© Getty Images
Joost Devriesere
Joost Devriesere Columnist KW

Onze columnist roept je op om te luisteren.

Mijn vriendin zit een week aan zee. Ze schrijft er aan haar tweede roman, en dat lukt beter als ze zich niet hoeft te ontfermen over een culinaire nitwit, die zelfs geen takeaway kan opwarmen zonder een spoor van saus en vernieling na te laten.

Het valt tegen, zo zonder haar, en met haar kookkunsten heeft dat niets te maken. Gisteren viel er een zwaarte over me heen die ik op andere dagen, in andere omstandigheden, niet voel. Het huis was niet alleen leger geworden, maar ook groter, dreigender, alsof het me wilde vermorzelen.

Laat het geen loze kreten zijn. Luister. Wees mild. We hebben elkaar meer dan ooit nodig

Een geluksvogel, dat ben ik. Nog vier dagen en ik zie haar al terug, het enige knuffelcontact dat ik nodig heb.

Velen hebben dat geluk niet. Dat besefte ik voor het eerst ergens in april, toen ik een collega opbelde en mijn beklag deed over de beperkingen die bij die eerste lockdown kwamen kijken. Dat altijd maar weer in je tuin zitten op den duur ook gaat vervelen, zei ik hem. Arme ik. Hij antwoordde me met een knik in de stem dat hij alleen woonde in een piepkleine studio zonder terras. Dat hij bang was om buiten te komen. Dat hij tijdens zijn middagpauze in de keuken op zijn rug ging liggen om wat van het zonlicht te vangen dat door het raam naar binnen viel. Het is toen dat ik heb beslist om niet meer te klagen.

De laatste weken zie ik al te veel mensen plots verdwijnen. Voorgoed. Nauwelijks omfloerste noodkreten op social media, die zijn er ook. Alleenstaanden die dreigen kopje-onder te gaan in die tweede golf, vooral nu de dagen zo kort zijn en de contacten weer tot het minimum beperkt. Single ouders die erdoor zitten. Mensen die wel nog vooruitzichten hebben, maar ze niet meer zien. Laat het geen loze kreten zijn. Stuur ze een bericht. Bel ze op. Luister. Wees mild. We hebben elkaar meer dan ooit nodig.