Maak kennis met de West-Vlaming die Open VLD wil leiden: “Ik hoop dat de leden in opstand komen”

Bert Schelfhout: “De partijtop wou de leden buitenspel zetten. Veel leden weten zelfs niet dat er zaterdag een nieuwe voorzitter verkozen wordt.” © Christophe De Muynck
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

“Ik vind dat we moeten praten met Vlaams Belang.” Aan het woord is Bert Schelfhout, kandidaat-voorzitter van Open VLD. De 39-jarige West-Vlaming trapt enkele heilige huisjes aan diggelen in zijn eerste grote interview met deze krant. Het was fout om in Vivaldi te stappen, vindt hij ook, én het is tijd voor nieuwe lijsttrekkers in plaats van oudgedienden zoals Vincent Van Quickenborne. Leest u vooral verder.

Zaterdag kiest Open VLD op haar congres een nieuwe partijvoorzitter. Er zijn drie kandidaten. Er is Tom Ongena – waarnemend voorzitter en de man van de partijtop. Er is Vincent Stuer – een gewaardeerde naam in Europese kringen.

En er is een West-Vlaming: Bert Schelfhout, schepen in Deerlijk en ondernemer. Hij profileert zich als de kandidaat van de basis. De campagne is echter ongezien chaotisch verlopen. Er werd meer gediscussieerd over de procedure dan over de inhoud.

Wat is er aan de hand, meneer Schelfhout?

“Het is ongezien wat er aan het gebeuren is. De partijtop wou de leden buitenspel zetten. Men is daar voor een stuk in geslaagd. Veel leden weten zelfs niet dat er zaterdag een nieuwe voorzitter verkozen wordt. Er is zelfs geen digitale stemming mogelijk. Het probleem is dat de partijtop – allemaal mensen die al twintig jaar aan de macht zijn – de touwtjes in handen wil houden. Daarom werd Tom Ongena aangesteld als waarnemend voorzitter.”

‘Het zijn nep-verkiezingen’, zegt Els Ampe.

“Zij heeft een punt. De statuten laten normaal niet toe dat een voorzitter verkozen wordt op een congres. Ik betreur dat Tom het spel meespeelt. Hij had begin juli volwaardige verkiezingen moeten uitschrijven. Dan was er van deze chaos geen sprake. Nu, er is een uitweg. Er moet zaterdag eerst gestemd worden over deze aangepaste procedure. Als één derde van de aanwezigen tegen stemt, dan is de partij verplicht om toch nog échte voorzittersverkiezingen te organiseren. Deze zouden dan in december plaatsvinden.”

En dat is uw grote hoop?

“Ja, natuurlijk. Dan zouden we tenminste tijd hebben om te debatteren over de inhoud. Onze democratische principes staan zwaar onder druk. Ik hoop dat de leden in opstand komen en neen zeggen tegen deze manier van werken. Als we een echte campagne krijgen, dan ben ik ervan overtuigd dat ik kans maak om te winnen.”

Wat heeft u getriggerd om kandidaat-voorzitter te zijn?

“Ik ben al twintig jaar lid van de liberale partij. Ik heb nog net de hoogdagen meegemaakt, maar daarna is het alleen maar achteruitgegaan. Toen ik tien jaar geleden jongerenvoorzitter was, telden we duizenden enthousiaste leden. Deze groep is alleen maar gekrompen. Dat zijn dingen die mij frustreren. Ofwel haal je dan je schouders op, ofwel spring je zelf. Ik had niets te verliezen, dus ik heb voor het laatste gekozen. Vlaanderen heeft nood aan een sterke liberale partij.”

Hoe verklaart u dat de partij zo is weggezakt?

“We vatten de tijdsgeest niet meer. We zitten vast in dogma’s van twintig jaar geleden. Eén voorbeeld. De partij denkt nog altijd dat werk heilig is voor de Vlaming. (op dreef) Werken, werken, werken. Hier een flexi-job, daar een flexi-job. Wel, ik kan u zeggen: dat is een foute inschatting. Mijn generatie – zeg maar de millennials – wordt niet warm van die boodschap.”

“Wij willen weliswaar hard werken, maar we willen ook tijd voor onszelf en ons gezin. Het probleem is dat mensen die hard werken, te weinig overhouden op het einde van de maand. Dat is waarom zoveel mensen naar een flexi-job grijpen. De torenhoge belastingdruk: dát moet onze prioriteit zijn.”

U wordt de kandidaat van de rechterzijde genoemd. Zou dat kloppen?

“Zeker op sociaaleconomisch vlak, ja. Ik heb drie grote prioriteiten: lagere belastingen, een gezonde begroting en minder regelgeving. Dat zijn dé uitdagingen voor de komende tien jaar. Als we onze welvaart willen behouden, dan moeten we daar werk van maken. Ik vind echt dat we dat de voorbije jaren te weinig gedaan hebben. Elke keer dat wij een congres houden, zeggen we dat de lasten naar beneden moeten. Het is dringend tijd om het ook eens écht te doen.”

Is geloofwaardigheid het grote pijnpunt van uw partij?

(knikt) “Alles staat of valt met geloofwaardigheid. En hoe kunnen we opnieuw geloofwaardig worden? Door enerzijds nieuwe mensen naar voren te schuiven. We moeten af van de aloude politieke clans. Maar anderzijds ook inhoudelijk: door te doen wat we zeggen. Ik wil daarom in onze statuten laten inschrijven dat we niet meer in een regering stappen zonder verlaging van de belastingdruk.”

Was het fout om in de federale Vivaldi-regering te stappen?

“Ik vrees van wel, ja. Ik had liever gehad dat de piste met N-VA nog wat verder uitgediept werd. Let wel: er zijn verzachtende omstandigheden. Ik begrijp dat een partij op een bepaald moment haar verantwoordelijkheid moet nemen. Ik wil ook zeggen dat de regering de coronacrisis goed heeft aangepakt. Maar dat is geen excuus voor het ontsporen van de begroting. En weet je wat misschien nog het ergste van allemaal is? Dat je geen sense of urgency voelt. De regering lijkt maar niet te begrijpen dat ze op deze manier speelt met de welvaart van de mensen.”

(lees verder onder de foto)

Bert Schelfhout: “Als Vlaams Belang óns programma wil uitvoeren, waarom zouden we dat dan geen kans geven?”
Bert Schelfhout: “Als Vlaams Belang óns programma wil uitvoeren, waarom zouden we dat dan geen kans geven?” © Christophe De Muynck

Als ik het goed aanvoel, is een verderzetting van Vivaldi geen optie voor u?

(grijnst) “Neen, zeker niet. Of het zou moeten zijn dat alle partijen plots tot inkeer komen en van de begroting een prioriteit maken. Maar ik denk niet dat dat zal gebeuren. Ik ben eerder voorstander van een herhaling van de Zweedse regering (met N-VA, CD&V, Open VLD en MR, red.). Dat is de enige regering die erin slaagde om het overheidsbeslag naar beneden te halen.”

Hoe kijkt u naar de oproep van N-VA-voorzitter Bart De Wever om één grote centrumrechtse partij te vormen?

“Dat is een goede aanzet voor het debat. Als De Wever wil meegaan in een verhaal van minder lasten, minder regels en een gezonde begroting, dan wil ik graag praten met hem. Maar ik denk niet dat wij één partij kunnen vormen. Voor N-VA staat de natie centraal, terwijl wij het individu centraal zetten: dat is een groot ideologisch verschil.”

Zou u openstaan voor een coalitie met Vlaams Belang?

(aarzelend) “Ik vind dat we met hen moeten praten. Wat als zij straks 25 procent van de stemmen halen? Je kan deze kiezers toch niet negeren? Maar dat wil niet zeggen dat ik een coalitie mogelijk acht. Daarvoor ligt ons mensbeeld te ver uiteen, denk ik. Maar ik wil wel praten en luisteren.”

Bent u zeker dat het mensbeeld veel verschilt? Zou ook uw donkerblauwe achterban geen strenger migratiebeleid willen?

“Het mensbeeld van Vlaams Belang is eng. Zij zijn tegen andere mensen. Dat is niet het mensbeeld dat een echte liberaal heeft. Ik ga akkoord dat we een streng migratiebeleid moeten voeren, maar het moet ook humaan zijn. Ik vind het bijvoorbeeld ontoelaatbaar dat er mensen op straat moeten slapen.”

“Ik ben ook voorstander van arbeidsmigratie naar het Canadese model, waarbij gekeken wordt naar migranten met een meerwaarde en naar de noden van de arbeidsmarkt. Ook landen zoals Australië en Zuid-Afrika werken met zo’n model. België is te ver meegegaan in wat ik het PS-model noem: ongeschoolde migranten aantrekken om hen vervolgens te pamperen in de hoop dat ze voor jou stemmen.”

Wat als Vlaams Belang bereid is om uw programma uit te voeren? Zou u dan een coalitie met hen vormen?

“Waarom niet? Het liberaal verhaal is een humaan verhaal. Als zij óns programma willen uitvoeren, waarom zouden we dat dan geen kans geven? (even stil) Dit zal een relletje geven, zeker? Nu, ik ga mijn woorden niet terugtrekken. Dit is wat ik meen.”

Dat is een stevige koerswijziging. Laten we eens naar onze provincie kijken. Wat doet u hier met Vincent Van Quickenborne? Is hij nog geloofwaardig als kopman?

(wikt zijn woorden) “Als je je geloofwaardigheid wil herstellen als partij, dan moet je nieuwe mensen durven lanceren. Ik was grote fan van de vernieuwingsoperatie die John Crombez heeft doorgevoerd bij de socialisten. Het is daardoor dat de partij vandaag opnieuw een goede score kan behalen. Ook wij zullen zoiets moeten doen. Ik zou zelfs nog een stap verder gaan dan John: ik zou graag hebben dat geen enkele lijsttrekker nog dezelfde is als vijf jaar geleden. Maar dat betekent niet dat we alle oudgedienden moeten afserveren. Ik zou Vincent graag zien als tweede op de lijst, of als lijstduwer.”

Wil u ook een nieuwe naam voor de partij?

“Dat kan het eindpunt zijn van een vernieuwingsoperatie, maar een nieuwe naam heeft tijd nodig om ingang te vinden bij de mensen. Dat is dus niet voor meteen.”

(lees verder onder de foto)

Bert Schelfout: “Als je je geloofwaardigheid wil herstellen als partij, dan moet je nieuwe mensen durven lanceren. Ik zou graag hebben dat geen enkele lijsttrekker nog dezelfde is als vijf jaar geleden.”
Bert Schelfout: “Als je je geloofwaardigheid wil herstellen als partij, dan moet je nieuwe mensen durven lanceren. Ik zou graag hebben dat geen enkele lijsttrekker nog dezelfde is als vijf jaar geleden.” © Christophe De Muynck

Vanwaar komt uw politieke microbe? U bent opgegroeid in een Vlaams nest, dacht ik?

(knikt) “Mijn vader is een romantische flamingant. Hij was vroeger lid van de Volksunie en daarna van Vlaams Belang, waarvoor hij ook even mandataris is geweest. Maar uiteindelijk voelde hij zich daar niet helemaal thuis. Later is hij als onafhankelijke in de gemeentepolitiek blijven zitten. De politieke microbe heb ik zeker van hem, maar ik heb niets van zijn nationalistisch gedachtegoed. De natie is voor mij iets heel functioneels. We hebben daar dikwijls over geclasht, moet ik toegeven. Dat was niet altijd fijn. Maar goed: ik denk dat hij vandaag wel met lichte trots kijkt naar wat ik doe. De discussies aan de keukentafel zijn verleden tijd.”

Wie was dan wel uw politiek rolmodel?

“Guy Verhofstadt was mijn eerste grote voorbeeld. Ik was grote aanhanger van zijn burgermanifesten. Later ben ik opgeschoven richting Jean-Marie Dedecker.”

Zou het geen idee zijn om deze man terug te halen?

(lacht ongemakkelijk) “Dat zijn ambetante vragen. Ik ga niet ontkennen dat ik af en toe contact heb met Jean-Marie, maar het gaat nooit over een terugkeer. (denkt na) Het is mijn intentie om een brede liberale partij uit te bouwen met zoveel mogelijk liberale krachten. Als Jean-Marie daar een deel van wil zijn, dan mag dat van mij. Op voorwaarde dat hij zich inschrijft in het team.”

Iets anders nog. Kan een partijvoorzitter ook een aanwezige vader zijn?

“Het zal móeten. Ik heb vier jonge kinderen en ik wil hen zien opgroeien. Ik besef natuurlijk dat het voorzitterschap een grote impact zou hebben op mijn eigen leven. Maar ik denk ook dat je zelf je grenzen kan bepalen. Je hoeft als partijvoorzitter niet op elk thema te springen. Weet je wie dat goed aanpakt? Conner Rousseau. Hij voelt niet de drang om elke dag aanwezig te zijn in de media. Soms moet je ook eens loslaten. Er zijn veel te veel politici die zich gedragen als kangoeroes en voortdurend overal opspringen. Zo’n politicus wil ik niet zijn. Dat moet mij toelaten om toch tijd te hebben voor mijn gezin.”

Wat doet u als Tom Ongena verkozen wordt – zoals iedereen verwacht?

“Dat is te vroeg om te zeggen. Ik zou dan vooral hopen dat ook Tom durft werk te maken van politieke vernieuwing. Maar ik verwacht niet dat hij dat zal doen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier