Jean en Anaïs de Bethune: “De adel betekent weinig. En maar goed ook”

Jean de Bethune: "Een eenmalige bijdrage van de meest vermogenden is zeker te verantwoorden. Máár: dat mag geen structurele bijdrage worden." © Christophe De Muynck
Redactie KW

Moeten de rijken de coronacrisis betalen? Hoe geraakt CD&V uit het slop? Kan de provincie de wonde van de brexit verzachten? En baron zijn, wat betekent dat vandaag? Of is de adel verleden tijd? Allemaal fascinerende vragen, waarvoor we aan tafel gaan met twee telgen van de oudste politieke familie van dit land: vader en dochter de Bethune, Jean en Anaïs. “Wij lopen niet te koop met ons engagement.”

Het riante familiedomein in Marke is onze plek van afspraak. Het kasteel is een architecturaal pareltje van de negentiende eeuw. We worden verwelkomd door een breed glimlachende baron Jean de Bethune. Hij is een sigaretje aan het roken op de trappen. De zon schijnt. Het uitzicht op de Britse landschapstuin is prachtig. Dochter Anaïs, barones, wacht ons op in het rijkelijk versierde salon op het gelijkvloers. De rode pluche van de zetels doet denken aan de Senaat. We zijn omgeven door boeken en kunstwerken. Veel daarvan heeft een link met Napoleon. De familie is al generaties lang gefascineerd door de kleine generaal, bekent Jean.

De familie de Bethune doet al aan politiek sinds dag één van België. Felix Bethune, toen nog zonder de, was een lid van het eerste parlement, het zogenaamde Nationaal Congres dat de grondwet opstelde en de eerste koning verkoos. Hij lag later ook mee aan de basis van de katholieke partij. Het is door de politieke verdiensten van deze Felix dat de familie tot de adelstand is verheven. Elke man mag zich daarom baron noemen, elke vrouw barones. Vandaag is de familie op verschillende politieke fronten actief, allemaal voor CD&V. Jean is gedeputeerde voor de provincie West-Vlaanderen, zijn zus Sabine, die helaas niet aanwezig kon zijn, zetelt in de senaat en zijn dochter Anaïs is jongerenvoorzitter in Kortrijk.

Was er ooit een de Bethune lid van een andere partij?

Jean: “Neen. Al is de familie geen eenheidsworst. Debat kon, maar altijd binnen het kader van de katholieke partij. Ik weet bijvoorbeeld dat er grote meningsverschillen waren over priester Daens. Maar dat heeft nooit tot een afscheuring geleid. Ook vandaag voeren we graag debatten aan tafel over maatschappelijke thema’s. Die gaan zelden over partijpolitiek.”

Anaïs: “Het was voor mij heel logisch om aansluiting te zoeken bij CD&V. Mijn vader heeft mij nooit moeten pushen. Ik zat meteen op dezelfde golflengte.”

Jean: “Ik heb mijn kinderen geen kleur opgelegd. Ook een andere partij zou bespreekbaar zijn. Behalve Vlaams Belang. Dat is een familiekwestie. Het egoïsme van die partij staat diametraal tegenover onze waarden.”

Wou u nooit rebelleren tegenover uw vader, Anaïs?

Anaïs: “Neen, eigenlijk niet. Waarom zou ik?”

Jean: “Breng haar niet op slechte ideeën, hé.” (lacht)

Anaïs: “Ik kan wel debatteren, maar dan vooral met mensen van andere partijen. Als ik van mening verschil met mijn vader, is dat zelden over politiek. (denkt na) Of wacht: wel over feminisme. Ik vind de uitbreiding van het vaderschapsverlof een positieve zaak. Mijn vader ziet dat anders.”

Jean: “Ik ben voorstander van flexibiliteit. Je moet ervoor zorgen dat de mensen hun werk kunnen combineren met hun familiale verplichtingen. Mijn vrouw, die voorzitter is van de Europese gezinsbeweging, wijst mij daar permanent op. Maar ik ben geen grote voorstander van al die verlengde vakanties. Ik ben conservatiever op dat vlak.”

Anaïs: “Die uitbreiding is een belangrijk signaal voor vaders. Dat was een programmapunt van Jong CD&V. Ik ben blij dat dat overgenomen is.”

U bent baron en barones. Wat betekent dat vandaag?

Jean: “Weinig. De grondwet is daar helder in. Er is geen enkel ander voordeel dan de naam. Geen show, niets. En maar goed ook. De adel was vooral relevant in de negentiende eeuw. Wij gebruiken die titel omzeggens nooit. Maar het wijst wel op de traditie van de familie. Het is een deel van onze identiteit.”

Anaïs: “Dat vind ik ook. Ik heb die titel één keer gebruikt, op de aankondiging van mijn huwelijk. Omdat ik daar toch fier op ben. Dit zegt iets over de waarden en de afkomst van onze familie. Maar voorts probeer ik vooral mijn eigen pad te volgen.”

De adel staat vaak synoniem voor ‘goede werken’. Klopt het verhaal dat uw familie woongelegenheden voor kansarme vrouwen ondersteunt?

Jean: (knikt) “We hebben van thuis uit meegekregen dat we zorg moeten dragen voor mensen die het moeilijk hebben. Wie de analyse maakt van de woningmarkt, zal zien dat daar weinig plaats is voor alleenstaande moeders. En als er plek is, dan zijn verhuurders niet altijd geneigd om aan die mensen te verhuren. Wij doen daar inspanningen voor, ja. Vooral mijn moeder was daar heel geëngageerd in. Maar we lopen daar niet mee te koop.”

Anaïs: “Het is dat engagement dat me trots maakt. Tante Sabine bijvoorbeeld werkt keihard op vrouwenrechten. Dat zijn allemaal inspiratiebronnen.”

Botst u niet op het vooroordeel dat u alles in de schoot geworpen krijgt?

Anaïs: “Vroeger meer dan nu, toen ik in het middelbaar zat. Ik heb daarna in Namen en Leuven gestudeerd en zo mijn eigen weg gemaakt. Vandaag word ik daar zelden op aangesproken. Dat is ook omdat ik daar zelf niet mee uitpak. Ik werk voor Hogeschool Vives, waar men gelukkig open staat voor politiek engagement.”

Terug naar de partij. Die is zoekende na de historische nederlaag van 26 mei vorig jaar. Wat is uw analyse?

Jean: “De partij was de voeling verloren met de basis. Laat me dat even uitleggen. De samenleving is fundamenteel aan het veranderen, weg van de verzuiling. De partij is niet gevolgd in die evolutie. Dat is vervelend. Die voeling terugwinnen, zal tijd vragen. Begrijp me niet verkeerd: het overleg met de sociale partners blijft voor mij essentieel. Maar die balans moet in evenwicht zijn. De partij zal zich radicaler moeten aanpassen aan de nieuwe realiteit.”

Anaïs: “Het is positief dat er kansen komen voor jonge mensen zoals Sammy Mahdi (staatssecretaris voor Asiel en Migratie, red.). Nu goed, het is voor veel partijen moeilijk geworden om mensen warm te maken. We voelen dat ook in onze lokale werking.”

(lees verder onder de foto)

Anaïs de Bethune:
Anaïs de Bethune: “Ik heb mijn titel één keer gebruikt, op de aankondiging van mijn huwelijk. Omdat ik daar fier op ben.”© Christophe De Muynck

Waarom is volgens u CD&V niet meer aantrekkelijk?

Anaïs: (denkt na) “Omdat er een bepaald imago aan de partij kleeft. De media werken daaraan mee. Ze kiezen bepaalde foto’s voor bepaalde partijen, ik zal geen namen noemen, en andere foto’s voor andere partijen. Een CD&V-politicus wordt in een krant vaak weergegeven als misnoegd, terwijl politici van andere partijen veel gespierder overkomen.”

En dat is volgens u de reden?

Anaïs: “Ik zeg niet dat dat dé reden is. Ik vind dat wel frappant. Ook de nieuwe media spelen een rol. Andere partijen investeren daar veel meer geld in. Wij proberen op lokaal niveau zichtbaarheid te creëren met creatieve initiatieven. Onze Oranje Duimen bijvoorbeeld: dat zijn 3D-duimen voor mensen die engagement tonen op belangrijke thema’s zoals natuur, armoede en jeugd.”

Jean🙁pikt in) “Wat goed is: weinig jongerenpartijen profileren zich op die thema’s. Wij mogen ook wat meer zelfvertrouwen uitstralen. We lieten ons tijdens de regeringsonderhandelingen wegzetten als de partij tegen abortus en euthanasie. (feller) Dat is één component, maar niet de hoofdzaak. Wij zijn de partij van het centrum: dat is onze unieke positie. Dat is misschien niet makkelijk te verkopen, maar de oplossing voor 99 procent van de problemen ligt wel degelijk daar. (op dreef) Wie kan consequent de brug vormen tussen landbouw en milieu? Tussen Vlamingen en Walen? Tussen de federale en de Vlaamse regering? Wie kan zorgen voor een rechtvaardige verdeling van de coronafactuur? Wij, hé. En wij alleen.”

De regering wil een rijkentaks om de coronacrisis mee te financieren. U bent een begoede familie. Zou u bereid zijn om extra te betalen?

Jean: “Jawel. Ik vind een eenmalige bijdrage van de meest vermogenden zeker te verantwoorden. Ik denk ook dat er daartoe een breed gedragen goodwill is. Máár: dat mag geen structurele bijdrage worden. Dat is het gevaar in dit land.”

Anaïs:(zucht) “Dat is dan wel weer dat cliché. Dat wij de rijken zijn. Adel staat niet voor financiële rijkdom. Het is de solidariteit die centraal moet staan, niet wie dat moet betalen.”

Jean: “Die bijdrage moet wel gebeuren volgens draagkracht.”

Anaïs: “Ja, natuurlijk. Wie kan bijdragen, moet dat doen. Maar er moet niet met de vinger gewezen worden: die en die moeten betalen.”

Jean: “Veel belangrijker dan dit debat wordt trouwens het aandeel dat België krijgt van de Europese miljardenpot. Er worden daar astronomische bedragen uitgereikt aan de lidstaten. België moet zorgen dat het een stevig deel binnenhaalt. Dit is een unieke kans. Vervolgens moet dat geld efficiënt ingezet worden voor onderzoek, innovatie en infrastructuur. Dat wordt zo belangrijk. Door de historisch lage rente is dit hét moment om te investeren. Laten we die kans grijpen.”

Wou u nooit een rol spelen op nationaal niveau?

Jean: “Ik héb dat gedaan. Ik ben kabinetschef geweest. Maar ik vind het provinciale niveau veruit het meest interessante niveau. En waarom? Omdat je daar belangrijke problemen in kaart kan brengen en tegelijk gericht én snel oplossingen kan leveren. Dat gaat over milieu, arbeidsmarkt, woonbeleid, noem maar op. Dat kan je niet op de andere niveaus. Helaas zien velen de provincie als een bedreiging, waardoor we onvoldoende middelen krijgen. Ons budget is kleiner dan dat van de stad Kortrijk. Dat is niet ernstig, hé. (fijntjes) Al is dat ook het bewijs dat de provincie geen geldverslindend niveau is.”

Verschillende partijen zoals Groen, N-VA en Open VLD willen dat niveau afschaffen.

Jean: (droog) “Omdat ze er niets van willen begrijpen. Chapeau dat mijn partij niet mee heult. (op dreef) Neem de brexit. Dat is een mooi voorbeeld van het belang van de provincie. De haven van Antwerpen zal in absolute cijfers zwaarder getroffen worden dan die van Zeebrugge. Maar in relatieve cijfers is het omgekeerde het geval. Alleen is dat minder zichtbaar. Waar zullen de Vlaamse centen naartoe gaan, denkt u? Het provinciaal niveau kan druk zetten om toch voldoende middelen naar Zeebrugge te halen. Zonder de provincie zouden weinigen die belangen verdedigen. We ondernemen ook zelf actie om de impact te verzachten. We investeren in opleidingen voor wie zijn job verliest. Dat zullen er veel zijn, hoor. Onderschat het belang daarvan niet. We investeren ook in frontvorming met Franse en Nederlandse regio’s om meer middelen los te weken van de Europese Commissie.”

Anaïs: “Mijn man is ondernemer. Hij leidt mee een familiebedrijf in diepvriesgroenten. Hij zal ook getroffen worden door de brexit. Hij ziet dat met lede ogen gebeuren. Hij zegt ook hoe belangrijk de provincie kan zijn.”

Overstijgen uw ambities het lokale niveau?

Anaïs: “Ik dacht wel dat die vraag zou komen. (lacht) Dat is te vroeg om te zeggen. Ik wil nu eerst leren hoe de politiek werkt. Ik denk dat dat de goede volgorde is. Daarna zien we wel wat mogelijk is.”


Jean de Bethune

Geboren op 18 augustus 1959 in Kortrijk.

Zoon van Emmanuel de Bethune, voormalig burgemeester van Marke en Kortrijk, en Margaretha van Cauwelaert.

Master in de Rechten (KU Leuven).

Woont met zijn vrouw Annemie Drieskens in Marke. Vader van Anaïs (31) en Louise (22).

Lid van de provincieraad sinds 1987. Voorzitter van 2002 tot 2012.

Schepen van Kortrijk van 2001 tot 2012.

Gedeputeerde van de provincie, bevoegd voor onder meer Economie, Financiën en Wonen, van 2012 tot vandaag.

Anaïs de Bethune

Geboren op 15 september 1989 in Leuven.

Dochter van Jean de Bethune en Annemie Drieskens.

Master in de Vergelijkende en Internationale Politiek (KU Leuven).

Woont met haar man Philip Hoflack in Marke.

Werkt voor Hogeschool Vives sinds 2018. Is vandaag projectcoördinator.

Voorzitter van Jong CD&V Kortrijk van 2016 tot vandaag.