“We lopen erbij voor spek en bonen”: helft West-Vlaamse gemeenteraadsleden vindt dat ze geen impact hebben op beleid

Hebben gemeenteraadsleden wel iets te zeggen over het beleid in hun gemeente? De helft van de West-Vlaamse raadsleden vindt van niet. Dat blijkt uit onze exclusieve bevraging. (foto JS/montage KW)
Phebe Somers

Hebben gemeenteraadsleden wel iets te zeggen over het beleid in hun gemeente? De helft van de West-Vlaamse raadsleden vindt van niet. Dat blijkt uit een exclusieve bevraging van De Krant van West-Vlaanderen. “We lopen erbij voor spek en bonen.”

Na de lokale verkiezingen van 13 oktober 2024 legden 1.486 West-Vlamingen in december de eed af als gemeenteraadslid. Nu, een jaar later, organiseerde De Krant van West-Vlaanderen een grootschalige enquête bij alle raadsleden in onze provincie. 578 lokale politici beantwoordden onze 30 vragen. De antwoorden werden anoniem verwerkt, al kreeg elke deelnemer de kans zijn of haar gegevens achter te laten.

Te weinig invloed

Opvallend: zowat de helft van die bijna 1.500 gemeenteraadsleden vinden dat ze te weinig invloed hebben op wat beslist wordt in hun gemeente. Vooral veel gewone gemeenteraadsleden – die dus geen uitvoerend mandaat als schepen of burgemeester hebben – voelen zich onvoldoende gehoord. 56 procent van hen geeft aan te weinig invloed te hebben, een op de drie vindt zelfs dat hij of zij helemaal niks in de pap te brokken heeft… (lees verder onder de grafiek)

“Als een punt op de gemeenteraad komt, is discussie bijna overbodig, want je weet dat het toch zal goedgekeurd worden”, aldus Bart Plasschaert van oppositiepartij Trots op Oostende in de kuststad. “Vaak wordt de pers al ingelicht over beslissingen nog voor die agendapunten op de gemeenteraad behandeld zijn”, zegt een anonieme deelnemer aan de enquête.

“Gemeenteraadsleden, zowel van de meerderheid als van de oppositie, lopen er voor spek en bonen bij. Het beleid wordt 100 procent bepaald door het schepencollege. De oplossing? Meer bevoegdheden voor de gemeenteraad”, aldus een raadslid dat al meer dan twintig jaar meedraait. “Minder schepenen en in de plaats meer bevoegdheden voor de gemeenteraad!”, stelt iemand anders voor. Nog een andere deelnemer aan de enquête stelt voor om schepenen niet langer te laten meestemmen in de gemeenteraad. “Dan zullen ze voor moeilijke beslissingen meer moeite moeten doen om de raadsleden te overtuigen.”

“Gemeenteraadsleden worden te weinig of zelfs niet ondersteund”

In tegenstelling tot de raadsleden zonder uitvoerend mandaat zijn burgemeesters en schepenen volgens onze enquête wél best tevreden met de impact die ze hebben. Zo’n 85 procent van de schepenen vindt dat ze in hun functie in sterke mate een invloed kunnen uitoefenen, bij de burgemeesters gaat het zelfs om 97 procent.

Te weinig ondersteund

Volgens professor bestuurskunde en overheidsmanagement Bram Verschuere (UGent) zit op het lokale niveau het evenwicht tussen de uitvoerende (het schepencollege) en de wetgevende macht (de gemeenteraad) scheef. “Dat komt omdat ook lokale dossiers vaak heel complex zijn, en gemeenteraadsleden – in tegenstelling tot leden van het schepencollege – gewoon te weinig of zelfs niet ondersteund worden. Ze hebben geen medewerkers en doen aan politiek na hun werkuren. Ze hebben vaak weinig tijd of begeleiding om zich beter in te lezen in dossiers. Mocht dat wel het geval zijn, denk ik dat ze veel meer het gevoel zouden hebben dat ze iets kunnen betekenen binnen het lokaal bestuur.”

Vlaams minister van Binnenlands bestuur Hilde Crevits (CD&V) vindt het jammer dat de helft van de raadsleden aangeven weinig impact te hebben. “Als voorzitter van de gemeenteraad in Torhout besef ik zeer goed dat raadsleden wel degelijk een impact kunnen hebben en een kritische rol kunnen spelen. Daarom probeer ik iedereen voldoende aan bod te laten komen, meerderheid én oppositie. Ik raad ook aan om één thema te zoeken waar je mee aan de slag kan.”

Dat de dossiers complexer worden terwijl raadsleden klagen over te weinig ondersteuning, erkent de minister. “Daarom werk ik momenteel aan maatregelen om de raad en het statuut van de mandatarissen te versterken. Dat gaat over toegang tot vorming, informatie en ondersteuning en omkadering. Lokale mandatarissen zijn de helden van onze democratie”, klinkt het.

1 op 10

De impact die lokale politici menen te hebben op het beleid, vertaalt zich ook in de score die ze geven voor het werk dat ze verricht hebben in de gemeenteraad. Alleen bij de raadsleden zonder uitvoerend mandaat vinden we scores van 5 op 10 of minder terug, sommigen geven zichzelf slechts 1 op 10. Schepenen geven hun eigen werk dan weer minstens een 6 op 10, burgemeesters gaan niet voor minder dan 7 op 10.

“Als een raadslid het gevoel heeft geen impact te hebben, de standpunten onvoldoende kan realiseren, te verdrinken in de complexiteit, dan daalt hun enthousiasme en dus ook tevredenheid. Daarom zie je ook veel mensen stoppen binnen het jaar na de verkiezingen. Zorgen dat raadsleden meer inspraak en impact kunnen hebben, kan zeker helpen”, besluit professor Bram Verschuere.

De komende twee weken gaan we dieper in op de resultaten van deze grootschalige enquête.

Gestemd tegen goesting

Dat burgemeesters en schepenen vinden dat ze een grote impact hebben op het beleid in hun gemeente of stad, betekent niet dat ze altijd zomaar hun zin doen. Zowel bij de burgemeesters als de schepenen geeft de helft aan wel eens een stem uitgebracht te hebben waar hij of zij niet achter stond. Bij de andere gemeenteraadsleden is dat een op de vier. Bijna allemaal geven ze aan dat dit kaderde binnen het sluiten van een compromis.

“Als gepensioneerd zelfstandige heb ik vaak een andere visie over de uitgaven, maar ik schik mij democratisch naar de meerderheid wanneer er moet gestemd worden”, geeft de Izegemse schepen Jan Dierickx-Visschers (STIP+) toe.

Youro Casier (Vooruit), burgemeester van Wervik, stemde als jong raadslid tegen zijn zin mee voor de invoering van een nieuwe belasting in 2001. “Om de budgetten op orde te krijgen werd er geopteerd om allerlei belastingen te verhogen en een nieuwe, algemene gemeentebelasting in te voeren. Ik had het daar écht moeilijk mee, maar stemde uiteindelijk toch mee omdat er op een ander vlak een toegeving werd gedaan. Daarna is me dat nooit meer overkomen.”

Steevast je eigen overtuiging laten spreken, is volgens professor Bram Verschuere niet haalbaar. “Wanneer je ervoor kiest om op de lijst van een bepaalde partij te staan, weet je dat je soms moet meestemmen volgens het partijstandpunt. Stel je voor dat schepenen – soms binnen een coalitie met drie tot vier partijen – nooit water bij de wijn zouden doen, dan geraken er nooit knopen doorgehakt. Maar ook bij de oppositie kun je niet altijd zomaar ingaan tegen de visie van je partijgenoten. Soms zal het wel eens toegelaten worden om af te wijken, maar ook daar wordt partijdiscipline doorgaans hoog in het vaandel gedragen.”

Partner Expertise