Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief. Deze keer richt hij zich tot Axel Merckx. De zoon van de beste wielrenner aller tijden mag altijd antwoorden: karl@kw.be.
Beste Axel,
Het is heel vroeg in de ochtend van de zeventiende juni van het jaar 2025 als ik me achter mijn laptop zet om je deze brief te schrijven. Dat gebeurt na een korte inspectie van de moestuin waar de zomerprei het goed doet, de watermeloenplant de eerste aanzet tot vruchten geeft en de aardbeien ten prooi zijn gevallen aan gulzige vogels. Het geautomatiseerde vossenluikje van het kippenhok gaat open en Kevin, de bruine, steekt als eerste haar kopje buiten. Marc, de grijze, zal dra volgen. De hiërarchie van het hok gerespecteerd.
En je merkt het, Axel, ook in het kiezen van namen is sport hier nooit ver weg. Buiten drijven tedere kleine mistwolken over de weide, de zon moet niet eens haar best doen om op te komen. Het is een wonderlijke ochtend om de lof te zingen van je vader, Axel. Hij is vandaag dus tachtig jaar geworden. Maar hem schreef ik al eens een brief. Niet zo lang geleden. Toen hij zijn heup brak. Zoals toen voorspeld, rijdt hij al opnieuw op Vlaams-Brabantse wegen. Alle felicitaties gaan vandaag logischerwijze zijn richting uit. Het lijkt alsof er geen einde komt aan het fêteren. Hij kan in elk geval niet genoeg geëerd worden na de carrière die hij heeft gemaakt en de mens die hij is geweest.
Maar vandaag richt ik me tot jou, Axel. Je was zondag samen met je vader te gast in Vive le Vélo en ik was een bevoorrechte getuige van de geweldige interactie tussen vader en zoon. Het wederzijdse respect droop van tafel en scherm. Zowel voor, tijdens als na de uitzending.
Je koos de moeilijke weg, Axel. Ingegeven door dezelfde onverzettelijkheid die je vader typeert, wilde je wielrenner worden. Omdat iemand had gezegd: met jouw afkomst hoef je helemaal niets meer te doen. De rode lap en de stier. Ik had een vlieg op de muur van de kamer willen zijn toen je ’s morgens aan de ontbijttafel met de mare kwam dat je vader niet langer moest komen supporteren langs de zijlijn van een voetbalveld, want dat je toch wielrenner wilde worden. Eddy die, gezeten in een badjas, zijn hoofd voorzichtig oprichtte boven zijn koffiemok en zei: Weet jij wel waar je aan begint? Zeven woorden waarbij in een oogwenk een hele carrière passeerde. Alle voorspoed en tegenslagen, alle aanhangers en tegenstanders.
De steun van je vader heeft je de jongste jaren door moeilijke momenten geholpen
Je koos voor het volatiele bestaan van de topsport verpakt in de misschien wel zwaarste aller disciplines, de koers. Eén zekerheid: met vermoeidheid als dagelijks brood. Je droeg met trots de naam die de vereenzelviging van wielrennen was geworden. In elke straat in België reden op kleine koersfietsjes decennia lang enkele Merckxjes rond. Allez Eddy! moet de meest voorkomende aanmoedigingskreet voor iemand op twee wielen zijn geweest. En dan was er plots Axel. Jij, dus! Van hoongelach, achterklap en jaloezie trok je je niets aan. De liefde voor de fiets zat in je DNA. Je zou geen rijkelijk gevulde erelijst bij mekaar rijden, maar toch een aantal hele mooie overwinningen boeken. Belgisch kampioen, die Girorit in Prato en de olympische medaille die het oeuvre van de Merckxdynastie compleet maakt. En nog belangrijker: je bent net als je vader altijd een sympathieke en correcte mens gebleven.
Twee jaar geleden belandden we samen met Rodrigo Beenkens en José De Cauwer na de Strade Bianche op een terrasje op de Piazza del Campo. De manier waarop je José omhelsde, getuigde van verregaande dankbaarheid. Hij kon als bondscoach het beste in een renner naar bovenhalen, zei je. Hij deed je in Athene geloven dat olympisch eremetaal kon en een Merckx vergeet niet. De Negroni’s waren op jouw kosten. Terwijl je tijdens je carrière de lusten en de lasten van een naam droeg, stelde ook het leven je de voorbije jaren op de proef. Een zieke dochter, een scheiding ergens ver weg in Canada, de papa-kindrelatie op lange afstand, slapeloze nachten. De steun van je vader heeft je de jongste jaren door moeilijke momenten geholpen, Axel. Het geluk lacht je opnieuw toe en het is je van harte gegund. Bedankt om zondagavond samen met baba zo openhartig in Vive le Vélo te verschijnen. En hopelijk tot snel.
Warme groeten,
