Minister Jo Brouns, de redder of de doodgraver van onze landbouw? “Ik kan elke boer recht in de ogen kijken”

Jo Brouns in ‘t Hof van Commerce in Stavele bij Alveringem. “Dit is de mooiste locatie waar ik ooit een interview gaf. Met voorsprong!” © Christophe De Muynck
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

“Als Zuhal Demir wil, dan zeg ik geen neen.” Wordt het intussen beruchte stikstofdebat binnenkort beklonken met een Picon en een ‘schelle van de zeuge’ in ‘t Hof van Commerce in Stavele? Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns (CD&V) is alvast te vinden voor onze suggestie. Wij hebben de Limburger meegenomen naar de verste uithoek van de Westhoek voor een goed gesprek over de toekomst van onze landbouw.

’t Hof van Commerce in Stavele: dat is een beenhouwerij in een café. Je betaalt 25 euro en je schept de hele avond je talloor vol. Alles van het varken, van de oren en de neus tot het vet en de nieren. “Wij maken alles zelf én we gooien niets weg”, zegt de fiere bazin Iris, een cultfiguur in de streek en ver daarbuiten.

Haar eetcafé staat vol van de prullaria. Overal Mariabeelden, oude affiches, voldragen ondergoed ook – aan wasdraden boven de eettafels. Hoef ik je te zeggen dat Jo Brouns, een brave Limburger, meer dan één keer grote ogen trekt als de ravissante vrouw hem rondleidt in haar paradijs? In het West-Vlaams, uiteraard. “Ik ben geen chiqué-madam, hé. Minister of niet, ik klappen altijd dezelfde taal.” Door de boxen galmt intussen smoet, vet, espe en spek, ook al cultureel erfgoed hier.

“Wat Iris in haar zaak doet, is magnifiek. Zij is de beste ambassadeur van ons vlees”

Voor wie het niet zou weten: Jo Brouns, CD&V, is Vlaams minister van Werk en Landbouw. Vandaar dat we op deze plek wilden afspreken. “Wel, Paul”, zal hij meermaals benadrukken. “Dit is de mooiste locatie waar ik ooit een interview gaf. Met vóórsprong. (kijkt rondom zich) Wat is dat hier allemaal zeg? (lacht) Ik kom hier zeker nog eens terug!”

Iris: “Alle Limburgers die hier komen, trekken grote ogen. Soms vragen ze of we hier een toilet hebben. Als ik dan ja zeg, lijken ze verrast.” (lacht)

Brouns: “Deze zaak ademt de ziel van Vlaanderen uit. Ik ben misschien nostalgisch, maar ik vind dit magnifiek. Je proeft hier het respect voor ons vlees, onze landbouw en ons verleden. Ik vind varkensvlees ook echt lekker. Al die soorten paté, wat bruin brood erbij en een blondje van Sint-Bernardus: wat is er beter dan dat?”

Eet u alles van het varken? Bloeling bijvoorbeeld?

(verrast) “Bloe-wat? Dat moet u even vertalen.” (lacht)

Dat is West-Vlaams voor bloedworst.

“Ah, dat is wat wij kroeboet noemen. Of balkenbrij. Ik heb dat vroeger vaak gegeten bij mijn grootvader op de boerderij. Heerlijk – met appeltjes in de pan. Maar ik moet eerlijk zijn: ook thuis eten we niet meer alles van het varken, hoor. Een ribbetje en een varkenshaasje, ja, dat wel, maar geen ingewanden en oren meer. Die tijd is helaas voorbij – overal in Vlaanderen. (fijntjes) We maken daar nu de Aziaten blij mee. Wat Iris doet, is ook daarom magnifiek. Zij is de beste ambassadeur van ons vlees.”

Komt u zelf uit een landbouwfamilie?

“Jawel. Mijn grootouders aan moeders’ kant waren boeren. Mijn grootvader Piet Vanhoef was een topfokker van koeien. Ik denk dat hij zelfs tot in West-Vlaanderen bekend was met zijn wit-rode prijskoe Nortop. Als klein gastje heb ik nog zelf koeien gemolken. Ik weet dus waarover ik spreek. (lacht) De broer van mijn moeder heeft het bedrijf verdergezet.”

Lekker of niet, zou u jonge boeren nog aanraden om varkens te houden?

“Dat is dé vraag. Anderhalf jaar geleden kreeg mijn oom negentig cent voor een kilogram varkensvlees, terwijl je daar in de winkel zestien euro voor betaalde. Wie loopt er dus met de winsten weg? Niet de boer, maar de tussenschakels. Dat is niet correct. Vandaag zijn de prijzen wat beter – iets meer dan twee euro voor een kilogram -, maar die schommelingen zorgen voor onzekerheid. Dat wil niet zeggen dat het niet meer kan, maar de realiteit is dat er meer boeren stoppen dan starten.”

Ook de regering wil dertig procent minder varkens tegen 2030. Waarom is dat weer?

“De vrijwillige uitkoopregeling is genomen in overleg met de sector. Zij waren zelf vragende partij hiervoor, voor een warme sanering, zeg maar. Dat staat los van de discussies die we hebben over stikstof – al zal een daling wel een positieve impact hebben op de uitstoot en dat is mooi meegenomen.”

Maar waarom worden vooral varkens geviseerd? Is rundvlees niet meer vervuilend?

(feller) “Ik spreek niet graag in termen van vervuiling als het over onze landbouw gaat. Onze landbouw is de meest duurzame wereldwijd. Ik wil dat punt toch even maken.”

Dat komt straks aan bod. De vraag is waarom de regering – u dus – de varkens viseert.

“Omdat de varkenshouderij de meest instabiele sector is en de grootste prijsschommelingen kent. Dat is waarom we deze mensen de kans bieden om uitgekocht te worden. Maar die dertig procent is een ambitie, en niet meer dan dat. Ik acht de kans wel reëel dat we het halen. We hebben eind augustus een tweede regeling gelanceerd die veel ruimer gaat dan de eerste. Bijna de hele varkenshouderij komt nu in aanmerking. We zullen zien.”

(lees verder onder de foto)

© Christophe De Muynck

Het aantal landbouwbedrijven in onze provincie is op twintig jaar tijd gedaald van ruim 10.000 naar ruim 7.500. Kan die trend nog gekeerd worden, denkt u?

“Dat wordt moeilijk. De gemiddelde landbouwer is vandaag 56 jaar en amper 12 procent heeft opvolging. Ik zie dat ook in mijn familie. De zonen van mijn oom zijn niet van plan om over te nemen. Wij moeten nu vooral zorgen dat de mensen die wél verder doen, rechtszekerheid krijgen. Dat moet onze absolute prioriteit zijn.”

Dat wil zeggen: een definitief goedgekeurd stikstofakkoord?

(knikt) “We hebben een vergunningenkader nodig dat juridisch standhoudt. Dat is niet alleen belangrijk voor onze boeren, maar voor álle ondernemers. Want vandaag staat de landbouw in het vizier, maar morgen kan het de garagist zijn. Dat baart mij grote zorgen. Ondernemen in Vlaanderen wordt een hele uitdaging.”

Durft u er duizend euro op verwedden dat er deze legislatuur – tegen juni dus – een stikstofakkoord goedgekeurd wordt?

(blaast) “Ik zal daar alles aan doen. Want laat één iets duidelijk zijn: de landbouw is voor mij een cruciale sector die we absoluut in Vlaanderen moeten houden.”

Maar durft u er duizend euro op verwedden?

Zijn woordvoerder: “Allé, zeg van ja!” (lacht)

“Als Ineos tien jaar tijd krijgt, dan moeten we onze boeren misschien ook wat meer tijd gunnen”

Brouns: “Dat kan ik niet zeggen. (wikt zijn woorden) Ik wil eerlijk zijn. We staan voor enkele moeilijke weken. Het decreet dat ingediend werd door Open Vld en N-VA, is onaanvaardbaar voor mij. Ik blijf wél achter het akkoord staan dat we met de regering in maart gesloten hebben. Dat wil zeggen dat er een milieutoets komt voor de twee elementen die wij erbij willen (dat gaat over de gelijkschakeling van landbouw en industrie en over het verschuiven van uitstootrechten, red.). Ik stel echter vast dat er nog altijd geen toets geweest is. Ik betreur dat. Als deze toets er niet komt, dan moeten deze elementen gewoon toegevoegd worden aan het akkoord. Anders kunnen wij dit niet goedkeuren.”

Vragen wij in het algemeen niet te veel van onze boeren? Dat is iets wat veel jonge mensen afschrikt om eraan te beginnen.

“Dat is zeker een gevoel dat leeft – en niet onterecht. Onze boeren krijgen altijd maar te horen wat ze nog extra moeten doen, terwijl ze al zoveel inspanningen geleverd hebben. (op dreef) Het is niet allemaal kommer en kwel, hé. Er is geen enkele plek ter wereld waar het voedsel zo duurzaam gemaakt wordt. Dat mag eens meer benadrukt worden. We mogen daar fier op zijn. En ja, we hebben nog een weg te gaan op vlak van bodem, water, stikstof, enzovoort. Maar als Ineos (een Britse chemiereus, red.) tien jaar tijd krijgt om de meest duurzame ethaankraker te maken, dan moeten we onze boeren misschien ook wat meer tijd gunnen.”

Die ontevredenheid zorgt ervoor dat boeren richting Vlaams Belang kijken. Dat maakt veel CD&V’ers zenuwachtig, zeker hier in West-Vlaanderen.

“Tja. (lang stil) Ik kan élke boer recht in de ogen kijken. Ik heb de voorbije maanden drieduizend boeren gesproken, van Kinrooi tot Koksijde. Ik denk niet dat er veel ministers zijn die dat doen. Ik verdedig wat we hebben afgesproken, ook de moeilijke dingen. Wij hebben geen absolute meerderheid, dus wij moeten compromissen sluiten. Dat is eigen aan onze democratie. Ook Vlaams Belang zal de volgende keer geen absolute meerderheid hebben, hoor.”

Wat ik niet begrijp, is waarom uw partij soms landbouw en natuur tegen elkaar opzet. Wat hebt u daarbij te winnen?

(windt zich op) “Ik doe dat niet, absoluut niet zelfs. Dat wordt ervan gemaakt. Als je kiest voor landbouw, ben je niet tegen natuur, hé. Er is geen enkele ondernemer die zo afhankelijk is van een gezonde bodem dan een landbouwer. Maar wat is het probleem? Er zijn veel landbouwers die graag een haag planten op hun akker zodat vogels kunnen broeden. Maar waar zijn ze bang voor? Dat ze plots vijf meter weg moeten blijven van die haag, omdat daar een uniek vogeltje is gekomen. Ik betreur deze polarisatie ook, hoor.”

(lees verder onder de foto)

Brouns met journalist Paul Cobbaert en uitbaatster Iris, die hem uiteraard in het West-Vlaams toespreekt. “Ik ben geen chiqué-madam, hé. Minister of niet, ik klappen altijd dezelfde taal.”
Brouns met journalist Paul Cobbaert en uitbaatster Iris, die hem uiteraard in het West-Vlaams toespreekt. “Ik ben geen chiqué-madam, hé. Minister of niet, ik klappen altijd dezelfde taal.” © Christophe De Muynck

Als u zegt dat ziekenhuizen moeten wijken voor bomen, dan doet u mee aan de polarisatie. Dat zijn de woorden van CM-voorzitter Luc Van Gorp.

“Dat is manifest onwaar. Luc zal dat wellicht fout geïnterpreteerd hebben. Ik heb deze uitspraak gedaan omdat ik niet akkoord ga met de Europese natuurherstelwet. En waar heb ik een probleem mee? Dat Europa wil opleggen waar wij wat nog mogen doen. Ik pleit in deze voor meer Vlaamse soevereiniteit.”

Kan u een voorbeeld geven waar een boom een ziekenhuis heeft tegengehouden?

“Vergunningstechnisch is dat mogelijk, hoor. Ik kan u een voorbeeld geven van een fietspad dat is moeten wijken omdat er vleermuizen op het traject zitten. Ik pleit voor wat meer pragmatisme. Je kan niet overal aan natuurontwikkeling doen. Doe dat in die gebieden waar je de grootste winsten kan boeken. Maar ik verzet mij tegen het beeld dat ik tegen de natuur zou zijn. U moet eens naar Kinrooi komen, waar ik burgemeester ben. Daar zal u zien hoeveel mooie natuur wij beschermen.”

U bent deze zomer ook zelf de natuur ingetrokken, zag ik op sociale media.

(knikt) “Wij trekken om de twee jaar naar de Zwitserse bergen. Dat is een prachtige omgeving om te wandelen, te fietsen en te zwemmen. Ik ben een echte liefhebber van openwaterzwemmen.”

Komt u nooit op vakantie naar onze provincie?

“Als kind wel. Dan kwamen we dikwijls naar zee. Maar ik moet toegeven: ik heb West-Vlaanderen pas echt leren kennen als minister. Ik ben de voorbije maanden al dikwijls verrast geweest door de schoonheid van deze provincie, en zeker van de Westhoek. Deze streek ademt een unieke sfeer uit. Ik kom hier echt graag.”

Dat hebt u dan gemeen met Zuhal Demir (N-VA).

“Dat heb ik ook gehoord, ja. Ze heeft een goede smaak.”

Misschien moet u hier eens met haar afspreken om stikstof definitief te beklinken? Iris zal vast en zeker een mooie plek vrijhouden.

Iris (die de hele tijd aandachtig meeluistert): “Zeker weten. En mocht zij geen vlees eten: we voorzien veel groensels en lekkere pastaslaatjes. Iedereen is hier welkom!”

Brouns: “Als Demir wil, zeg ik geen neen. Misschien is het zelfs een idee om hier met de voltallige regering naartoe te komen? Dat zal Hilde (Crevits, red.) fijn vinden. We doen elk jaar een away-day met de regering: dat is een ministerraad op verplaatsing. Ik zal deze plek eens voorstellen.”

Iris: “Zeg, is het geen tijd om die Picon uit te schenken?”

Brouns: “Ook daar zeg ik geen neen tegen.” (lacht)

Lees meer over: