De grinta van Meesseman, de grijns van Vanloo, de coolness van Linskens, de vechtlust van Ramette… Als er iets is dat we zullen onthouden van de Belgian Cats op de Olympische Spelen van 2024, dan zal het niét de ontgoocheling zijn omdat ze geen zilveren of gouden medaille mee naar huis nemen. Integendeel.
Dat de speelsters het wel zo ervaren is normaal, want ze hadden het wel degelijk verdiend. Maar wie ze niet ontgoocheld hebben, zijn de fans. Na die eerste wedstrijd leken ze afgeschreven, maar ze rechtten de rug en knokten voor iedere bal. In Rijsel deden ze wat niemand nog had verwacht: zich rechtstreeks kwalificeren door een kloof van 27 punten te slaan. Die worp van Vanloo waarbij ze zichzelf verbaasde, Meesseman die tegen Frankrijk in de allerlaatste seconden met een driepunter nog gelijkmaakt en verlengingen afdwingt… Héérlijk!
De Belgian Cats beseffen het nog niet helemaal, maar deze Spelen zullen de geschiedenis niet in gaan als ‘net niet’, maar ‘net wel’. Ze hebben zo belachelijk veel harten veroverd en fans bij gewonnen dit tornooi. Dit wordt misschien wel de culminatie van de afgelopen vijf jaar. Wij, fans, supporteren voor een ploeg zodat ze het hoogste halen. Maar eigenlijk willen we langs de zijlijn zien wat de Cats ons getoond hebben: een niet aflatende vechtlust. Honger. Goesting. Samenhorigheid. Dáár draait een ploegsport rond. De afgelopen jaren beheersten vooral de Rode Duivels de ploegsportverslaggeving. En waarmee? Een keeper die niet meer wil meedoen omdat hij te weinig de kapiteinsband draagt. Blitse auto’s, nieuwe coupes, belachelijk hoge lonen. Een makke inzet op het EK en dan ‘stomverbaasd’ zijn dat de fans hen uitfluiten.
“Een medaille? Wat we echt wilden zien bij de Cats was een niet aflatende vechtlust. Honger. Goesting. Samenhorigheid. En dat zagen we.”
Meesseman heeft op haar 31ste zowat alles bereikt wat er te halen valt. Ze werd zelfs verkozen als meest waardevolle speelster in een WNBA-finale. Stel je het maar eens voor: een Belgische voetballer die een Champions League en EK wint… Dan hadden ze in diens geboortestad ongetwijfeld al een standbeeld laten zetten, terwijl Emma godbetert niet eens ereburger is in de stad die beschouwd mag worden als de bakermat van deze gouden generatie speelsters.
Trots
Meer nog: tijdens de oefenwedstrijden in Kortrijk een tijd geleden nam ze net als de andere speelsters achteraf nog meer dan een uur de tijd om handtekeningen te zetten en met kinderen op de foto te gaan. Niet met de blik op oneindig en een veel te dure hoofdtelefoon de bus opstappen.
Ze zijn niet alleen een inspiratiebron voor kinderen (en onrechtstreeks volwassenen) omdat ze tonen dat ‘simpele stadsmeisjes’, zoals ze zichzelf soms lachend omschrijven, het hoogst haalbare kunnen nastreven. Maar het is ook bewijzen dat je ondanks je indrukwekkend palmares altijd jezelf mag zijn. Bereikbaar, voetjes op de grond.
Beleefden we nu een gemiste kans? Tja. Teleurgesteld? Dat kan. Maar of ze nu met een medaille terugkeren of niet zondag, toch mogen ze onwaarschijnlijk trots zijn op zichzelf. Want wij zijn het absoluut ook.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier