De Tieltse schrijfster Ann De Craemer geeft tweewekelijks een inkijk in haar leven.
Er zijn dingen die je niet verwacht in het leven. Eén daarvan is dat een boek van mij ooit in een andere taal vertaald zou worden. In mei is het zover: dan verschijnt mijn laatste roman Hersenorkaan in het Duits. Het Nederlandse taalgebied telt 29 miljoen inwoners; het Duitse 84 miljoen. Dat is dus een veel grotere afzetmarkt, met veel meer potentiële kopers. Stilletjes droom ik ervan dat mijn boek daar een bestseller wordt. Het kan: mijn collega Gaea Schoeters heeft in Duitsland een bestseller met haar roman Trofee, die bij ons zo goed als geen aandacht kreeg.
“Ik hoop dat mijn boek een Duitse bestseller wordt”
Over de Duitse titel van mijn boek werd lang nagedacht en gediscussieerd. Het werd uiteindelijk Kopfsturmtage. De letterlijke vertaling, Gehirnsturm, haalde het niet, omdat dat bij Duitsers kennelijk heel raar klinkt. Ik heb hier en daar stukken van de vertaling gelezen, en het voelt wonderlijk om je eigen woorden in een andere taal op papier te zien. Vaak dacht ik terug aan mijn lerares Duits in de Heilige Familie, Ann Vanallemeersch. Zij sprak die taal zo perfect dat je zou geloofd hebben dat ze een native speaker was.
Zoveel jaren later is mijn kennis van het Duits beperkt. Ik sprak het vloeiend toen ik afstudeerde, maar nu is het toch behelpen, met af en toe wat Jean-Marie Pfaff-Duits ertussen. Dat is het lot van elke vreemde taal die je leert: als je haar een tijdje niet meer actief gebruikt, blijft alleen nog de passieve kennis over. Ik herinner me nog goed het eerste Duitse zinnetje dat we leerden: ‘Wann kommt der Bus?’ Straks als ik in Duitsland ben hopelijk stipter dan bij ons.
Opinies
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier