De 537 West-Vlamingen die jouw stem willen: Wie zijn ze? Wat doen ze?

537 West-Vlamingen staan als effectieve kandidaat of als opvolger op één van de kieslijsten. Wij namen ze even onder de loep.
Redactie KW

Voor 537 West-Vlamingen staat zondag 9 juni met stip aangeduid in de agenda. Zij hopen op een rood bolletje naast hun naam, als we binnen exact een maand gaan stemmen voor de Vlaamse, federale en Europese verkiezingen. Maar wie zijn die mensen nu eigenlijk? En van waar komen ze? Wij zochten het uit.

CD&V heeft jongste lijst, Vlaams Belang de oudste

Wie dacht dat CD&V in West-Vlaanderen traditioneel oudere mensen aanspreekt, ziet dat clichébeeld alvast niet gereflecteerd in de kieslijsten. Integendeel: met een gemiddelde leeftijd van 43,2 jaar heeft CD&V de jongste kandidaten voor de Vlaamse, federale en Europese verkiezingen. De kandidaten van Vlaams Belang zijn met een gemiddelde leeftijd van 48,8 jaar de oudste. (lees verder onder de grafiek)

Bij alle partijen zijn de veertigers het best vertegenwoordigd, behalve bij Vlaams Belang. Daar zwaaien de vijftigers de plak. Er staan slechts vier tieners op de West-Vlaamse kieslijsten: bij N-VA, Voor U, PVDA en Vlaams Belang. Van de twintig kandidaten die de kaap van de zeventig al gerond hebben, staan er tien op de lijst van de nieuwe partij Voor U. (lees verder onder de grafiek)

Dat CD&V gemiddeld de jongste kandidaten naar de parlementen wil sturen, is voor West-Vlaams partijboegbeeld Hilde Crevits niet meer dan logisch. “Op onze West-Vlaamse lijsten staan er onder leiding van onze nationale jongerenvoorzitter Sien Vandevelde 24 jonge kandidaten uit de hele provincie, onze Generatie Toekomst. Dat bewijst dat wij jongeren aan boord hebben die geloven in de politiek en hoopvol zijn voor de toekomst.” (LK)

Politiek, niet enkel voor advocaten en notarissen

Al jaar en dag leeft het stereotype dat enkel advocaten, notarissen of andere hooggeplaatsten de weg naar de politieke wereld vinden. Toch strookt dat beeld in West-Vlaanderen niet met de realiteit. Van de 537 West-Vlaamse kandidaten oefenen er slechts 23 een vrij beroep uit. De helft van die kandidaten staat op een lijst van N-VA. Beter vertegenwoordigd zijn de zelfstandigen en ondernemers, daarvan tellen we er 53. En hier blijkt het cliché wel te kloppen: die zelfstandigen staan vooral op een lijst van Open VLD, al telt ook Voor U behoorlijk wat ondernemers. (lees verder onder de afbeelding)

De overgrote meerderheid van de West-Vlaamse kandidaten werkt echter als bediende of arbeider. De variatie in jobs is groot: naast een hoop ambtenaren, administratief medewerkers, juristen, leerkrachten, verpleegkundigen en huishoudhulpen vinden we ook een rijschoolinstructeur, podiumkunstenaar, uitbater van een gebarencafé, kok, ijsventer, treinbouwer en scheepswerktuigkundige terug.

Het valt op dat kandidaten met een job die geen hoger diploma vereist vooral voorkomen op de lijsten van PVDA, Vlaams Belang, L99 en Voor U.

Zo goed als elke sector is vertegenwoordigd, maar het valt wel op dat kandidaten met een job die geen hoger diploma vereist (zoals arbeiders en vaklui) vooral voorkomen op de lijsten van PVDA, Vlaams Belang, L99 en Voor U. Tot slot zijn er ook een handvol kandidaten die zichzelf toeleggen op het huishouden of de zorg voor hun gezin, nog eens een twintigtal kandidaten op de lijsten vermeldt geen job. Daarnaast zijn er 44 gepensioneerden en 16 studenten. (PS)

Kuurne is het best vertegenwoordigd

Wie in Kuurne woont, heeft het meest kans straks te kunnen stemmen op een mede-inwoner. Van alle West-Vlaamse gemeenten en steden is de Ezelsgemeente dan ook het best vertegenwoordigd in de verkiezingslijsten voor zondag 9 juni. Met 8,48 kandidaten per 10.000 inwoners scoort Kuurne verhoudingsgewijs het best, gevolgd door Koekelare (7,94), Ardooie (7,49), Gistel (7,35) en Lendelede (6,81). (lees verder onder de kaart)

Kijken we naar de absolute aantallen, dan zal het niemand verbazen dat de grootste steden de meeste kandidaten afleveren. Brugge en Kortrijk spannen de kroon met respectievelijk 51 en 49 kandidaten, gevolgd door Oostende (40), Roeselare (25) en Izegem (15). Zes gemeenten tellen geen enkele deelnemer aan de verkiezingen: Langemark-Poelkapelle, Lo-Reninge, Mesen, Ruiselede, Spiere-Helkijn en Vleteren. Opvallend: vier West-Vlaamse kandidaten wonen buiten onze provincie. Kruisem, Dottenijs en Zulte liggen vlakbij de provinciegrens, maar Dendermonde is toch niet bepaald vlakbij. (Ann Desmet van Partij Blanco is trouwens die ‘verste’ kandidate.)

Nemen we de woonplaatsen van kandidaten per partij onder de loep, dan zien we overal een vrij goede geografische spreiding. Behalve bij PVDA: daar komt bijna 40 procent van de kandidaten uit Kortrijk (21 procent) of Oostende (17 procent). (CJ)

22 burgemeesters, maar wat levert dat op?

Op de kieslijsten voor het Vlaams en het federaal parlement staan in juni 22 West-Vlaamse burgemeesters. Het gaat daarbij niet alleen om toppers met provinciale of zelfs nationale uitstraling – genre Bart Dochy (CD&V, Ledegem), Vincent Van Quickenborne (Open VLD, Kortrijk) of Jean-Marie Dedecker (onafhankelijke lijsttrekker bij N-VA, Middelkerke) – maar ook om burgemeesters die alleen in hun eigen gemeente een belletje doen rinkelen. (lees verder onder de afbeelding)

De voorbije legislatuur zaten er negen West-Vlaamse burgemeesters in het federaal of Vlaams parlement. Wat levert zo’n zitje op voor hun eigen gemeente of stad? “Veel”, zegt Bredens burgemeester en Vlaams parlementslid Steve Vandenberghe (Vooruit).

“Als burgemeester in het parlement zetelen is zeker nuttig. Je kan vanuit je lokale ervaring met kennis van zaken een minister ondervragen”

“Je kan vanuit je lokale ervaring en netwerk met kennis van zaken een minister ondervragen, zoals bijvoorbeeld in het dossier rond statiegeld waarrond we in Bredene een proefproject hadden. Tijdens een bezoek in onze gemeente heb ik minister Demir ook kunnen overtuigen van de noodzaak van een modernisering van onze strandposten. Als Vlaams parlementslid ben je er voor alle West-Vlamingen, maar binnen de grenzen van het wettelijk mogelijke kan je ook je eigen gemeente een duwtje in de rug geven.” (LK)

N-VA het meest ‘vrouwelijk’, of toch niet?

Op zondag 9 juni kunnen we in West-Vlaanderen stemmen op 274 mannen en 262 vrouwen. Dat is ongeveer fifty-fifty, maar dat is uiteraard geen toeval: sinds 2002 zijn partijen wettelijk verplicht om evenveel mannen als vrouwen op hun kieslijsten te zetten.

Bij een oneven aantal kandidaten mag het verschil maximaal één zijn. Er zijn slechts twee partijen die in dat geval meer vrouwen verkiesbaar stellen dan mannen: N-VA en Vooruit. N-VA komt dan ook als de meest vrouwelijke partij uit onze analyse, met 51,5 procent West-Vlaamse vrouwelijke kandidaten. Vooruit doet het verhoudingsgewijs minder goed, doordat ze op hun Europese lijsten enkel mannelijke West-Vlamingen hebben staan. (lees verder onder de grafiek)

Daartegenover staat dan weer dat N-VA geen enkele keer voor een vrouwelijke lijsttrekker kiest. Ook Vlaams Belang, Open VLD, Groen, Partij Blanco en Voor U stellen uitsluitend mannelijke lijsttrekkers in onze provincie verkiesbaar. CD&V en PVDA zetten op zowel Vlaams als federaal niveau wél telkens een West-Vlaamse vrouw bovenaan de lijst.

N-VA is in aantallen de meest ‘vrouwelijke’ partij, maar voor de lijsttrekker-posities kiezen ze steevast voor mannen.

Over alle effectieve lijsten heen kregen slechts 6 West-Vlaamse vrouwen de eerste plaats toebedeeld, tegenover 12 mannen. Politieke partijen ambiëren dus gendergelijkheid, maar niet bij de topposities. Tot slot: West-Vlamingen kunnen ook op één non-binaire kandidaat stemmen. Bert Kindermans kreeg van Groen de tiende plaats op de lijst voor het Europees parlement. Belangrijk: omdat de Europese lijsten niet enkel uit West-Vlamingen bestaan, werden die niet meegenomen in deze analyse van de lijsttrekkers. Ook de opvolgers voor de drie parlementen worden hierbij even buiten beschouwing gelaten. (PS)

De gemiddelde kandidaat: Patrick of Charlotte

En tot slot: stel dat wij de ‘gemiddelde’ West-Vlaamse kandidaat willen maken? Wel, dan zouden dat arbeider Patrick Claeys (46) uit Kuurne en bediende Charlotte Desmet (47) uit Koekelare kunnen zijn. Als we alle 537 deelnemers aan de Vlaamse, federale en Europese verkiezingen van zondag 9 juni op een hoop gooien, dan zijn zij de fictieve doorsnee.

Bij de mannelijke kandidaten is Patrick dan ook de meest voorkomende naam, samen met Geert en Bert. Vrouwelijke kandidaten heten vooral Charlotte, Marleen of Ann. Claeys en Desmet zijn de meest voorkomende familienamen op de verkiezingslijsten. De gemiddelde mannelijke kandidaat is 46 jaar oud, de gemiddelde vrouw een jaartje ouder. Uit onze analyse bleek ook dat het leeuwendeel van de kandidaten als bediende of arbeider werkt. Kuurne en Koekelare zijn dan weer de gemeenten die verhoudingsgewijs het best vertegenwoordigd zijn in de kieslijsten. (CJ)

Door Camille Jonckheere, Laurens Kindt, Lara Merlevede, Phebe Somers en Tristan Vandevelde