“Er moeten meer kleine windturbines komen in West-Vlaanderen dan de 34 vergunde tot nog toe”, aldus provincieraadslid Luc Coupillie. “Het provinciaal beleidskader voor gemeentes is niet dwingend. De gemeentes kunnen zelf beslissen over de vergunningsaanvragen op basis van een eigen gemeentelijk kader. Bij eventuele beroepsprocedures zal de provincie de inspiratie van de gemeente beoordelen.”
De Krant van West-Vlaanderen wil op www.kw.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.
Er was eens een minister van energie die uitging van het principe: windmolens kunnen overal! Uiteraard had hij het over grote windturbines. Hierbij zou het bijvoorbeeld niet meer bij voorbaat onmogelijk zijn om windmolens te bouwen in natuurgebied.
Rendement in kaart brengen
Wat voor grote turbines geldt, zou uiteraard voor de kleine broertjes ook moeten kunnen. Dat er basisregels voor dergelijke wiekende bouwwerken nodig zijn, is uiteraard evident. Vandaar dat de N-VA-fractie lang aangedrongen heeft dat de provincie zo’n kader zou opmaken. En jawel, na lang insisteren werd dat kader in mei 2016 geboren.
Dit was een goede zaak, maar het was bij de aanvang duidelijk dat dit kader eerder gemaakt was om kleine windturbines te weren dan er vergund te krijgen. Pas in 2019 rezen dan toch kleine windturbines uit de grond in West-Vlaanderen. Dit had vooral te maken met de VEKA-steun en het feit dat gemeenten zelf een kader opmaakten dat wat minder streng was. Het gebruik van een tool (app) was bijvoorbeeld een vereenvoudiging om het rendement van een turbine in kaart te brengen.
Eén van de vereisten is inderdaad om aan te tonen dat je turbine rendabel moet zijn. Eigenaardig, want welke ondernemer zou nu investeren in een bouwwerk dat niet zou renderen? Of voor de bouw van een varkenshok moet toch ook geen rendabiliteitsstudie gemaakt worden? Misschien was dit in het verleden meer opportuun geweest. Ook is er een verordening dat alle geproduceerde elektriciteit zelf geconsumeerd moet worden. Particulieren kunnen geen vergunning verkrijgen en er is de beperking tot actieve landbouwbedrijven en KMO’s in industriezones.
Vier aanvragen bij alleenstaande woningen
Ondertussen is het provinciaal kader Kleine Windturbines bijna 6 jaar oud en is de tijd wellicht rijp om daaraan te sleutelen. Vandaar dat N-VA-provincieraadslid Luc Coupillie op de provincieraad van 16/12/2021 de deputatie hieromtrent aan de tand voelde met zijn volgende tussenkomst: “In Diksmuide zijn er 4 aanvragen van particulieren voor een kleine windturbine bij alleenstaande woningen met een weiland in agrarisch gebied, dit bij monde van de bevoegde schepen van ruimtelijke ordening en energie aldaar.”
“Er is dus de roep van een aanpassing van het provinciaal kader. Zo zou de mogelijkheid moeten gecreëerd worden om kleine windturbines te plaatsen bij andere woningen in het hinterland dan alleen bij landbouwbehuizingen en verder ook in openbare en recreatieve domeinen als sportinfrastructuren, speelpleinen, groene zones in wijken en parkgebieden, voor zover uiteraard de andere basisregels van het kader niet worden overschreden. Daarnaast wil men ook dat er clusters van kleine windmolens in bepaalde gebieden mogelijk zou worden.”
Gemeente verantwoordelijk
Het antwoord van gedeputeerde Bart Naeyaert laat vermoeden dat het beleidskader niet heel ingrijpend zal gewijzigd worden. Toch wijst de gedeputeerde erop dat het provinciaal kader voor de gemeente niet dwingend is. Het laat de gemeentes toe creatief om te springen en ook inspirerend te werken voor de deputatie. De gemeente is dus autonoom verantwoordelijk voor hun eigen beleid omtrent en indien er beroepsprocedures zouden volgen op beslissingen van de gemeente, dan zal de deputatie de inspiratie van de gemeente beoordelen.
Ook in bijvoorbeeld vogelrichtlijngebieden is de deputatie zinnens haar oordeel te milderen. Er zullen betreffend gesprekken met ANB en INBO aangegaan worden om te zien hoe het kader daar evolutief kan zijn. In de rand gaf de gedeputeerde ook mee dat er op heden 34 vergunde kleine windturbines in West-Vlaanderen een plaats hebben gevonden.
In zijn wederwoord bemerkte raadslid Coupillie dat de nieuwe batterijtechnologie wellicht een gegeven is dat ervoor kan zorgen dat alle geproduceerde energie ter plaatse zal kunnen gesoupeerd worden, iets waar de gedeputeerde ten aanzien van particulieren eerder aan twijfelde.
Luc Coupillie
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier