Waarom moeten we onze Europese klimaatambities nú omzetten in concrete maatregelen?
Afgelopen zondag startte in Glasgow de COP26. Op de ondertussen 26e klimaatconferentie van de Verenigde Naties evalueren landen voor de eerste keer hun ambities en inspanningen op basis van het ‘ratchet mechanisme’. De Overeenkomst van Parijs bepaalt namelijk dat dit elke vijf jaar gebeurt.
De Europese Unie had alvast haar huiswerk klaar: met de Europese klimaatwet en het ‘Fit for 55’-pakket wil Europa tegen 2050 klimaatneutraal zijn en tegen 2030 het aandeel broeikasgassen met 55 procent verminderen. Dat is 15 procentpunt meer dan eerder voorzien. Voor België betekent dit een vermindering van de non-ETS uitstoot – emissies door transport, huishoudens, handel en landbouw – met 47 procent tegenover 2005.
De echte uitdaging van de COP26 ligt echter niet bij de inspanningen van de EU. Dat de Europese Unie het voortouw neemt op het vlak van klimaatinspanningen is genoegzaam bekend. Maar met een aandeel van slechts 8 procent van de wereldwijde CO2-emissies, heeft de EU op zichzelf maar een beperkte impact op de klimaatopwarming. Een verdere verstrenging van de huidige voorstellen lijkt dus niet aan de orde te zijn. De échte uitdaging van Glasgow bestaat erin om andere continenten mee in het bad te trekken en te overtuigen om minstens even ambitieuze inspanningen te leveren.
Acties op korte termijn
Om met enige autoriteit landen zoals China (28 procent van de wereldwijde emissies) en de VS (14,5 procent) te overtuigen tot verdere reducties, mag het uiteraard niet blijven bij Europese ambities. De ambities moeten omgezet worden in concrete maatregelen, ook in Vlaanderen. Een aanpassing van het Vlaams energie- en klimaatplan (VEKP) moet daarom noemenswaardige acties bevatten die op korte termijn sterk kunnen bijdragen aan de 2030-doelstelling van -47 procent.
De échte uitdaging van Glasgow bestaat erin om andere continenten mee in het bad te trekken
Op zich is dat allemaal geen ‘rocket science’: we moeten kiezen voor enkele grote maatregelen in sectoren die nog veel reductiepotentieel kennen. Onze verouderde gebouwen (28 procent van de Vlaamse non-ETS uitstoot) en ons transport (36 procent) lopen dan meteen in de kijker. De Vlaamse Regering moet dus werk maken van een brede introductie van warmtepompen in Vlaamse gebouwen, een renovatieverplichting opleggen bij overdracht van gebouwen en sterker inzetten op het emissie-vrij maken van ons transport.
Renovatie
Ook het bedrijfsleven zal zich moeten inzetten om de Vlaamse doelstelling te behalen: we moeten nog sterker en sneller onze gebouwen renoveren, nadenken over het transport van de toekomst en fossiele energiedragers in de industrie mee helpen verduurzamen.
Samengevat moet de klimaatconferentie COP 26 dus het toonbeeld van goed Europees beleid zijn, waarbij onze significante inspanningen anderen dwingen om minstens even goed te doen. Premier Alexander De Croo verwoordde het eerder deze week alvast goed: “Europa neemt zijn verantwoordelijkheid, maar we kunnen die niet alleen dragen. De klimaattop in Glasgow draait rond politieke wil, laat ons die wil samen vinden en laat ons starten met het tij te keren.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier