Georges (de Franse naam voor Joris) is in Veurne populair, vroeger en nu. In deze Trotter-aflevering trek ik naar drie wijken van Veurne: de Nieuwstad, de Voorstad en Petit-Paris. Daar zal ik figuurlijk telkens één bekende Georges ontmoeten, in een straat naar hem genoemd.
1. Georges Hobé, Brussels architect, ontwierp in Veurne in 1921 de eerste tuinwijk in de Nieuwstad aan de Brugsesteenweg. Een zijstraat met tuinwoningen draagt zijn naam. In de Hobéstraat groeide Arthur Blanckaert op, de latere Will Tura.
2. Georges Verschinghel was beroepshalve landmeter en ontvanger van polderbestuur de Noordwatering. In zijn vrije tijd schilderde hij wat hij onderweg zag. Hij bewoonde in de Vleeshouwersstraat een ruime woning die nu volledig gerestaureerd is. De Verschinghellaan vind je in de Voorstad. Het is een zijweg van de Pauwel Heinderycxstraat.
Driemaal Georges
3. Georges Bouillaert werd geboren in Steenkerke op het einde van WO I. Hij zou sterven in Oostenrijk op het einde van WO II, in het concentratiekamp van Mauthausen, amper 27 jaar oud. Hij was onderofficier en lid van het Geheim Leger, meer specifiek sectieoverste van inlichtingendienst MARC. Aan de rechterzijde van de Noordstraat in de wijk Petit-Paris, vind je de Bouillaertlaan.
Veel Veurnaars, zeker de jongere inwoners, zeggen de familienamen van de drie Georges niets. Stad Veurne bedacht deze drie Georges elk met een straatnaam. Een tentoonstelling met fotomateriaal en schilderwerk zou verrijkend zijn. Suggestie: geef inspraak aan inwoners van de drie wijken van Veurne bij opbouw van de ‘3x Georges-expo’. Of maak er een reizende tentoonstelling van, naar de verschillende wijken. Met een gratis consumptie voor alle bezoekers die Georges heten.