Net als in de liefde spelen bij gemeentefusies emoties een rol
Veertig jaar geleden wist Gaston Eyskens het al: fusies waren nodig om gemeenten de nodige financiële slagkracht te geven voor een goede dienstverlening voor hun inwoners. In sneltempo werd een grootschalige fusie-operatie doorgeduwd voor de gemeenteraadsverkiezingen van 1976. Van de 2.359 Belgische gemeenten bleven er nog 596 over. Bij veel inwoners van (deel)gemeenten is die fusie van 1976 nog altijd niet verteerd.
Minister Bart Somers wil van 293 naar 150 of zelfs 100 Vlaamse gemeenten evolueren en heeft daar aardig wat geld voor over. Toch kwam het in West-Vlaanderen sinds 1976 nooit verder dan wat geflirt tussen buurgemeenten. En zelfs nu burgemeester Jan de Keyser van Oostkamp openlijk zijn liefde verklaart aan Zedelgem en Beernem, is een verlovingsfeest nog veraf.
Het kwam in West-Vlaanderen nooit verder dan wat geflirt
Net als in de liefde spelen ook bij een gemeentefusie heel wat emoties een belangrijke rol. Er moet enerzijds sprake zijn van een aantrekkingskracht. Bij fusies is die meestal van financiële aard. Anderzijds moeten beide partijen zich gelijkwaardig voelen. Een arme gemeente zal niet met een rijke willen fusioneren uit angst voor een onevenwicht in de machtsverhoudingen. Een landelijke gemeente zal liever zijn wagentje niet aan een stedelijke gemeente koppelen wegens andere behoeften. Bovendien moeten twee of meer administraties worden samengevoegd. Waar plaats je dan de gemeenschappelijke woning?
Toch zou het van goed ondernemerschap getuigen om tot efficiëntere besturen te komen met meer financiële slagkracht. Het zou de dienstverlening naar de burgers ten goede komen. Dat de burgemeester dan niet meer al zijn of haar inwoners zal kennen, mag geen obstakel vormen. Integendeel. Het zal hem of haar in staat stellen om de emoties wat vaker aan de kant te zetten en als een ondernemer de gemeente te runnen. En koppig ervoor te kiezen om die verantwoordelijkheid te nemen waar Jan de Keyser op doelt: “Een betere gemeente doorgeven aan de volgende generatie.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier