Ik ben bij de kapper. ‘Heb je het gehoord? De Queen ligt op sterven’, zeg ik. Akkoord, de nieuwssites hadden het nog niet zo expliciet gezegd, maar goed, daar kwam het op neer.
‘Het kan misschien nog lang duren’, zei ik er nog snel bij. Ik wilde het niet op mijn geweten hebben dat ik de Queen zou doodverklaren. Nog niemand anders in het kapsalon had het gehoord. Obsessief vaak nieuws lezen heeft soms een beroepsmisvorming waar ik niet meer van af raak zo nog eens z’n voordelen: je weet eens iets voor iedereen anders het weet.
Terwijl ik naar huis fiets – wind tegen langs de zeedijk met vers geknipte haren, geen goed idee – denk ik na over Engeland. Hoe mensen het altijd heel logisch vinden dat ik een Engelse naam heb, want ja, Oostende en Engeland zijn niet zo ver. Vroeger dacht ik altijd dat ik Engeland kon zien, als ik mijn ogen maar dicht genoeg kneep. Dat streepje aan de horizon? Dat zijn de white cliffs of Dover. De Engelsen zijn ondertussen al lang uit Oostende weg en je hoort hier veel meer Frans dan Engels, maar toch blijft er een vleugje hangen, vind ik. Al moet ik er toch wel bij zeggen dat onze versie van fish and chips veel beter is. Garnaalkroketten en een Rodenbach, zoiets?
Oostende en Engeland, het is een blijvertje
Wanneer ik thuis ben, kijk ik meteen weer naar het nieuws. De Queen is dood. Er zijn tegenwoordig nog maar weinig nieuwsmomenten waarvoor je naar de televisie spurt en meteen de BBC aan zet, maar dit was er toch eentje. De volgende dag fiets ik weer langs de zeedijk. Vandaag weet ik wel héél zeker dat ik Engeland niet kan zien vanuit Oostende. Jammer genoeg. Toch kijk ik naar de horizon. Geen witte kliffen te zien, enkel de silhouetten van de windmolens op zee. Geen ferry’s meer die je herinneren aan wat er aan de overkant ligt. En toch weerklinkt God Save the Queen ook hier een klein beetje. Oostende en Engeland, het is een blijvertje.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier