Bart Dochy (CD&V) vs. Bert Maertens (N-VA): “Politiek? Een kwestie van buik en brein”

Burgemeester van Ledegem Bart Dochy (l.) en burgemeester van Izegem Bert Maertens (r.) © Stefaan Beel
Redactie KW

Ze zijn beiden burgemeester. Buren. Vlaams parlementslid. En niet zo bekend, maar bijzonder populair in hun gemeente. Izegemnaar Bert Maertens trekt de kop voor N-VA voor het Vlaams Parlement, Bart Dochy van Ledegem is er de eerste man op de CD&V-lijst. Scoren in de politiek lukt hen, zeggen ze, door veelvuldig onder de mensen te zijn. Politiek is een kwestie van brein en… bierbuik. Hun meningen en visies lopen uiteen, maar ze hebben alvast dit met elkaar gemeen: “het algemeen West-Vlaams belang is ons belang”.

Door Jan Gheysen en Philippe Verhaest

Het Huis van de Voeding in Roeselare, daar ontmoeten we de burgemeester van Izegem Bert Maertens (N-VA) en zijn Ledegemse collega Bart Dochy (CD&V). De locatie is geen toeval. Ze hebben er net een burgemeestersoverleg van Midwest – 16 gemeenten in het hart van onze provincie – achter de rug. Maar het Huis is ook een symbolisch plek: voeding neemt in de regio Roeselare een prominente plaats in.

Bart Dochy: “Dat is zo. En de landbouw vormt de basis voor die sector. Onderschat het belang van de agrovoeding niet voor de tewerkstelling en de export. Wij moeten die zeker verdedigen, want er zijn allerlei krachten aan het werk die proberen om de branche onderuit te halen. En natuurlijk moeten die bedrijven inspanningen leveren op vlak van milieu, maar dat gebeurt nu al. Het is merkwaardig dat, wanneer milieu en klimaat ter sprake komen, er dan slechts van één sector gezegd wordt dat die moet inkrimpen: de landbouw. Maar weet je dat ArcelorMetal in Gent méér CO2 uitstoot dan de hele boerensector? Is er iemand die beweert dat ArcelorMetal moet inkrimpen?”

(Lees verder onder de video)

https://www.youtube.com/watch?v=DGSd5-aOQIA

Bert Maertens: “De bereidheid bij onze landbouwers om inspanningen te leveren op het vlak van duurzaamheid en milieu was nooit groter dan nu. De Ardo’s en D’Arta’s van deze wereld (grote diepvriesbedrijven, red.) investeren enorm in onderzoek en innovatie. We moeten die bedrijven niet stigmatiseren. Integendeel: we moeten met de sector in dialoog blijven en hen steunen.”

Landbouw en voedingsindustrie blijven dus best op hun qui-vive, maar er zijn nog wel meer West-Vlaamse noden waarvoor de huidige regeringen hardhorig bleken?

Bert Maertens: “Ik volg mobiliteit op de voet. Het is mijn dada geworden. Er staan veel projecten op stapel, maar het duurt allemaal zo lang. Omwille van procedures, omwille van protest van burgers – en ik respecteer dat uiteraard – maar finaal moet ‘de politiek’ beslissingen kunnen en mógen nemen. Er wordt volop geïnvesteerd – één vijfde meer in de huidige bestuursperiode dan in de vorige – maar…”

Bart Dochy:(onderbreekt zijn collega) “Die cijfers kloppen niet. U brengt ook in rekening wat hoort bij de afwerking van projecten die in de vorige bestuursperiode al werden uitgevoerd.”

Bert Maertens: “Die middelen zijn wel degelijk deze regeerperiode uitgegeven. Een voorbeeld van een project dat te lang aansleept: het knooppunt van de aansluiting van de R8 – de ring rond Kortrijk – met de A19 – had er al lang moeten zijn.”

Bart Dochy: “De voltooiing van die hele R8 duurt veel te lang. Ik heb nooit anders geweten dan dat die ring in aanbouw was. En dat knooppunt, die aansluiting met de A19, is momenteel levensgevaarlijk.”

Bert Maertens: “De onteigeningen zijn volop bezig en volgend jaar kunnen de werken er eindelijk starten. Dat is dan weer het goede nieuws.”

Wat ligt er nog op jullie lever?

Bart Dochy: “Een ander heikel punt is de treinverbinding tussen Roeselare en Brussel. Die verbinding is erbarmelijk en het ergste is dat het nog verslechtert. Parijs ligt per trein – in tijd uitgedrukt – dichter bij Brussel dan Roeselare. Mobiliteit is belangrijk en openbaar vervoer moet aantrekkelijker, maar dat lukt natuurlijk niet door de reisduur langer te maken.”

Het slechtste wat West-Vlaanderen kan overkomen? Bart De Wever als minister-president. – Bart Dochy

Bert Maertens: “Het is onze job – letterlijk en figuurlijk – ervoor te zorgen dat West-Vlaanderen met Brussel verbonden blijft. Al twintig jaar zien we dat jonge mensen omwille van die moeilijke verbinding verhuizen naar de Vlaamse Ruit (Brussel, Leuven, Gent en Antwerpen, red.). Aan de andere kant: West-Vlaanderen heeft ook troeven. Hier vinden mensen rust én bedrijvigheid en hier zijn nog betaalbare woningen. Het moet ons lukken om de mensen hier te houden. We moeten dus die knooppunten aanpakken, het openbaar vervoer verbeteren én een netwerk van fietssnelwegen uitbouwen. We moeten hiervoor durven de krachten in West-Vlaanderen over de partijgrenzen heen bundelen. Dat proberen we ook geregeld. “

Gebeurt dat wel voldoende? Is dat West-Vlaams front in de Brusselse instellingen sterk genoeg?

Bart Dochy: “Om de West-Vlaming hier te houden, is investeren in infrastructuur noodzakelijk. Maar we moeten er ook voor zorgen dat er voldoende middelen richting onze provincie komen. Middelen voor onderzoek en ontwikkeling, bijvoorbeeld. Als de burgemeester van Antwerpen de ambitie toont om minister-president te worden, met de bedoeling om nóg meer middelen voor Antwerpen vrij te maken, dan zal het inderdaad noodzakelijk zijn dat wij de West-Vlaamse krachten bundelen.”

Bert Maertens: “Ik denk dat de kaarten hiervoor nu gunstig liggen. Er komt een aantal mensen ‘aan het front’ die elkaar al een tijdje kennen.”

Bart Dochy: “Wij zijn twee burgemeesters. Onze gemeente of stad is belangrijk voor ons, maar in het Vlaams Parlement vertegenwoordigen wij de hele regio.”

Bert Maertens: “Ik ben soms jaloers over de wijze waarop de Limburgse parlementairen een front vormen. In Antwerpen gebeurt dat ook. Voor ons – ik denk dat Bart en ikzelf daar goede voorbeelden van zijn – is het West-Vlaams algemeen belang ook óns belang. Ik neem dikwijls een memorystick mee naar Brussel. Met verzuchtingen en dossiers uit West-Vlaanderen.”

Dat zal straks moeilijker zijn. Nu hadden wij een West-Vlaamse minister-president…

Bart Dochy: “Niet alleen een minister-president, we hadden met Hilde Crevits en Bart Tommelein ook nog twee vice-minister-presidenten. Het was nu al niet gemakkelijk om middelen en aandacht voor West-Vlaanderen te krijgen, het wordt straks nog veel moeilijker. Het slechtste wat West-Vlaanderen kan overkomen, is dat Bart De Wever minister-president wordt.”

Bert Maertens: “Daar ben ik het absoluut niet mee eens. Voor ons is het duidelijk dat Bart De Wever als minister-president een zegen zou zijn voor Vlaanderen in het algemeen, maar ook voor West-Vlaanderen. Ik zie dat nogal wat CD&V-burgemeesters lokaal een centrum-rechts beleid voeren, maar in Brussel spreekt CD&V helaas anders.”

Bart Dochy: “Het beste voor West-Vlaanderen is Hilde Crevits als minister-president. Zij is de enige West-Vlaamse politicus met dat potentieel.”

Bert Maertens: “Heeft zij al klaar en duidelijk gezegd dat ze kandidaat is?”

Bart Dochy: “Ik zeg gewoon dat zij de enige West-Vlaamse politicus is die daarop aansprak kan maken. En daar zou geen enkele West-Vlaming slechter van worden.”

Anders, hoe groter de gemeente, hoe luider de kreten en hoe groter de kans dat ze in Brussel niet doof blijven. Maak de gemeenten groter, denken wij dan. Fusies dus?

Bart Dochy: “Bert heeft me op dat vlak ontgoocheld. Hij is zelf voorstander van gemeentelijke fusies, de stad krijgt 500 euro per inwoner als er een fusie komt en… heeft hij een fusie gerealiseerd?

Bert Maertens: (lacht) “Ik had geen ‘vriendjes’ die wilden meespelen.”

Bart Dochy (CD&V) vs. Bert Maertens (N-VA):
© Stefaan Beel

Bart Dochy: “Was Roeselare dan niet geïnteresseerd? Een fusie tussen Roeselare, Izegem en Ingelmunster lag toch voor de hand? Dat zou de tweede grootste stad van West-Vlaanderen geweest zijn! Maar laat het duidelijk zijn: ik ben er geen voorstander van.”

Bert Maertens: “Waarom zijn wij voorstander van gemeentelijke fusies? Wij stellen vast dat voor een aantal gemeenten de bestuurskracht en de middelen te beperkt zijn om zeer goed te kunnen werken.”

Bart Dochy fronst de wenkbrauwen en kijkt gemaakt boos.

Bert Maertens: “Maar er zijn uitzonderingen, Bart, toegegeven. We weten echter allemaal dat het niet gemakkelijk is voor een gemeente om mensen met expertise aan te werven. Wat gebeurt er dan? Sommige gemeenten werken samen en delen een stedenbouwkundige ambtenaar. Voor je het weet, zit je met een soort van ambtelijke fusie. Maar dan krijg je een democratisch deficit. De beste manier om dat te vermijden, is een fusie. Op voorwaarde dat alle partners dat ook willen.”

Bart Dochy: “Dat een fusie het probleem van een niet-erkende centrumfunctie van een gemeente zou oplossen, klopt niet. Centrumfunctie en fusies hebben niets met mekaar te maken.”

Bert Maertens: “Het probleem van gemeenten en steden die een feitelijke centrumfunctie hebben ten opzichte van omliggende gemeenten is dat ze er niet voor betaald worden. Niet door die omliggende gemeenten en niet door het gemeentefonds. Dáár is werk aan de winkel.”

Bart Dochy: “Meer dan een kwart van het gemeentefonds gaat naar Antwerpen, terwijl in Antwerpen slechts acht procent van de Vlaamse bevolking woont. Leg dat eens uit.”

Bert Maertens: “Maar Gent krijgt meer per inwoner dan Antwerpen.”

Izegem is geen centrumstad. Onterecht dus?

Bert Maertens: “Door het feit dat Izegem tegen Roeselare plakt, wordt de centrumfunctie van Izegem niet erkend door de Vlaamse overheid.”

Bart Dochy: “En dus is een aanpassing van de verdeling van het gemeentefonds noodzakelijk. En niet meteen een fusie.

Bert Maertens: “We moeten rationeel nadenken over die fusies. De uitdagingen die op ons afkomen zijn groot. De inkomsten van de gemeenten staan onder druk. Door de taxshift bijvoorbeeld, die zorgt voor meer nettoloon voor wie werkt, maar voor minder belastinginkomsten voor de gemeenten, én door de vergrijzing – meer mensen met pensioen betekent ook minder inkomsten uit belastingen – en er is de groeiende zorgkost…”

Fusies kunnen de slagkracht van gemeenten vergroten. Op voorwaarde dat alle partners hiervoor ook écht open staan. – Bert Maertens

Bart Dochy: “Maar je lost dat niet op met een fusie. Een kilometer weg aanleggen kost evenveel in een kleine gemeente als in een grote. We leven in een tijd waar mensen het vertrouwen in de politiek aan het verliezen zijn. Is dat zo? We stellen vast dat het vertrouwen in politici het grootst is waar de politicus het dichtst bij de mensen staat. En wat die bestuurskracht betreft: je moet die afstemmen op de behoefte van je gemeente. Ledegem heeft andere behoeften dan Izegem. Wij stemmen ons af op de noden van de inwoners. Het bewijs? De gemeentemonitor. 90 procent van de inwoners is tevreden over onze dienstverlening. Hoeveel steden halen dat? Waarom zouden we dat willen afbouwen? Om efficiënter te besturen, zeggen ze dan. Wel, de stad met de grootste schuld is de grootste stad van Vlaanderen. Dat zegt genoeg over schaalgrootte en efficiëntie.”

Ook in een kleine gemeente is er nood aan deskundigheid en dat kost geld. Hoe lost u dat op?

Bart Dochy: “We leven in een netwerkmaatschappij. Het is nog nooit zo eenvoudig geweest om kennis te delen. Functionele beslissingen neem je zo dicht mogelijk bij de mensen. De korte keten.”

Bert Maertens: “Ik geloof evenmin in monsterfusies, laat dat duidelijk zijn. Ik geloof wel in het Deens model: met gemeenten tussen de 30 en 40.000 inwoners.”

Vlaams minister Homans stelde dat zij gewonnen is voor verplichte fusies. Staat dit in het programma van N-VA?

Bert Maertens: “In ons programma staat dat we de vrijwillige fusie van gemeenten voort stimuleren. Over een verplichte fusie is er niets te lezen.”

Van Izegem of Ledegem naar die Brusselse salons is een serieuze afstand. U bent allebei burgemeester én parlementslid. Hoe slopend is dat voor uw privéleven?

Bart Dochy: “Vroeger, voor ik burgemeester of parlementslid was, had ik ook een drukke job. Het heeft meer te maken met de ingesteldheid van een mens.”

Bert Maertens: “Herkenbaar. Je kan geen twee jobs uitoefenen en om zeven uur ‘s avonds thuis zijn. Dat heeft ook met onze vergadercultuur te maken. Er zijn momenten waarop ik het spijtig vind dat mijn dochter niet vaker bij me kan zijn. Ben ik daardoor een slechte vader? Ik denk het niet.”

Bart Dochy: “Tijdens de week hou ik met de kinderen contact via WhatsApp of – hoe heet dat ook weer, met dat geel logootje? Snapchat!”

De komende maanden wordt het nog drukker. Met welke ambitie trekt u naar de verkiezingen?

Bert Maertens: “Ik ben voor het eerst lijsttrekker. Een ongelofelijke uitdaging én een eer. Dit zijn de eerste verkiezingen waarbij Geert geen Vlaamse of federale lijst trekt. Wij hebben niet de bekendheid van Geert, dat kost tijd en men moet ons dat ook gunnen.”

Bij de gemeenteraadsverkiezingen waren de resultaten voor N-VA minder dan verwacht…

Bert Maertens: “Het is genuanceerder. We hebben niet overal de burgemeester behaald waar we dat hadden gehoopt. Maar de gemeenten waar wel werd gescoord – en dat geldt niet alleen voor onze partij – is waar ze de drie b’s hebben: brains en een bierbuik. Je kan daarmee lachen, maar een politicus die tussen het de mensen staat, scoort.”

Bart Dochy: “Het is voor mij bijzonder aangenaam om achter de leading lady van CD&V (Hilde Crevits, red.) te staan. Wij hebben de ambitie om weer de grootste partij van West-Vlaanderen te worden, net zoals bij de gemeenteraadsverkiezingen.”

Volgende week gaan Annick Lambrecht en Wouter Vermeersch in duel.

BIO – Bart Dochy

Privé

– 46 jaar oud, getrouwd met Veerle Lauwers (47).

– Papa van Julie (18) en Thibaut (20).

Loopbaan

– Industrieel ingenieur Landbouw. Werkte als consulent bij de Boerenbond.

– Sinds 1 januari 2007: burgemeester van Ledegem.

– 2014-nu: Vlaams parlementslid.

Vrije tijd

– Sociale activiteiten en lid van de fietsclub De Verlichters.

BIO – Bert Maertens

Privé

– 37 jaar oud, samen met Charlotte Nys (33). Papa van Nel (8).

Loopbaan

– Licentiaat politieke en sociale wetenschappen en master overheidsmanagement en beleid.

– Gestart als kabinetsmedewerker en woordvoerder van Geert Bourgeois.

– Sinds 1 januari 2013 burgemeester van Izegem.

– 2010-2014: parlementslid in de Kamer.

– 2014-nu: Vlaams parlementslid.

Vrije tijd

– Onder de mensen komen en (mini)voetbal.

Vijf dilemma’s

1. Verkiezingspropaganda via folders of via sociale media?

Bart Dochy: “Geen van beide. Ik ga voor een persoonlijk gesprek. Politiek voer je niet via sociale media.”

Bert Maertens: “Ik ben met sociale media wat gegroeid. Jongeren én senioren zijn er zeer actief op. Maar het ene kan niet zonder het andere.”

2. Koers of voetbal?

Bert Maertens: “Ai, mijn hart in twee. Voetbal speel ik zelf. Maar als ik moet kiezen: koers. Hoe tactisch die gereden wordt,: de max. En dat heroïsche vind ik schitterend.”

Bart Dochy: “Hoewel mijn zoon koerst, kies ik voor voetbal. Mocht koers een wedstrijd zijn voor dieren, het zou verboden worden. Het is een onmenselijk harde sport.”

3. Shoppen buiten de gemeente: Kortrijk of Roeselare?

Bart Dochy: “Voor mij is dat heel simpel. Ik doe nooit inkopen.”

Bert Maertens: “Het gebeurt weinig, maar als ik moet kiezen tussen die twee: Roeselare. Online shoppen doe ik nooit. En voor schoenen ga ik ook wel eens naar… Sint-Eloois-Winkel, waar Bart burgemeester is.”

4. Op vakantie: de zee of de Ardennen?

Bart Dochy: “Ik ga vrijwel nooit op vakantie. En als ik per uitzondering toch eens iets onderneem, dan is het een citytrip. Mechelen, Antwerpen… die steden van dichtbij, hun geschiedenis interesseert mij.”

Bert Maertens: “De zee. Mijn oma woonde in Heist-aan-zee en wij trokken altijd naar daar. Ik kende geen ‘andere zee’. Ik heb eigenlijk pas als twintiger andere badplaatsen aan onze kust leren ontdekken. Oostduinkerke en Nieuwpoort, bijvoorbeeld. Maar ook De Haan. Er is altijd iets te doen aan zee, winter of zomer. En ook… mijn dochter is zot van de zee.”

5. Hond of kat?

Bert Maertens: “Een kat. Ik ben doodsbang van honden, hoe klein die ook mogen zijn. Ik heb ook een fobie voor gevogelte. Vreemd.”

Bart Dochy: “Ook een kat. Mijn vrouw en mijn dochter hebben een kat: Stafke. De drukte van een hond zou me snel tegensteken. Een kat is zelfstandig en trekt haar plan. Bizar genoeg bij ik op de ouderlijke hoeve wel opgegroeid met een hond…”