“Zwart gat? Eerder bevrijding”: lokale politici over het abrupte einde van hun loopbaan
Nu in de meeste steden en gemeenten de nieuwe gemeenteraad is geïnstalleerd, komt voor heel wat lokale politici een definitief einde aan hun mandaat. Uit een telling van deze krant blijkt dat in onze provincie maar liefst 23 burgemeesters en 127 schepenen hun sjerp moesten afstaan. “Dat kan raar doen, maar ook een verademing zijn”, zegt Bart Tommelein, ex-burgemeester van Oostende.
“Ik heb voor de eerste keer in 25 jaar samen met mijn vrouw de kerstboom kunnen versieren”, glundert Bart Tommelein. De Oostendse liberaal voerde de afgelopen maanden een – bijwijlen bitse – strijd om politiek te overleven in de Stad aan Zee. De socialisten van zijn grote uitdager John Crombez verdreven hem echter uit het stadhuis. Tommelein is niet alleen.
In West-Vlaanderen verloren maar liefst 23 van de 64 burgemeesters hun sjerp. Omdat er nog een aantal procedures bij de Raad voor Verkiezingsbetwistingen lopen, kan dat cijfer nog stijgen. Bij de schepenen is het slagveld – logischerwijs – nog drukker bevolkt. Minstens 127 schepenen verloren hun sjerp na de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober.
Even slikken
Wat doet dat met de lokale mandatarissen die plots geconfronteerd worden met een lege agenda? “Mijn familie en mijn onmiddellijke omgeving ervaren dit niet meteen als iets negatiefs. Ze hebben mij 25 jaar moeten delen met de publieke opinie en dat is niet altijd even gemakkelijk geweest”, zegt Bart Tommelein. “Ik ben dus niet in een zwart gat gevallen, het voelt eerder aan als een soort bevrijding”, zegt hij.
Van een lege agenda heeft Tommelein naar eigen zeggen geen last. “Integendeel. Ik heb meteen de bladzijde omgeslagen en ben aan de slag gegaan als zelfstandig consultant. Dat lukt vrij aardig. Let op: als je kandidaat bent bij de verkiezingen als zittend burgemeester, is het uiteraard de ambitie om voort te kunnen doen. Maar als dat niet lukt, moet je even slikken en weer rechtkrabbelen”, klinkt het.
Vers bloed
Een lokaal mandaat is geen vaste benoeming. In een democratie weet je dat een politieke job nooit zeker is. “Dat is ook goed”, zegt Bert Herrewyn, twaalf jaar schepen voor Vooruit in Kortrijk. “Zowel voor de politiek als voor de politicus zelf. Je moet aandacht hebben voor vernieuwing en de politiek heeft nood aan vers bloed”, zegt hij. Na zijn eerste bestuursperiode van zes jaar gaf hij zijn job op om de tweede legislatuur voltijds schepen te worden. “Ik sta nog altijd achter die keuze, al moet ik nu natuurlijk aan de bak om te solliciteren. Die twaalf jaar ervaring als schepen beschouw ik als een troef”, klinkt het.
“Die titel als schepen? Alleen goed voor op je doodsbrief”
Lokale mandatarissen hebben bovendien recht op een uittredingsvergoeding. Per gepresteerd jaar krijgen ze een maandwedde, met een maximum van twaalf maanden. “Dat is een billijk bedrag, zeker als je dat vergelijkt met de uittredingsvergoedingen op federaal vlak. Het geeft lokale politici ook de kans om niet overhaast zomaar elke nieuwe job te moeten aanvaarden”, zegt Herrewyn.
Op je doodsbrief
Voormalig schepen Caroline Maertens (N-VA) uit Izegem heeft in die twaalf jaar dat ze schepen was haar job als onthaalmedewerker in het ziekenhuis behouden. “Hoewel ik meer dan voltijds met politiek bezig was, beschouwde ik dat wel als een hobby. Mijn werk, dat is het ziekenhuis. Daardoor val ik nu ook niet in een zwart gat. Sommige collega’s die alles hebben opgegeven voor de politiek en nu geen mandaat meer hebben, ervaren dat wellicht anders. Als politicus moet je beseffen dat het op een dag gedaan kan zijn. Voor de status moet je het alvast niet doen: zo’n titel als schepen, dat is enkel goed om op je doodsbrief te zetten”, nuanceert Maertens.
Toch voelt het ook voor haar vreemd dat het er, na alle avondlijke vergaderingen en werfbezoeken als schepen voor openbare werken, plots op zit. “Het is een heel stuk van je tijdsbesteding dat wegvalt. Nu dat weggevallen is, merk ik dat mijn lichaam daarop reageert. Plots zit ik met een grote verkoudheid, wellicht door de decompressie. Ik blijf dan wel gemeenteraadslid, het is allemaal toch wat minder intens. Al merk ik wel dat mensen me nog altijd aanspreken over mijn voormalige bevoegdheden”, zegt Maertens.
Dat laatste beaamt ook Bart Tommelein. “Niet iedereen is al helemaal mee. Zo kreeg ik recent nog een telefoontje van de brandweer, over een probleem in de haven. Ik heb ze moeten melden dat ze daarvoor niet langer bij mij moeten zijn”, lacht hij.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier