Maak kennis met een openhartige Pauline Van Marcke, de jongste burgemeester van Vlaanderen: “Ik weet dat ik fouten zal maken, maar dat is dan maar zo”
Amper 25 lentes is Pauline Van Marcke. Guitige glimlach. Roze wangen – misschien van de herfstkou. Klein van gestalte, maar scherp van tong. Sinds deze week mag deze gedreven politica zich de jongste burgemeester van Vlaanderen noemen. Een vurig en emotioneel gesprek over de rare kronkels van het leven, vrouwen en politiek en het einde van het cordon sanitaire…
Anzegem, dorp tussen Leie en Schelde. Bekend van Stijn Streuvels en Karel Sabbe. Het is een heldere herfstochtend als we afspraak hebben. We maken een fikse wandeling in het golvende landschap aan de voet van de Vlaamse Ardennen. “Het doet deugd om buiten te zijn”, zegt Pauline Van Marcke. “De voorbije weken waren héél pittig. Ik kan niet wachten tot het donderdag is. Het mag nu echt wel beginnen.”
In Anzegem won de ongebonden partij SAMENéén de verkiezingen. De amper 25-jarige Van Marcke behaalde de meeste stemmen en wordt dus burgemeester.
De jongste burgemeester van Vlaanderen, wat doet deze titel met u?
“Het is te zot voor woorden. Het heeft zelfs in Wallonië het nieuws gehaald. (lacht) Het gaat allemaal zo snel. Zeven jaar geleden is mijn vader onverwacht overleden – hij was hier burgemeester. Deels uit eerbetoon ben ik daarna op zijn lijst gaan staan. Ik raakte verkozen en begin vorig jaar werd ik schepen. En zie nu! (blaast) Het leven neemt soms rare wendingen.”
Is het ook een beetje beangstigend? De meeste 25-jarigen maken uitgaansbuurten onveilig. U moet een gemeente runnen.
“Misschien een beetje. Maar ik laat me niet graag afschrikken. Ik vind het vooral uitdagend. Ik voel een gezonde drang om mij te bewijzen. Ik weet dat ik fouten zal maken, maar dat is dan maar zo. Ik heb er heel veel zin in. Dit is wat ik wou!”
Denkt u niet: ‘Help, mijn jeugd is voorbij’?
“Ik hoop van niet. (lacht) Je hebt natuurlijk een grote verantwoordelijkheid als burgemeester, maar ik hoop dat ik af en toe nog eens jong en onbezonnen mag zijn: op zondag met vrienden naar de stad, eens een reisje maken. Er zijn burgemeesters die hun gemeente geen week kunnen missen. Daar ga ik geen voorbeeld aan nemen. Een gezonde work–life-balans is belangrijk. Weet je wat ik niet begrijp? Dat sommige politici, vooral mannen, én burgemeester willen zijn én parlementslid én wat weet ik nog allemaal. Hoe doe je dat? Dan heb je toch geen leven meer?”
Een vegetariër aan het hoofd van een plattelandsgemeente, is dat geen anomalie?
(lacht) “Wie heeft je dat verteld? Nu breng je me in een lastig parket. (wikt haar woorden) Af en toe durf ik wel eens een stukje vlees te eten, omdat ik niet altijd de ‘lastigaard’ wil zijn. Ik wil niet dat iedereen zich moet aanpassen aan mij. Volgende vraag. (lacht) Het pirobakken is hier trouwens cultureel erfgoed.”
Het piro-wat?
“Dat is een soort worstenbroodje, maar dan met gehakt. In de wintermaanden vind je dat hier in elk café. Dat is een gezellige traditie.”
Ander punt. Amper 1 op de 5 gemeenten zal geleid worden door een vrouw. Wat denkt u daarvan?
“Ik vind dat spijtig. Héél spijtig. (op dreef) Weet je wat het probleem is? Dat vrouwen niet genoeg lef tonen, niet genoeg durven. Dat ze te veel twijfelen aan zichzelf. Ik heb dat ook gemerkt bij de lijstvorming. Als je vrouwen wil overtuigen, moet je hen bijna uit hun huis sleuren. ‘Ga ik dat wel kunnen?’ ‘Is dat wel te combineren met mijn gezin?’ Mannen laten zich veel minder afschrikken.”
In mijn gemeente Koekelare was het opvallend hoe vrouwen, hoewel zij meer stemmen behaalden, bij de verdeling van de mandaten vrijwillig een stap opzijzetten voor mannen.
“Echt? Dat is toch waanzin! Hier telt het schepencollege voor het eerst evenveel vrouwen als mannen. Ik ben daar fier op. (enthousiast) Een warme oproep aan alle vrouwen: laat ons wat meer lef tonen! Durf de stap zetten naar de politiek. Niet twijfelen, maar doen! De politiek heeft nood aan sterke vrouwen.”
“Was mijn papa niet gestorven, dan zou ik misschien niet voor de politiek gekozen hebben”
Twijfelt u nooit of u het zal kunnen?
“Ik weet dat ik nog veel moet leren, maar ik twijfel daarom niet aan mezelf. Dat zijn twee verschillende dingen. Dat je onervaren bent, mag je niet tegenhouden. Ik begrijp natuurlijk dat vrouwen die kinderen hebben, meer twijfelen. Het ís geen evidente combinatie. En toch hoop ik dat het ooit geen hinderpaal meer zal zijn.”
Wie doet bij u de was en de plas?
“Mijn mama. (schatert het uit) Ik woon nog thuis, dus daar hoef ik mij geen zorgen over te maken. Mijn mama doet dat graag voor mij. Zij is de sterke vrouw die dit allemaal mogelijk maakt. Ik ben haar heel dankbaar.”
Terug naar de kern: hoe kan deze ongelijkheid gekeerd worden?
(denkt na) “Een programma zoals Hertoginnedal vind ik heel inspirerend. Dat zijn allemaal sterke vrouwen die bewijzen dat wij het kunnen maken in de politiek. Dat zijn de rolmodellen die we nodig hebben. Wat ook goed is, is dat zij niet in een slachtofferrol kruipen. Want daar heb ik een hekel aan. Er zijn ook mensen die zeggen dat ik hier sta dankzij de populariteit van mijn papa. Dat kan goed zijn, maar ik ga deze kans met twee handen grijpen. Ik ga bewijzen dat ik het kan. En wie weet kan ik zo ook andere vrouwen inspireren.”
We hebben nu naar de vrouwen zelf gewezen. Moeten we ook niet naar de mannen kijken?
“De politiek is een harde mannenwereld en dat schrikt veel vrouwen af. Maar hoe kunnen we dat omkeren? Door zelf te tonen dat ook authentieke en constructieve politiek succesvol kan zijn. Dat is trouwens wat ook jongeren afschrikt. Als ik kijk naar mijn vrienden: zij zijn wel geboeid door politiek, maar niet door het geruzie en het moddergooien, dat dan ook nog eens door de media uitvergroot wordt.”
Quid seksisme in de politiek? Ooit ondervonden?
“Neen. (denkt na) Misschien dat je je als jonge vrouw wel wat meer moet bewijzen – dat zou kunnen. Dat iemand met twintig jaar ervaring op de teller sneller serieus genomen wordt. Maar is dat niet in elke sector zo? Wat wel eens gebeurt, is dat mannen je dichter tegen hun frak trekken als ze goeiedag zeggen. Maar daar moet je tegen kunnen.”
Vindt u?
“Ja, want daar schuilt geen kwaad in. Een #MeToo heb ik nog niet meegemaakt.”
Laten we eens naar uw parcours kijken. Was u voorbestemd om politica te worden?
“Dat is een te groot woord. Was mijn papa niet gestorven, dan zou ik misschien niet voor de politiek gekozen hebben. Als kind wou ik zangeres of modeontwerpster worden. Later wou ik voor een internationale ngo gaan werken. Thuis werd er vaak over mensenrechten en samenleving gesproken. (even stil) Had ik het leven mogen kiezen, dan liep ik hier vandaag niet. Dan was papa nog altijd burgemeester.”
Is het alleen voor uw vader dat u één jaar na zijn overlijden op zijn lijst ging staan?
“Neen. Ook uit nieuwsgierigheid. Omdat ik wel altijd geboeid was door die wereld. Maar niet met het idee dat ik zes jaar later burgemeester zou worden.”
Hoe zou uw vader vandaag naar u kijken?
“Hij zou fier zijn, denk ik. Om wie ik ben en wat ik doe. (glimlacht) Maar hij zou het nooit geloofd hebben. Ik ook niet, als je mij dat tien jaar geleden had voorspeld. Ik had je voor gek verklaard. (krop in de keel) Je ouder verliezen op zo’n jonge leeftijd, is een stuk van jezelf verliezen. Je bent nog zoekende in het leven, je hebt hun steun en wijsheid nodig. Het kwam ook zó onverwacht – complicaties na een operatie. Men zegt wel eens dat tijd alle wonden heelt. Dat voel ik toch nog niet, hoor. ”
“Een warme oproep aan alle vrouwen: laat ons wat meer lef tonen! Durf de stap zetten naar de politiek!”
Wat zou u hem graag nog vragen?
(lang stil) “Wat doe je als het allemaal te veel wordt? Als je toch gaat twijfelen aan jezelf? Hoe pak je dat aan? (denkt na) Ik ga mijn best doen, maar ik ben niet perfect. Het zal met vallen en opstaan zijn. Rechtlijnig blijven, zou hij zeggen. Iedereen gelijk behandelen. Als je recht in je schoenen staat, kan je jezelf niets verwijten. Gelukkig kan ik altijd terecht bij de huidige burgemeester, die straks eerste schepen wordt en destijds papa’s compagnon de route was. En ook bij mijn mama en mijn vriend. Hij doctoreert trouwens aan de universiteit van Hasselt.”
Uw vader is gestorven na een operatie aan zijn hart. Is dat iets erfelijks?
“Neen. Hij had hartritmestoornissen. Te veel stress, vrees ik. Hij had naast de politiek ook een eigen advocatenkantoor. Ik ga voltijds burgemeester zijn – bewust. Omdat ik niet te veel hooi op mijn vork wil nemen.”
Hij was lid van Open VLD. Bent u lid van een nationale partij?
“Neen, bewust niet. Ik wil geen stempel. Ook mijn papa had al snel door dat een nationale partij op lokaal vlak geen meerwaarde heeft. Daarom heeft hij in 2006 de lokale lijst SAMENéén opgericht. Dat was vooruitstrevend in die tijd. Lokaal gaat het meer over mensen en minder over ideologische tegenstellingen.”
U nam enkele jaren geleden wel deel aan ‘Gangmakers’, het talentenprogramma van Open VLD.
(knikt) “Een boeiende ervaring. Ik heb daar trouwens mijn vriend leren kennen. (lacht) Dat was een opleiding van een jaar. Op zaterdag kwamen we samen om thema’s te behandelen zoals ideologie, deontologie, onderhandelingstechnieken, public speaking, enzovoort. Dat komt mij vandaag goed van pas. Weet je: eigenlijk zou de Vlaamse overheid zoiets moeten organiseren voor lokale uitvoerende mandatarissen. ‘Wat moet ik doen om een goede mandataris te zijn?’ Als je geen lid bent van een nationale partij, moet je het allemaal zelf uitzoeken.”
Was u dan niet beter lid geworden?
“Neen. Ik kies voor Anzegem en wil mijn neutraliteit behouden. Ik heb de vraag gekregen, hoor. Ook om mee te doen aan de nationale verkiezingen. Maar ik heb telkens neen gezegd. Ik denk trouwens niet dat ik bij één partij zou passen.”
Hebt u een politiek voorbeeld op nationaal niveau?
“Jawel. Ik kijk op naar Hilde Crevits (CD&V). Zij is al minister sinds 2007. Ik was toen amper 8 jaar oud. Ik heb het dus nooit anders geweten. De manier waarop zij aan politiek doet, hoe zij altijd zichzelf blijft, vind ik bewonderenswaardig. Nooit met modder gooien, altijd een oplossing zoeken. Het is geen toeval dat de Vlaamse regering geen knopen kan doorhakken als zij niet aan tafel zit.”
Ik dacht dat u uw dorpsgenoot Jeremie Vaneeckhout zou noemen, de covoorzitter van Groen?
(lacht) “Jeremie is ook een integer politicus en compromisbereid. We merken dat ook op lokaal niveau. Maar ik kies toch voor Hilde.”
Dat zal ze graag lezen. Wat zou u haar zeggen als ze uw advies vraagt over de nieuwe spelregels voor de lokale verkiezingen? Crevits is daarvoor bevoegd.
“Dat het nog niet helemaal goed zit. Dat de burgemeester rechtstreeks verkozen wordt, vind ik een stap vooruit. Maar dat de grootste partij twee weken initiatiefrecht krijgt, blijkt toch niet te werken – zeker niet in de grote steden. Laat ons maar terugkeren naar het oude systeem. Ook de opkomstplicht mag weer ingevoerd worden. Ik hou nochtans niet van een betuttelende overheid, maar dat burgers verplicht worden om te stemmen, vind ik wel een goede zaak.”
In Brecht, Ranst en Izegem gaan lokale partijen zoals de uwe in zee met Vlaams Belang. Zou u dat ook doen?
(wikt haar woorden) “Je moet met iedereen aan tafel kunnen gaan, vind ik. Dus ja, ook met Vlaams Belang. Zou ik daarmee een coalitie kunnen vormen? Neen, dat niet. Omdat onze waarden en normen te ver uit elkaar staan. Maar als andere lokale partijen oordelen dat dat wel lukt, dan moet je dat respecteren, vind ik.”
Dus u bent geen fan van het cordon sanitaire?
“Ik ben geen fan van Vlaams Belang, maar ik vind het niet democratisch dat zij op voorhand uitgesloten worden. Ik ben fan van de democratie. Begrijp me niet verkeerd: ik zou met hen niet kunnen samenwerken. Een Filip Dewinter belichaamt alles wat ik niet wil zijn. Maar als een lokale partij in Brecht of Izegem oordeelt dat een coalitie wel kan, wie ben ik dan om te zeggen dat dat niet mag? Elke partij oordeelt zelf wat het beste is voor zijn gemeente.”
Tot slot: is Anzegem niet te klein voor iemand die International Business heeft gestudeerd?
“Ik heb zelfs zes maanden op Curaçao gestudeerd – een heerlijke tijd. Maar het antwoord op je vraag is ‘neen’. Zeker toen ik lijsttrekker werd, heb ik daar natuurlijk ook zelf lang over nagedacht. (enthousiast) Maar ik kwam tot de conclusie dat dit is wat ik écht wil. Omdat ik een meerwaarde kan zijn voor Anzegem. Maar ik ga dat geen dertig jaar doen, hè. Ik heb dus nog tijd zat om andere dingen te doen. Dat is het grote voordeel aan mijn titel van jongste burgemeester.” (lacht)
Bron: De Zondag
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier