Vlaams minister Caroline Gennez (Vooruit) wil de naschoolse opvang voor kinderen in het basisonderwijs versterken. Daarom wil schepen van Zorg en Kinderopvang Maxim Veys (Vooruit) een nieuw plan voorleggen over de organisatie van naschoolse opvang in Kortrijk. Via Vlaanderen zal het voor Kortrijk om een bedrag van 2.189.364 euro gaan om de opvang te organiseren en te versterken.
“Het kabinet van minister Caroline Gennez stelt vanaf 2026 een budget van jaarlijks 2.189.364 euro ter beschikking om de naschoolse opvang van onze kinderen te versterken”, legt Kortrijks schepen van Zorg en Kinderopvang Maxim Veys uit. Dit is een verdere uitrol van het BOA-decreet. “Hiermee introduceert zij een nieuwe manier van naschoolse kinderopvang, waar kinderen niet enkel zitten te wachten tot ze van school worden gehaald, maar waar ze ook écht een meerwaarde uit halen.”
“De school wordt een plaats waar kinderen in aanraking komen met de lokale sportclubs, kunstacademie of met huiswerkbegeleiding. Vlaanderen investeert hiervoor jaarlijks 200 miljoen euro. Deze investeringen zijn nodig. Voor onze kinderen, maar ook voor de werkende ouders die niet om 16 uur aan de schoolpoort geraken. Zo maak je van de naschoolse opvang een echte kansenmachine.”
Belang gemeentebesturen
Een bijzonder waardevolle maatregel dus, en het is belangrijk dat de gemeentebesturen nu al stappen zetten om dit plan vorm te geven, aldus Vooruit. “We hebben als stad het voordeel dat we een heel aantal sterke lokale partners hebben – de scholen zelf, organisaties die naschoolse opvang organiseren, organisaties die activiteiten aanbieden – die nu al naschoolse opvang organiseren. En we zijn in volle voorbereiding om de naschoolse opvang verder te versterken binnen het kader van het Vlaamse decreet”, gaat Veys verder.
“Nu is het zaak om tegen 2026 een doordacht en goed functionerend opvangsysteem uit te werken. Het is dan ook onze ambitie om elk kind alle kansen te geven, van voor de geboorte tot de crèche, in de klas en na school. Een naschools aanbod dat ervoor zorgt dat élk kind de kans krijgt om zich te ontplooien en zijn of haar talent kan ontwikkelen.”