Benjamin Dalle en Johan Vande Lanotte over de politiek: “Als je iets wil realiseren, heb je macht nodig”

Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

“Ik voel me soms een politicus van de vorige eeuw.” Deze opvallende uitspraak komt uit de mond van Vlaams minister Benjamin Dalle. De amper 40-jarige CD&V’er frustreert zich aan de politieke zeden van vandaag, bekent hij. Voormalig vicepremier Johan Vande Lanotte (Vooruit) treedt hem volmondig bij. Of toch bijna. De twee nemen geen blad voor de mond.

Met het einde van het jaar in zicht nodigen vier politici een collega uit waarvoor ze een groot respect hebben. Samen zoeken ze naar manieren om de politieke wereld vanaf 2023 wat zachter te maken…

Het is als een volleerde gids dat Johan Vande Lanotte een korte rondleiding geeft in de Senaat. De 67-jarige Oostendenaar wijst het wandtapijt aan waar Rubens afgebeeld staat met zijn vrouw. Het is op uitnodiging van Benjamin Dalle, geboren en getogen in Damme, dat we in dit plechtstatige huis afspreken. Een symbolische plek, want de twee hebben elkaar hier leren kennen. Dalle was adviseur van Wouter Beke toen deze hier in 2010 gesprekken voerde over een staatshervorming. Vande Lanotte, vandaag voltijds advocaat, was toen de grote man van de socialisten.

We nemen plaats in het ambassadeurssalon, naast de grote ontvangstzaal. Of we aan tafel willen zitten of in de zetels? “Laten we maar in de zetels neerploffen”, zegt Vande Lanotte. “Dat past beter bij de activiteitsgraad van de Senaat.” Dalle kan een lach niet onderdrukken. De sfeer is gemoedelijk. Dat hij het werk van de minister op de voet volgt, gaat de socialist verder. “Ik heb immers grote bewondering voor zijn vader Dirk, een grote naam in de sociale economie in West-Vlaanderen.”

Meneer Dalle, toen we u vroegen voor wie u het grootste respect heeft, zei u Johan Vande Lanotte. Dat moet u eerst even uitleggen.

Dalle: “Dat heeft meerdere redenen. Ten eerste omdat hij een schitterend lesgever is, zeg maar exceptioneel. Ik heb als rechtenstudent echt genoten van zijn lessen. Er zijn er weinig die complexe materie zo begrijpelijk kunnen uitleggen. Maar ten tweede ook omdat hij als politicus erin geslaagd is om zijn overtuiging om te zetten in realisaties. Hij schrijft in zijn boek: het is onze morele plicht om macht te verwerven. Ik vind dat een interessante insteek. Als je iets wil realiseren, dan heb je inderdaad macht nodig.”

Vande Lanotte: (pikt in) “Macht is de essentie van politiek. Een machteloze democratie leidt tot een dictatuur. Maar ik ben vooral blij dat u mijn werk aan de universiteit noemt. Lesgeven was wat ik het beste kon, denk ik. Mijn vader was ook onderwijzer. Maar ik wou geen les geven in het middelbaar zoals hij. Waarom niet? Omdat ik zelf een eikel was in het middelbaar. (Dalle lacht) Ja maar, ik ben serieus. Ik durf te zeggen dat ik leerkrachten geterroriseerd heb. Ik wou daarom nooit lesgeven aan gasten zoals mezelf. Ik was dus wel verplicht om verder te studeren.”

Dalle: “Ik wil wel twee kanttekeningen plaatsen bij de macht. Eén: je weet niet altijd wat de echte overtuiging is van machtspolitici zoals Johan, omdat zij zo hard bezig zijn met de uitoefening van de macht. En twee: het zou vandaag niet meer werken, denk ik. Omdat de macht zo versnipperd is. Invloed is belangrijker geworden.”

Vande Lanotte: “Als vicepremier was invloed ook belangrijk, hoor. Als je gesprekspartner je niet vertrouwt, dan kan je geen compromis maken. Maar oké: ik denk zelf ook niet dat ik vandaag nog zou kunnen meedraaien. Ik zou me namelijk gedragen als de politicus van twintig jaar geleden en dat zou niet meer werken.”

Dalle: “Jean-Luc Dehaene zei ook: ik voel me een politicus van de vorige eeuw. En mag ik eens heel eerlijk zijn? Ik voel me soms ook zo. Dat klinkt raar, zeker? (lacht) De politieke zeden zijn heel erg veranderd. Het belang van dossierkennis is aan het verwateren. Vooral dáár heb ik het moeilijk mee. Het gaat in het politieke debat niet meer over kennis en feiten, maar over perceptie. Dat frustreert mij heel erg. Ik kan daar niet in meegaan.”

Vande Lanotte: “Dossierkennis zal nog altijd noodzakelijk zijn om iets te bereiken in een regering, maar het klopt dat naar buiten toe perceptie veel belangrijker geworden is. Ik heb het zien veranderen in de tweede regering van Verhofstadt (van 2003 tot 2007, red). De vergadering was nog niet helemaal begonnen of Johny Vansevenant (VRT-journalist, red.) wist al wat er gezegd was. Vooral Patrick Dewael (Open VLD) was een specialist in het versturen van berichten. Hij heeft dat altijd ontkend, maar het is wel zo. Dus ik zeg het ook. (grijnst)”

Zou het deze verandering van zeden zijn die leidt tot de politieke blokkering die we vandaag kennen?

Vande Lanotte: “Politieke zeden gaan op en neer. We zien vandaag een grote versnippering van het aantal partijen. Bijna elke partij riskeert om irrelevant te worden. Toen wij destijds het migrantenstemrecht goedkeurden, wisten we dat we twee procent zouden verliezen. Maar we hadden marge, we konden ons dat permitteren. Vandaag zou men dat niet doen. Die versnippering is trouwens niet alleen in België een probleem. Hier zitten we wel met de specifieke situatie dat twee partijen niet in aanmerking komen om te regeren, namelijk PVDA en Vlaams Belang. En eigenlijk mag je daar N-VA bij rekenen. Als je alleen over confederalisme wil praten, dan maak je jezelf onmogelijk. Dan zet je jezelf buitenspel.”

Dalle: (knikt) “Je hebt dus bijna alle andere partijen nodig om te regeren. Maar dan nog mag dat niet leiden tot de blokkering van vandaag.”

Vande Lanotte: “Neen, dat klopt. Het aantal partijen maakt het moeilijker, maar het is niet de reden waarom het vandaag blokkeert. Het gaat over de profilering. Maar volgens mij schatten politici het effect daarvan volledig fout in. Profilering leidt zelden tot goede resultaten. Als Georges-Louis Bouchez en Bart De Wever eens goed naar de peilingen kijken, dan zullen ze mij gelijk geven.”

Dalle: “Door die profileringsdrang verdwijnt het échte werk naar de achtergrond. Ik hoor partijvoorzitters soms feitenvrij communiceren. Je zou dat verwachten van populistische partijen, maar toch niet van klassieke partijen?”

Wijst u ook naar uw voorzitter Sammy Mahdi?

Dalle: “We maken ons daar allemaal schuldig aan. Ik betreur dat. Ik geloof echt dat een eerlijk discours met zin voor nuance ook vandaag gewaardeerd kan worden door de kiezer. (benadrukt) Want tot wat leidt het huidige opbod? Het zorgt ervoor dat resultaten uitblijven en dat zorgt ervoor dat kiezers boos worden.”

Vande Lanotte: “Resultaten boeken is de enige weg vooruit. Een minister moet zich focussen op enkele concrete doelstellingen die hij vervolgens ook effectief bereikt. Dat is hoe ik aan politiek heb gedaan. Je moet niet vanalles en nog wat willen doen.”

Dalle: “Dat klopt voor een vakminister, maar een partijvoorzitter moet toch wel een onderbouwde visie hebben over belangrijke maatschappelijke thema’s. (windt zich op) Ik hoor Conner Rousseau – sorry, Johan – zeggen dat hij nog niet nagedacht heeft over de toekomst van Brussel. Dan denk ik: waar zijn we in godsnaam mee bezig? Gaat het eigenlijk nog over de inhoud? Als hij in het parlement de jeugdzorg in Brussel wil aankaarten, dan mag ik toch veronderstellen dat hij weet waarover hij spreekt? Daar kan ik mij mateloos aan storen.”

Vande Lanotte: “Maar daarom is hij wel een goede voorzitter en was ik dat niet. Ik vond als partijvoorzitter mijn draai niet omdat ik te veel bleef hangen in dossiers.”

Dalle: “Daar ben ik het fundamenteel mee oneens. Wie zal straks de nieuwe staatshervorming onderhandelen? De partijvoorzitters, hè. Als Brusselaar (waar Dalle woont, red.) en als Vlaming ben ik er niet gerust op dat Rousseau daar aan tafel zal zitten.”

Vande Lanotte: “Wees maar gerust dat er binnen de partij werkgroepen bezig zijn die dat goed voorbereiden. Soms vragen ze zelfs mij om advies. Conner zal de materie wel kennen als het zo ver is. (fijntjes) Vergeet niet dat hij een goede prof had over staatsrecht. Hij had één probleem: hij kwam zelden naar de les.” (lacht)

In de jaren negentig voerde Guy Verhofstadt (Open VLD) in Zaal F van dit huis gesprekken over politieke vernieuwing om de kloof met de burger te dichten. Mag ik zeggen dat hij niet gelukt is in zijn opzet?

Vande Lanotte: “De kloof met de burger is een fabel, vind ik. Een slogan. In geen enkel ander land zijn politici zo toegankelijk als hier. Buitenlandse collega’s keken altijd verbaasd op als ik zei dat wij zonder bodyguards op straat lopen. Of dat wij net zoals iedereen in de file staan. Als ik op restaurant zat, kwamen er altijd mensen vragen of ik een minuutje had. Ik zei altijd neen. Maar toch begonnen ze te praten.” (lacht)

Dalle: “Wij zijn inderdaad veel toegankelijker dan collega’s van andere landen. De sociale media heeft deze kloof nog eens kleiner gemaakt. Het is wel terecht dat burgers de klassieke democratie in vraag stellen. Vandaag worden ze maar één keer om de vijf jaar gehoord, in het stemhokje. Dat is te weinig. We moeten naar systemen van meer directe democratie gaan. Hoe kunnen we burgers tussen verkiezingen beter bij de besluitvorming betrekken? Dat is iets om over na te denken.”

Vande Lanotte: “Zoals in Zwitserland, wat ik een goed model vind. Dat zorgt ervoor dat de politiek effectief luistert naar de mensen en ook tot beleid komt.”

Als het over die kloof gaat, gaat het dan niet vooral over de schandalen? Zie de omkoping in het Europees parlement. Dat zorgt voor een degout voor de politiek.

Dalle: “Absoluut, deze zijn desastreus voor het vertrouwen in de politiek. Integriteit zou een basiswaarde moeten zijn van elke politicus. Als mensen er niet op kunnen vertrouwen dat politici integer omgaan met belastinggeld, dan stopt het.”

Vande Lanotte: “Afschuwelijk is het. En waarom? Om iets goed te zeggen over Qatar. Als parlementslid verdien je genoeg geld. En als je toch geld tekort komt, dan is het omdat je te veel geld uitgeeft. En ze laten zich dan nog uitbetalen in cash.”

Dalle: (fijntjes) “Dat doet u denken aan de jaren negentig, zeker?” (lacht)

Vande Lanotte: (grijnst) “Ik wil daar wel iets aan toevoegen. Uiteraard moeten politici zuiver op de graat zijn. Maar het is fout om alle politici over dezelfde kam te scheren. Er worden ook veel verzinsels verspreid. De keren dat ik te horen heb gekregen dat ik een villa zou hebben in Sint-Martens-Latem, of dat ik aandelen had van Electrawinds … (blaast) Daar was niets van aan. Toen ik ervoor koos om minister te worden en geen burgemeester, kreeg ik bakken kritiek. Begrijpelijk, daar niet van. Maar toen ik bij huisbezoeken aan de critici vroeg welke keuze zij dan zouden maken, dan zeiden ze altijd: wat het meeste verdient. (lacht) De mensen verwijten politici vaak wat ze zelf zouden willen.”

Wat wenst u de politiek toe voor 2023?

Dalle: “Meer ruimte voor nuance. Ik vind het bijzonder lastig om te werken in een context waarin er alleen plaats is voor eenvoudige boodschappen. Voor de meeste maatschappelijke problemen zijn er immers geen eenvoudige oplossingen. De meeste problemen vragen nuance. Ik hoop dat we volgend jaar met iets meer nuance aan politiek kunnen doen, en met iets minder slogans.”

Vande Lanotte: “De beleidsmakers onderschatten de angst die leeft onder mensen voor de toekomst. Veel mensen voelen zich verlaten. Ik had onlangs vier tienjarigen in mijn auto, onder wie mijn kleinzoon. Weet u waarover zij aan het praten waren? Over de verwarming begot. Kun je je dat voorstellen? Er was zelfs eentje die zei dat bij hem thuis de verwarming niet aangaat omdat het te duur is. De politiek moet volgend jaar met betere antwoorden komen. Dat is mijn wens.”