Ik ben opgegroeid in Lichtervelde. Toen ik nog in een kort broekje liep en dacht dat Sinterklaas een echte baard had, werd er in mijn jeugddorp een actie opgezet: Plant een boom. We waren 1970, het Europees Jaar voor Natuurbescherming. Ik herinner me nog helder hoe de bomen door de gemeente bij ons afgeleverd werden. En met welke trots ik die 3 bomen met mijn lieve vader Frans heb geplant. Het is een van mijn vroegste herinneringen.
We zijn nu 50 jaar later. De klimaatcrisis is een feit en ieder normaal denkend mens zou ondertussen ook moeten weten dat bossen een enorme invloed hebben op de biodiversiteit, het klimaat en een pak andere zaken. Om nog even dat eerste toe te lichten… Biodiversiteit betekent in eenvoudige mensentaal: hoe meer soorten planten, hoe meer soorten insecten, vogels, zoogdieren enzoverder. Ook in de natuur staat verscheidenheid gelijk aan rijkdom. Diversiteit is dus soortenrijkdom. Een verhaal van 1+1+1 = een enorme rijkdom.
Chapeau Ieper
In 1970 was een boomplantactie mogelijk in Lichtervelde en in tal van andere gemeenten. We zijn nu 2020 en ik val soms achterover als ik zie wat gemeenten met bomen. Het lokaal beleid rond bomen varieert van ‘krachtig’ en ‘tof’, tot ‘jullie hebben jullie het belang dus nog altijd niet door’.
Ik neem 2 gemeenten als voorbeeld. In Ieper gaat men heel duidelijk voor meer bos. Als er aanbiedingen zijn voor meer bos, dan gaat men daar op in. Ieper nam ook het intuïtief van ‘Ieper Boomt’. Een initiatief zoals in 1970. Inwoners kregen de kans om een of meerdere bomen in hun tuin te planten. Maar liefst 1.200 Ieperse gezinnen gingen daar op in. Chapeau Ieper!
‘Nee’ tegen extra bos
Een ander verhaal: Diksmuide. De polderstad, 14.940 hectare groot, is inderdaad rijk in wijdse gebieden als de IJzer- en Handzamevallei, de komgronden van Lampernisse en de Viconia-kleiputten in Stuivekenskerke. Is er daardoor geen plaats meer voor wat bos? Jawel, als men maar wil.
In de jongste Diksmuidse gemeenteraad kwamen sp.a-open en groen op voor 10 hectare extra bos in Diksmuide. Tien hectare op bijna 15.000 hectare stadsoppervlakte. De Diksmuidse meerderheid zei ‘neen’. Er is volgens hen geen ruimte voor extra bos. En volgens de meerderheid is de grootste troef van de boterstad net het open landschap. Dat dit laatste een troef is, dat betwijfel ik niet. Laat ons dan echter consequent zijn. Als ze menen dat dit de grote troef is, laat ze dan ook stoppen met het vergunnen van megastallen.
Men kan geen beetje maagd blijven
Beleid vraagt keuzes. In het geval van Ieper zijn die keuzes duidelijk gemaakt. Het mag gezegd dat een milieuschepen als Valentijn Despeghel (sp.a) hier overduidelijk het verschil maakt. Hij toont dat hij als politicus samen met zijn administratie het verschil maakt. Ferm van deze Ieperse beleidsploeg.
Diksmuide is dan weer een voorbeeld van een beleid dat inzake bos- en algemeen boombeleid zelfs achter is op de initiatieven van 1970. Er is nood aan veel meer. Milieubeleid vraagt keuzes, ook inzake bomen. Men kan hier als beleid niet ‘een beetje maagd blijven’ door enerzijds te zeggen dat 10 hectare extra bos een onmogelijke ambitie is voor een stad van 15.000 hectare, omdat het landschap moet open blijven. Terwijl het blijft vergunningen geven voor gigantische stallen in dat zelfde landschap. Beleid vraagt keuzes, punt.
Vader Frans
Mijn vader Frans wist in 1970 al dat bomen belangrijk waren en hij plantte ze ook . We zijn intussen 50 jaar verder. Sommige gemeentes spelen het planten van bomen uit als politiek statement. Wat een armoede, wat een zwakte. Alsof de zuurstof uit de stallen komt en je – zeker in deze coronatijden – een gezonde wandeling kunt maken in of rond een stal.
Bossen zijn net als poldergraslanden de longen van de aarde. Ze vormen een belangrijke schakel in de biodiversiteitstabel. Als lokale besturen zich willen bewijzen: daarin zit potentieel. Daarin kunnen ze durf en verandering tonen. Doen, dames en heren van het lokale bestuur!
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier