Minister Nathalie Muylle over coronacrisis: “Het is makkelijk om nadien kritiek te geven”

Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

Federaal minister Nathalie Muylle, bevoegd voor Werk, Economie en Consumentenzaken, werkt aan een nieuw actieplan tegen racisme. Dat is haar antwoord op Black Lives Matter. Tegelijk wil ze ook de zogenaamde mystery calls hervormen, zo verklapt het CD&V-boegbeeld in dit geanimeerde interview. U komt ook te weten hoe de Roeselaarse excellentie minister is geworden, wat fout liep met de mondmaskers en waarom de sekswerkers weer aan de slag mogen.

Maandagavond. Een café in het stadscentrum van Roeselare. De Romen. Het binnenterras zit stampvol. Alle blikken gaan omhoog wanneer Nathalie Muylle op zoek gaat naar een vrije tafel. Dit is hun minister. “Ik moet daar echt aan wennen”, zegt ze haast verlegen wanneer we plaatsnemen aan een tafeltje. De minister bestelt een frisse pint. “De voorbije maanden waren de meest waanzinnige van mijn leven. Ik had nooit kunnen denken dat ik ooit op deze stoel zou zitten. (mijmerend) Al mis ik Roeselare wel, moet ik bekennen. Ik was negen jaar schepen, voor ik minister werd. Ik deed dat graag. Ik mis de stad en de mensen. Als ze me bellen om advies, dan neem ik héél graag op.” (lacht)

Flashback naar 1 oktober vorig jaar. De CD&V verzamelt haar troepen in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten in Brussel. De leden moeten stemmen voor toetreding tot de Vlaamse regering. Dat wordt een bewogen congres, vooral door de aanduiding van de ministers. Wouter Beke, toen ook voorzitter, verhuist van het federale naar het Vlaamse niveau, tot verbazing van velen. Dat levert een federale vacature op.

“Ik was die avond heel ontspannen naar Brussel gereden, mee met Kris Declercq (burgemeester van Roeselare, red.). We wisten wel dat er een nieuwe figuur nodig zou zijn. Ik dacht aan onze fractieleider, Servais Verherstraeten. Geen haar op mijn hoofd dat aan mezelf dacht. Na het congres wou Hilde (Crevits, red.) me wel even spreken. Een eerste keer polsen.”

Wat dacht u toen?

“Weinig. Ik had al ervaring op dat vlak.” (lacht)

U bedoelt?

“Ik was al eens één dag minister. In december 2011, toen de regering-Di Rupo gevormd werd. Radio 1 opende die dag met het nieuws dat ik de nieuwkomer zou zijn in de regering. Ik wist zelf van niets. Dat nieuws werd de hele dag herhaald. Tot 15 uur. Dan kreeg ik telefoon van VTM. Of ze met een ploeg mochten komen. Tegelijk hoor ik op de achtergrond iemand roepen: Hang maar op, het wordt Bogaert.” (lacht)

Maar deze keer was het voor echt.

“Toen we terug naar huis reden, belde Wouter. Dat was omstreeks 1 uur. Of ik minister wou worden. Ja, zei ik, zonder twijfelen. Ik heb meteen een bericht gestuurd naar mijn man dat hij beter nog even wakker blijft. (lacht) Twee dagen later stond ik in het paleis. Ik was minister.”

Een kinderdroom?

“Néén, helemaal niet. Thuis werd amper over politiek gesproken. Mijn jeugd stond in het teken van voetbal. Mijn vader was prof bij KV Kortrijk. Het is dankzij mijn man dat ik de politiek heb ontdekt. Hij was jongerenvoorzitter voor CVP in Beveren-Waas. Ik wou iets doen in de internationale politiek, diplomatie of zo. Maar toen ik afstudeerde, begin jaren negentig, was het geen goede tijd op de arbeidsmarkt. Ik ben daarna beginnen werken voor warenhuisketen GB. Als winkeldirecteur. Ik heb dat tien jaar gedaan. Dus neen, minister worden, was nooit een droom.”

Wat was uw opdracht, toen u overnam? Vooral op de boel letten?

(knikt) “Tot er een volwaardige regering zou aantreden.”

En dan kwam dat virus.

“De horeca die sluit. De winkels die sluiten. De lessen die opgeschort worden. Dat was ongezien, hé. We zijn allemaal ongelooflijk geschrokken. Wat komt hier op ons af? Ik herinner mij de eerste gesprekken over het virus. Dat was begin februari, in het parlement. Dat ging over onze economische relatie met China. Ga niet spreken over een recessie, maak de mensen niet bang, dat was mijn reactie. Ook de experten spraken toen over een soort griep. (even stil) Het is pas begin maart dat alle ogen zijn opengegaan. Door de beelden vanuit Italië. Dat is de reden waarom wij tot een lockdown zijn overgegaan, omdat we bang waren voor onze ziekenhuizen.”

Minister Nathalie Muylle (CD&V):
Minister Nathalie Muylle (CD&V): “We zijn vandaag te afhankelijk van andere continenten. We zien dat in het mondmaskerverhaal, maar dat geldt voor nóg sectoren.” (foto Joke Couvreur)

Het beleid werd aanvankelijk vooral bejubeld. Was dat terecht?

“Ik vind van wel. Vergeet de moeilijke politieke situatie niet. Een regering met volheid van bevoegdheden zou weinig anders gedaan hebben. Als ik naar mijn beleid kijk, ben ik vooral fier op het systeem van tijdelijke werkloosheid. Op de piek van de crisis hebben daar 1,2 miljoen mensen beroep op gedaan. Dat heeft gezorgd voor behoud van koopkracht én voor zuurstof voor de bedrijven.”

“Gelukkig zitten er ook vrouwen in de regering”, liet u onlangs noteren in De Tijd. Wat bedoelde u daarmee?

“De vrouwen hebben de bubbel van vier mogelijk gemaakt vanaf Moederdag. Wij hebben heel goed aangevoeld dat wie mag werken en winkelen, ook zijn familie moet kunnen zien. De mannen waren daar nog niet uit.”

Had u daar zelf ook nood aan?

“Enorm. Je wil je kinderen zien, je kleinkind. Maar ik ben vooral bang geweest voor mijn ouders, moet ik toegeven. Dat zijn zeventigers. Zij hebben een goede vriendin verloren aan covid-19. Ik ben enig kind en ik kon hen niet troosten. Zij hebben daar zwaar van afgezien. (zwijgt even) Ik ook.”

Wat was voor u het moeilijkste moment van de crisis?

(denkt lang na) “Dag na dag het aantal doden zien stijgen. Ik ga één ministerraad nooit vergeten. We zien op dat scherm passeren: meer dan tweehonderd doden op één dag. (blaast) Wanneer komt die knik? Dit kan toch niet blijven duren? (stil) Ook de exit was moeilijk, maar op een andere manier. Welke sectoren eerst, en op welke manier? Ik heb daar wakker van gelegen. We konden nooit voor iedereen goed doen. Ik voelde mij heel verantwoordelijk.”

De kritiek kwam vooral op het mondmaskerbeleid. Wat is daar fout gelopen?

(blaast) “Dat is een moeilijk dossier. (aarzelend) We hebben ons daar op een markt moeten begeven die niet koosjer was, met bedrijven die het spel niet eerlijk wilden spelen.”

Waarom zijn er vijf ministers aangesteld voor die mondmaskers?

“Dat is weer die verdeling van de bevoegdheden. Dat onze gezondheidszorg zo versnipperd is, heeft niet geholpen in dat dossier. Ik ben één van die vijf, omdat ik mijn handtekening heb gezet onder een aanbesteding van de FOD Economie. That’s it. (plots kwaad) Maar als dat is wat u wil onthouden van deze crisis, oké dan. Het is altijd makkelijk om nadien kritiek te geven.”

Mogen we niet kritisch zijn? Dit tekort heeft voor grote problemen gezorgd in onze woonzorgcentra en ziekenhuizen. Dat mag toch genoemd worden?

(zacht) “Dat is waar, dat klopt. Dat moet anders in de toekomst. We hebben eenheid van commando gemist in dit dossier. Maar dan kom ik opnieuw op die versnippering van bevoegdheden. Wij zijn daarom voorstander van de volledige overheveling van volksgezondheid naar de regio’s.”

Twee jaar geleden werd een strategische stock vernietigd en niet vervangen. U zat toen in de commissie Volksgezondheid. Is dat daar besproken?

“Neen. Dat is daar niet besproken. Daar zijn geen vragen over gesteld.”

Is dat niet vreemd?

“Ik weet dat niet. Wij waren met andere zaken bezig. De ziekenhuishervorming, de prijzen van geneesmiddelen, baby Pia. Er was niemand die zich toen afvroeg of er een strategische stock was. (denkt na) Dat is een les voor de toekomst. We moeten voortaan steeds beschikken over een voorraad aan beschermingsmateriaal dat snel beschikbaar is. De opslag moet gebeuren in de nabijheid van ziekenhuizen en woonzorgcentra, niet meer in hangars van Defensie. (enthousiast) Dat is wat we nu moeten doen: vooruit kijken en lessen trekken. En de relance op gang krijgen.”

Gaan we anders leven na corona?

“Ik hoop van wel. De arbeidsorganisatie zal veranderen, denk ik. We gaan meer aan telewerk doen en online vergaderen. Ik hoop dat er ook lessen getrokken worden over onze economie. We zijn vandaag te afhankelijk van andere continenten. We zien dat in het mondmaskerverhaal, maar dat geldt voor nóg sectoren. We moeten daar eens goed over na denken, liefst in Europees verband.”

Minister Nathalie Muylle over coronacrisis:

Zijn we eigenlijk al van corona verlost?

“Neen, dat denk ik niet. Peter Piot, toch een grote autoriteit, meent dat er opflakkeringen gaan komen, tot er een vaccin is. Wij houden rekening met elk scenario. We volgen dat op de voet, samen met de experten.”

Wat als er een tweede golf komt? Een nieuwe lockdown?

“Neen, de bevolking zou dat niet aanvaarden. We gaan op een andere manier moeten omgaan met het virus, met nieuwe maatregelen. We zouden dan misschien mondmaskers moeten verplichten.”

Klopt het eigenlijk dat er geen enkele minister durfde spreken over de sekswerkers op de Nationale Veiligheidsraad?

“U kan verrassen met uw vragen. (lacht) Maar neen, dat klopt niet. Het probleem is dat dat niemands bevoegdheid is. Sekswerk is niet legaal in dit land, maar wordt gedoogd. De Veiligheidsraad heeft op 8 juni bepaald dat alle beroepen weer mogen opstarten, op enkele uitzonderingen na. Sekswerk behoorde niet tot die uitzonderingen.”

Hot Marijke zei in De Afspraak dat dat onverantwoord vroeg was.

“We krijgen die kritiek voor elke stap die we zetten. Zij is niet verplicht om haar activiteit op te starten, hé. Bovendien is er een protocol opgesteld dat sekswerk veilig moet maken. Ik zie trouwens dat verschillende steden extra veiligheidsmaatregelen uitwerken. We gaan niet terugkomen op die beslissing. Voilà, u ziet: ik spreek daar in alle openheid over.”

Iets anders. Wat vindt u van de strijd van Black Lives Matters?

“De strijd tegen discriminatie ligt me na aan het hart. Ik zal u iets persoonlijk vertellen. Mijn kleinkind heeft twee mama’s. Ik was daar aanvankelijk bezorgd over. Dat zou een rugzak voor het leven zijn, vreesde ik. (stil) Erg, hé, dat ik zo dacht. Ik word daar ook over aangesproken. Als ge zo weinig thuis zijt, moet ge niet verschieten dat uw dochter zo is. (even moeilijk) Dat doet pijn, hoor. Ik zie veel solidariteit in onze samenleving, maar helaas ook veel onverdraagzaamheid.”

U bent bevoegd voor Gelijke Kansen. Wat kan ú doen?

“Ik werk aan een nieuw actieplan tegen racisme en discriminatie. Dat moet discriminatie bestrijden in de brede zin van het woord: ras, gender, geslacht, noem maar op. Dat was normaal de taak van de volgende regering, maar ik wou niet wachten. Dit is te belangrijk. Ik wil dat plan opmaken, zodat de volgende regering meteen aan de slag kan.”

Wat zal in dat plan staan?

“Veel. Maar ik kan nog niet in detail gaan. Dat is te vroeg. Ik kan wel zeggen dat bewustmaking heel belangrijk is. De mensen moeten zich bewust zijn van de verschillen. Dat moet aangeleerd worden in de opvoeding, in het onderwijs, overal. Ik kan dat niet genoeg benadrukken.”

Uw voorganger Kris Peeters maakte mystery calls mogelijk (anonieme praktijktesten in bedrijven door de sociale inspectie om discriminatie tegen te gaan, red.). Daar wordt echter geen gebruik van gemaakt.

(knikt) “Dat moet inderdaad hervormd worden. We voelen in de praktijk dat de procedure te zwaar is om een mystery call uit te voeren. Dat moet verbeterd worden en tegelijk beter bekend gemaakt worden.”