Op stap met burgemeester Kris Declercq door zijn Roeselare: “Onze stad verkleurt. Dat is wennen voor de mensen”

Kris Declercq in het reuzenrad, genietend van de kerstsfeer in zijn stad: “Sommigen vinden het maar kunstmatig gedoe, maar ik hou ervan.” © Christophe De Muynck
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

“Ik geniet van deze wandelreeks in uw krant. De vijf burgemeesters zouden een pact moeten sluiten, een West-Vlaams pact, voor de uitdagingen van morgen.” Het is een bevlogen Kris Declercq (CD&V) die spreekt. Alle heikele thema’s komen aan bod tijdens onze wandeling in Roeselare: de verkleuring, het virus, zijn belaagde partij en de verlokkingen van de macht. Afsluiten doen we… op het reuzenrad.

Kris Declercq

• Geboren op 12 juni 1972 in Oostende.

• Licentiaat in de Rechten (KU Leuven). Master of Law (Universiteit Stellenbosch in Zuid-Afrika).

• Advocaat.

• Werkte achter de schermen voor Stefaan De Clerck en Yves Leterme.

• Schepen van Roeselare van 2007 tot 2016.

• Burgemeester van Roeselare van 2016 tot vandaag.


Het is een koude maandagavond in de stad van Rodenbach. De burgemeester is een halfuur te laat op de afspraak. Hij excuseert zich uitgebreid. “We hebben zonet afscheid genomen van vier schepenen die op 1 januari afzwaaien. Het was emotioneler dan verwacht. De wissel was afgesproken, maar toch… (denkt na) Je neemt afscheid van mensen met wie je jarenlang goed hebt samengewerkt. Dat doet iets met je.”

Kris Declercq heeft een wandeling uitgestippeld langs plekken die belangrijk zijn voor hem en zijn stad. “Roeselare is meer dan commerce. Dat cliché wil ik graag doorbreken.” Het startpunt is niet toevallig Krottegem, een wijk met veelzeggende naam aan de achterkant van het station. Stadsontwikkeling is een stokpaardje van de burgemeester. “We zijn deze buurt aan het opwaarderen. TRAX bijvoorbeeld is een nieuwe, creatieve ontmoetingsplek voor jongeren. Het is zelfs de realisatie waar ik het meest fier op ben. Het staat symbool voor moderne stadsontwikkeling.”

Nieuwe vibe

We wandelen langs het stationsplein de Ooststraat in, de Ramblas van Roeselare zeg maar. Het is langs deze winkelstraat dat de burgemeester woont. “Ik woon op een appartement boven een kunstgalerij. Ik kan elke dag te voet of met de fiets naar het werk. Dat is een ongelooflijke luxe.” Declercq is graag gezien in zijn stad. Hij moet voortdurend mensen gedag zeggen en vuistjes geven. “Ik sta bekend als volks en betrokken. Dat is ook de burgemeester die ik wil zijn. Dicht bij de mensen. Daarom wil ik dit niet combineren met het parlement.”

Kris Declercq met journalist Paul Cobbaert: “Het is geen toeval dat ik nog single ben: ik ben getrouwd met mijn stad.”
Kris Declercq met journalist Paul Cobbaert: “Het is geen toeval dat ik nog single ben: ik ben getrouwd met mijn stad.” © Christophe De Muynck

De man praat bevlogen over zijn stad. Over de geschiedenis en de morfologie, over zijn illustere voorganger Luc Martens. Het zal in maart zes jaar geleden zijn dat hij de fakkel overnam. Wat de stempel is van Kris Declercq op Roeselare? “Ik ben vooral fier op de nieuwe vibe die door de stad waait. We noemen dat ‘maatwerk met trots’. We hebben de stad sterker gemaakt met zichtbare dingen zoals TRAX, de herinrichting van de binnenstad, het wielermuseum, enzovoort. (benadrukt) Maar óók met onzichtbare dingen zoals het warmtenet, de steun voor ondernemers, cultuurmakers en verenigingen en het gratis meldpunt 1788 voor de kleine zorgen van burgers.”

Een West-Vlaams pact

We komen aan de Grote Markt. Het stadhuis en het Belfort, UNESCO-werelderfgoed, zijn sfeervol verlicht. De burgemeester vertelt over de nakende restauratie van het stadhuis. De ambitie is groot: het moet het meest duurzame stadhuis van België worden. Het prijskaartje: 25 miljoen euro. “Maar het moet vooral het huis van de Roeselarenaar worden”, voegt hij eraan toe. Wat voorlopig zijn grootste ontgoocheling is, vraag ik. Hij moet niet lang nadenken. “De machteloosheid die we voelen tijdens deze coronacrisis. We zijn zo afhankelijk van de hogere niveaus. Ik doe doorgaans niet mee aan bashing, maar ooit houdt de loyauteit op. Ik ben het voorbije jaar dikwijls ontgoocheld geweest.”

De CD&V’er zwijgt even. Hij wil iets kwijt, maar wikt zijn woorden. “We moeten af van de lasagne die België vandaag is. Er zijn te veel politieke lagen. Het werkt niet meer. Welk niveau geschrapt moet worden? Dat moet de inzet zijn van de staatshervorming. Dat kan ik vandaag niet zeggen. (op dreef) We moeten vooral inzetten op sterke regio’s. Weet u: ik geniet van deze wandelreeks in uw krant. Het zet me aan het denken. De vijf burgemeesters zouden een pact moeten sluiten, een West-Vlaams pact, voor de uitdagingen van morgen. We ondervinden dezelfde problemen, dus waarom niet samen zoeken naar oplossingen? We moeten meer in dialoog gaan met elkaar. We hebben het gedaan voor Ventilus. Laat het ons ook doen voor armoede, mobiliteit, vergroening, enzovoort. Ik pleit ervoor dat de vijf steden op structurele basis aan tafel komen met elkaar.”

Overlast van nieuwkomers?

We stappen het Karnemelkstraatje in, één van de vele nieuwe fietsstraten in Roeselare. “Vroeger werd gezegd dat een burgemeester met drie V’s bezig moet zijn: vuiligheid, veiligheid en verkeer. Vandaag moeten daar drie V’s aan toegevoegd worden: vergroening, vervreemding en verbinding. Dát zijn de uitdagingen voor morgen.” Hij vertelt over zijn groene ambities. We wandelen daarom naar het De Coninckplein, waar het beeld van de befaamde Albrecht Rodenbach staat. Hij noemt de metamorfose van dit plein de exponent van zijn groene visie.

“Ik ben gecharmeerd door het boek van Sammy Mahdi. Dat kan onze leidraad zijn. Hij bewijst dat CD&V niet wollig hoeft te zijn.”
“Ik ben gecharmeerd door het boek van Sammy Mahdi. Dat kan onze leidraad zijn. Hij bewijst dat CD&V niet wollig hoeft te zijn.” © Christophe De Muynck

De vervreemding is een andere uitdaging. Volgens de stadsmonitor staat Roeselare van alle centrumsteden het minst open voor nieuwe culturen. Waarom dat zo is, vraag ik de burgemeester. Hij denkt even na. “We zijn de sterkst groeiende stad van Vlaanderen. Dat gaat gepaard met groeipijnen. Onze stad is aan het verkleuren. Dat is wennen voor de mensen. Sommige mensen zijn ook bang: zullen we onze culturele identiteit verliezen? (denkt na) Wat u zegt, is zeker een werkpunt. We moeten de ontrafeling aanpakken met die andere V, die van verbinding. Maar nu zal u opwerpen dat ik weer te wollig klink, zeker? (lacht)”

Of de nieuwkomers voor extra overlast zorgen zoals Vlaams Belang, dat groeiend is in Roeselare, beweert? “Vlaams Belang legt soms terechte aandachtspunten op tafel, maar is weinig genuanceerd in zijn oplossingen. Tien procent van onze inwoners heeft vreemde roots. Een groot deel daarvan werkt en draagt bij aan onze samenleving. Een klein deel veroorzaakt onrust. Er zijn af en toe vechtpartijen met bijvoorbeeld Tsjetsjenen of Afghanen. Dat is nieuw in onze stad en dat zorgt voor ongerustheid. Je moet dat kunnen benoemen én aanpakken. Maar ik wil daar niet op fixeren. Mijn ambitie is een stad waar Julien én Samira thuis zijn.”

Bier en pizza

We wandelen in stevige tred verder. De burgemeester wil graag het bloeiende ontmoetingscentrum ARhus tonen op De Munt. Eenmaal daar aangekomen, wordt hij onaangenaam verrast door een met blikken bier en dozen pizza uitpuilende vuilnisbak. Hij zucht diep en haalt zijn telefoon boven. Wat hij gaat doen? “De wachtdienst bellen”, zegt hij. “Dit is onaanvaardbaar. Gelukkig is het uitzonderlijk in onze stad. Zou het te maken hebben met het einde van de examens?” Het telefoontje duurt amper één minuut. Avond of niet, de bevoegde dienst is al op komst. De fotograaf wijst op een verlicht treintje, deel van de Roeselaarse TikTok Tour. Of de burgemeester even machinist wil spelen? “Oké, op voorwaarde dat ik niet hoef te dansen”, knipoogt hij.

Op de Munt wordt de burgemeester onaangenaam verrast door een met blikken bier en dozen pizza uitpuilende vuilnisbak. Hij zucht diep en haalt zijn telefoon boven. Wat hij gaat doen? “De wachtdienst bellen”, zegt hij. “Dit is onaanvaardbaar. Gelukkig is het uitzonderlijk in onze stad.”
Op de Munt wordt de burgemeester onaangenaam verrast door een met blikken bier en dozen pizza uitpuilende vuilnisbak. Hij zucht diep en haalt zijn telefoon boven. Wat hij gaat doen? “De wachtdienst bellen”, zegt hij. “Dit is onaanvaardbaar. Gelukkig is het uitzonderlijk in onze stad.” © Christophe De Muynck

Zelfkennis is het begin van alle wijsheid. Daarom vragen we onze burgemeesters om zichzelf een cijfer op tien te geven. Kris Declercq heeft zijn huiswerk gemaakt. Hij antwoordt zonder aarzelen. “Voor het coronawerk zou ik een 8 geven. We hebben de crisis goed aangepakt in samenwerking met de buurgemeenten. Ik ben ook hier stimulator van regiovorming. Wij waren bijvoorbeeld de eersten om aan contacttracing te doen. Voor het gewoon beleid zou ik 7,5 geven. We voeren uit wat we beloven en we hebben nog geen brokken gemaakt.”

Sammy Mahdi

In 2024 zou hij graag een gooi doen naar een tweede termijn als burgemeester, verklapt hij. “Het is geen toeval dat ik nog single ben: ik ben getrouwd met mijn stad.” (lacht) Over zijn nationale ambities is hij minder to the point. “Dat is niet aan de orde”, zegt hij als ik hem vraag of hij volgende keer wél op een nationale lijst zal staan. “Dat is niet aan de orde”, antwoordt hij ook op de vraag of hij volgend jaar wél kandidaat-voorzitter zal zijn. Dan verloopt het mandaat van Joachim Coens.

De teloorgang van zijn partij doet hem wel pijn, zegt hij. “Iets anders beweren, zou arrogant zijn. Ik ben provinciaal voorzitter, dus ik wil me zeker niet verstoppen. We moeten nu eerst het inhoudelijke verhaal goed zetten. Het congres was te fragmentair en dus niet genoeg. We hebben eigenlijk drie themacongressen nodig. Ik ben gecharmeerd door het boek van Sammy Mahdi. Dat kan de leidraad zijn voor de christendemocratie. Hij bewijst dat CD&V niet wollig hoeft te zijn.” Of het dan wachten is tot Mahdi partijvoorzitter wordt? “Neen, toch niet. Een combinatie van Joachim en Sammy moet ook kunnen werken. Het moet perfect mogelijk zijn dat Joachim het schip leidt en Sammy het kompas bestuurt.”

Het hele jaar kerst

We wandelen terug naar het stationsplein, waar het reuzenrad staat. De fotograaf loert met grote ogen. De burgemeester lacht luidop. “U meent dat of wat?” Vijf seconden later heeft hij drie ticketjes gekocht. Het aanbod van de uitbater om gratis in te stappen, slaat hij af. “Ik doe zoals elke burger. Ik voel me niet verheven.” Of de verlokkingen van de macht soms moeilijk te weerstaan zijn, vraag ik. Declercq schudt het hoofd. “Neen, niet voor mij. Een politicus moet grenzen stellen. Gezond verstand is voor mij de leidraad.” Wat hij vindt van zijn collega’s in Staden en Moorslede die onder vuur liggen voor belangenvermenging? “Waarover men niet spreken kan, daarover moet men zwijgen, zei Wittgenstein, de bekende filosoof. Ik ben te veel jurist om daarover iets te zeggen en te veel politicus om me daarin te moeien.” Of hij de twee gemeenten nodig heeft voor een fusie? “Helemaal niet”, zegt hij stellig. “Ik wil inzetten op regiovorming, niet op een nieuwe fusie.”

We torenen bijna veertig meter boven de stad uit. Het rad valt even stil. Roeselare by night, zegt de burgemeester stilletjes. Allerlei lichtjes. Veel strangers in de strijd. Hij kijkt naar zijn stad. We zwijgen even en laten de fotograaf zijn werk doen. Dat kerst de mooiste periode is van het jaar is, zegt hij ten slotte. “Sommigen vinden het maar kunstmatig gedoe, ik niet. Ik hou ervan.”


Drie keer eindejaar

Wie is de West-Vlaming van het jaar?“Wim Opbrouck. De man staat voor rust en redelijkheid: dat is wat we vandaag nodig hebben. De roze krant die hij voor jullie maakte, was de eerste krant die ik van de eerste tot de laatste pagina heb uitgelezen.”

Wat was het dieptepunt van het jaar?“De drie overlegcomités op drie weken tijd. De wirwar aan maatregelen is waarom het draagvlak onder de bevolking wegzakt.”

Wat was het mooiste moment van het jaar?“Vier dagen met de rugzak op stap in Griekenland, waar ook mijn petekindje was met enkele vrienden. Dat was echt genieten.”