Het meest vrouwelijke schepencollege geeft tips aan de meest vrouwelijke regering

Linda Wyckstandt, schepen van Sociale Zaken, burgemeester Greet De Roo en schepen van Jeugd, Cultuur en Onderwijs Ilse Volcke zijn de drie sterke vrouwen in Ruiselede. (foto Olaf Verhaeghe)
Olaf Verhaeghe

De regering De Croo doet waar amper 13 West-Vlaamse gemeenten in slagen: minstens evenveel mannen als vrouwen in de nieuwe bestuursploeg krijgen. Sterker nog: in maar liefst 24 schepencolleges in onze provincie zetelt op dit moment zelfs maar één vrouw. “Mijn tip aan de vrouwelijke ministers? Laat je nooit doen, geloof in je eigen kunnen en blijf vooral jezelf.”

Er is nochtans niet zoveel nodig. Misschien meer vrouwen aan de macht. Klaas Delrue van Yevgueni zong het al in 2004 in Als ze lacht, maar pas 16 jaar later is het effectief gelukt. De nieuwe regering De Croo telt in de ploeg ministers en staatssecretarissen voor het eerst in de geschiedenis van ons land evenveel vrouwen als mannen. Een krachtig signaal, vinden velen. De logica zelve, zeggen anderen.

24 vrouwen alleen

Wat zeker is: vanzelfsprekend is het allerminst. Ook op lokaal niveau slagen vrouwen er lang niet altijd in om een uitvoerend mandaat te bemachtigen of te bekleden. Dat blijkt ook uit onze analyse van de West-Vlaamse colleges van burgemeester en schepenen. In slechts 13 gemeenten is minstens de helft van het college een vrouw. Enkel in Ardooie, Lichtervelde, Ruiselede, Tielt en Wielsbeke zijn de vrouwen zelfs in de meerderheid binnen het schepencollege.

In 51 van de 64 West-Vlaamse gemeenten zwaaien de mannen nog altijd overduidelijk de plak. Opvallend: maar liefst 24 lokale besturen doen het met slechts één vrouw als burgemeester of als schepen.

Dat er minstens één vrouw een zitje moet hebben in het college, is bepaald door artikel 11bis in de Belgische grondwet. Die wetsregel organiseert immers ‘de aanwezigheid van personen van verschillend geslacht binnen […] de colleges van burgemeester en schepenen’.

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gaat men een stevige stap verder om het evenwicht tussen mannen en vrouwen in de lokale besturen te waarborgen. Sinds 2018 mag een college slechts voor twee derden uit mensen van hetzelfde geslacht bestaan. Aan de regel is ook ‘een streven naar pariteit’, een gelijke verdeling, gekoppeld. Een gelijkaardig initiatief in het Vlaams Parlement haalde het niet, waardoor onze lokale besturen vooral door mannen blijven gedomineerd worden.

Meeste stemmen

Greet De Roo (60, RKD) is burgemeester van Ruiselede, een van de vijf West-Vlaamse gemeenten waar de vrouwen het in aantal halen van de mannen. “Of het genderevenwicht een thema was bij de samenstelling van ons college? Niet echt”, glimlacht ze. “Bij ons kijken we naar het aantal stemmen: wie het meest gesteund wordt door onze inwoners, wordt schepen. En blijkbaar zijn onze vrouwen graag gezien.”

“Is een politica per se zachter dan een politicus? Ik denk dat niet” – Greet De Roo, burgemeester Ruiselede

Als politica heeft Greet met 12 jaar als schepen en intussen 14 jaar als burgemeester al heel wat ervaring. “Toen ik voor het eerst schepen werd, waren er in Ruiselede al evenveel vrouwen als mannen in het college. Ergens hebben we hier dus wel zo’n traditie. (lacht) Wat voor mij wel is: ik haat het om een excuustruus te zijn, om erbij genomen te worden of om mijn mening gevraagd te worden omdat ik een vrouw ben. Daar heb ik oprecht een hekel aan, in welke vergadering of vereniging dat dan ook is.”

Vraag is of een schepencollege met vooral vrouwen andere accenten of misschien zelfs ander beleid voert. “Dat denk ik niet, neen”, countert burgemeester De Roo. “Zou een politica per se zachtere thema’s moeten behartigen dan een politicus? Onrechtstreeks zal de aanwezigheid van meerdere vrouwen wel voor een andere dynamiek zorgen, maar wij zijn even serieus of rechtlijnig als dat nodig is, misschien zelfs meer dan mannen als dat nodig is. Ik vind het op zich wel een krachtig signaal van de nieuwe regering, maar het is voor mij vooral belangrijk dat de juiste persoon op de juiste plaats terechtkomt.”

Lijstvorming

Om de juiste vrouw op de juiste plaats te krijgen, is volgens Greet De Roo wel nog altijd bijzonder veel overtuigingskracht nodig. “Voldoende geëngageerde vrouwen vinden bij de lijstvorming, het is en blijft een uitdaging”, zegt ze. “De zorg voor de kinderen, verwijzen naar het huishouden, andere interesses… Dat zijn natuurlijk legitieme redenen, begrijp me niet verkeerd, maar ergens denk ik dat bij veel vrouwen het zelfvertrouwen ontbreekt om de stap te zetten. Dat vind ik eigenlijk wel spijtig.”

“Laat dat misschien ook mijn ‘ultieme tip’ aan de vrouwen in de nieuwe regering zijn: blijf jezelf, maar wees ook overtuigd van je eigen kunnen en je eigen mening. Laat je nooit doen. Je hoeft niet te denken dat je ongelijk hebt omdat een man je dat zegt. “

Zelf heeft de Ruiseleedse burgermoeder geen dochters. “Wel drie zonen die voorlopig niet zo happig zijn op de politiek”, lacht ze. “Bij mijn drie schoondochters zie ik nog minder politieke ambities. Wie weet, misschien komt het nog, maar het is voor mij absoluut geen must. Oei, nu praat ik tegen mijn eigen winkel, zeker?” (lacht)