futiliteiten worden opgeblazen tot zaken van staatsbelang. Het effectief bestuur lijdt daaronder. (even stil) Ik vraag me dikwijls af: hoe geraken we hier weer uit?”

Dat is de vraag die ik u wou stellen.

Loones: “Weet je wat ook het probleem is? Dat populistische partijen, zeg maar de twee radicale partijen (doelt op PVDA en Vlaams Belang, red.) electoraal succes boeken met beloftes die ze nooit kunnen waarmaken. Zij willen bovendien geen beleid voeren. Dat maakt het moeilijk voor partijen die wél beleid willen voeren. Ook de kiezer is hier mee verantwoordelijk voor. Ik vind dat dat wel eens gezegd mag worden. De kiezer stemt helaas voor partijen die onrealistische beloftes doen. Al moeten we ook naar onszelf kijken. De politiek heeft eerst de illusie gecreëerd dat ze alles kan oplossen. Een logisch gevolg daarvan is dat de mensen minder verantwoordelijkheid opnemen.”

Jan Durnez: “Een versterking van het centrum zou welkom zijn. N-VA en CD&V leunen op veel vlakken nauw tegen elkaar aan.”
Jan Durnez: “Een versterking van het centrum zou welkom zijn. N-VA en CD&V leunen op veel vlakken nauw tegen elkaar aan.” © JOKE COUVREUR

Durnez: “Dat is geen goede evolutie. Ik volg je daarin. Het doet me denken aan mijn kindertijd in de lagere school van Loppem, een gemeente waar in die tijd het kasteel de plak zwaaide. Als je iets nodig had, dan moest je naar het kasteel. Zij waren de bazen en de weldoeners. Vandaag heeft de politiek deze rol overgenomen. Zie de geschenkjes die ze uitdeelt in deze energiecrisis. De politiek wil veel te veel bepalen. Het goede nieuws is: deze evolutie kan gekeerd worden.”

Loones: “We moeten de mensen meer vertrouwen geven. Als we dat doen, zullen ze ook meer verantwoordelijkheid opnemen. Dat is mijn overtuiging. Ik ga een voorbeeld geven. Het is toch al te gek dat er in de winter een bord aan zee staat met verboden te zwemmen op? De mensen weten dat zelf ook wel, hoor.”

Werd er pakweg dertig jaar geleden echt beter bestuurd?

Durnez: “Ik heb de jaren tachtig meegemaakt met Wilfried Martens en Jean-Luc Dehaene. We hebben toen zware crisissen overwonnen met gedurfde maatregelen. Denk aan de devaluatie van de frank en de volmachten. Ik vrees dat dat vandaag niet meer zou lukken. Men jeunt elkaar niets meer. Weet je hoe wij tot die akkoorden kwamen? De kabinetten waren dag en nacht met elkaar aan het onderhandelen. Achter de schermen, niet op Twitter.”

Loones: (pikt in) “Dat is de beruchte achterkamerpolitiek. Maar Jan, ik weet niet of dat echt beter was, hoor. Ik vind het goed dat de debatten transparanter geworden zijn. Dat hoort zo in een democratie.”

Durnez: “Het gaat over de methode van besluitvorming. Je kan de vraag ook omkeren. Vandaag worden er amper of geen akkoorden gesloten. Is dat beter? Is onze democratie daarmee gediend? Wij hebben wel de zaken op orde gekregen. Maar akkoord: als je zeven partijen nodig hebt, dan is het sowieso moeilijker.”

Loones: (op dreef) “Dat is mijn communautaire analyse en mijn fundamenteel punt. Door de opeenvolgende staatshervormingen zitten de bevoegdheden zo versnipperd over alle niveaus. Wij zeggen: een domein moet op één niveau zitten, en liefst op het Vlaamse. Het zou ook duidelijkheid scheppen voor de kiezer. Want wie moet hij vandaag afstraffen als hij niet tevreden is over het arbeidsmarktbeleid? Alle regeringen hebben een beetje verantwoordelijkheid. Dat is geen gezonde situatie. Zeg Jan, is het geen tijd voor een nieuw boek? Jouw analyse zou richtinggevend kunnen zijn voor jonge beleidsmakers.”

Durnez: (lacht) “Jan Breyne en ikzelf waren bezig aan een boek over de politieke geschiedenis van Ieper, toen corona uitbrak. Misschien dat we dat volgend jaar hervatten. Maar een politiek boek over mijn ideeën? Neen, dat ben ik niet van plan. Maar jonge beleidsmakers zijn natuurlijk altijd welkom om raad te vragen.”

De sfeer is goed, voel ik. Is het tijd voor een nieuw huwelijk tussen N-VA en CD&V?

Durnez: “Ik was altijd een voorstander van het kartel. Dat is geen geheim. Wij leunen op veel vlakken nauw tegen elkaar aan, zeker in West-Vlaanderen. Een versterking van het centrum zou welkom zijn.”

Sander Loones: “De kiezer stemt helaas voor partijen die onrealistische beloftes doen. Ik vind dat dat wel eens gezegd mag worden.”
Sander Loones: “De kiezer stemt helaas voor partijen die onrealistische beloftes doen. Ik vind dat dat wel eens gezegd mag worden.” © JOKE COUVREUR

Loones: “Wij zijn beiden gemeenschapsdenkers. Het is de gemeenschap die de verbinding moet maken tussen de burger en de overheid. Er zou daarom veel logica zitten in een brede politieke formatie met N-VA en CD&V. Ik denk trouwens dat er veel mensen zijn die lokaal voor CD&V stemmen en nationaal voor N-VA. Dat wil iets zeggen. (denkt na) Het zou wel eens kunnen dat de kiezer in 2024 het politieke landschap in die richting doet evolueren. Daarna is het aan de partijen om de laatste stap te zetten.”

Zou iemand van u openstaan voor een coalitie met Vlaams Belang?

Durnez: “Bart De Wever (N-VA) zei onlangs dat hij niet zou kunnen besturen met VB, omdat er daar te veel gevaarlijke mensen in zitten. Ik volg hem daarin. Al wil ik ze niet allemaal over dezelfde kam scheren. Ik had ook aangename contacten binnen het VB. Roger Bouteca bijvoorbeeld. En Joris Van Hauthem. Dat waren mensen waarmee je kon praten.”

Loones: “Ik begrijp niet goed waarom er zoveel focus ligt op een coalitie met het VB. Waarover zal het in 2024 gaan? In de eerste plaats over het federale niveau. Het is daar dat onze eerste strijd ligt. Wij willen eindelijk een ander land, eindelijk confederalisme. Dat zal moeten gebeuren met de partijen die willen besturen op federaal niveau en VB wil dat niet. Bovendien is VB een partij die staat voor gesloten nationalisme en links sociaaleconomisch beleid. Dat staat haaks op de principes van N-VA. Het lijkt me dus heel moeilijk om daarmee akkoorden te maken. Enfin, dat zal gewoon niet lukken.”

Wat wenst u de politiek toe voor 2023?

Durnez: “Meer vertrouwelijke gesprekken onder elkaar. Als ze daarin slagen, zullen ze makkelijker compromissen sluiten. Elk compromis begint met een vertrouwelijk gesprek. Had ik destijds een belangrijk dossier, dan ging ik daarmee zelfs naar de oppositie. Ik vond dat belangrijk. Dat is een teken van respect. Dat moet ook nu nog kunnen.”

Loones: “Een mooie wens, Jan. Ik zal die ook zelf ter harte nemen. Ik zou de politiek wat meer beroepsernst willen toewensen. Ik heb onlangs voor het eerst het woord liegen in de mond genomen. Ik vond dat niet fijn, maar het kon niet anders. De premier heeft gelogen over de begroting. Dat politici niet altijd onmiddellijk alle info kunnen geven, oké. Maar liegen veronderstelt kwaad opzet: dat zou echt niet mogen.”