Afscheid nemen van helden: “Arno, onze drummer en Jean-Marie Aerts. Nee, kanker is niet kieskeurig”

Jean-Marie Aerts werd 72 jaar. © Belga
Jan Devriese

Jan Devriese leeft tussen deadlines. De Brugse stukjesschrijver maakte 45 jaar geleden zijn allereerste artikel, toevallig (of niet?) voor deze krant. Na een lange omzwerving is de cirkel rond en de pen weer thuis. Elke twee weken zal Jan hier wat woorden in een meer dan aanvaardbare volgorde zetten. Hij wisselt af met Laura Schuyesmans, die leeft met een deadline.

Het was een hoogtepunt. Hét hoogtepunt, eigenlijk. Het enige. En ik herinner me er amper iets van, van dat optreden van ons groepje. Zo gaat dat nu eenmaal, met hoogtepunten: de roes vertroebelt de registratie.

Wij mochten, wellicht door maffiose connecties van een van onze bandleden waarover ik verder niets wens te weten, het voorprogramma van T.C. Matic verzorgen. Van T.C. Matic! De meest opwindende groep van het land! Met de meest opwindende frontman van Europa! In een bomvolle zaal! Voor eigen volk! Mooier kon het niet worden! Helden, dat zouden wij zijn! Aanbeden en al!

De bomvolle zaal in kwestie was het Schuttershof – zeg maar het Vorst Nationaal van Sint-Kruis. Maar bomvol was die zaal nog niet, ‘s namiddags, toen wij ons meldden voor de soundcheck. Als voorprogramma kreeg je voor je trommels en trompetten een paar vierkante meter op het podium en pakweg een kwartiertje om die te laten weergalmen, zodat de man aan de knopjes wist welk lawaai waaruit kwam en hoe vals de zanger klonk, zodat hij die des avonds discreet weg kon mixen onder de trommels en trompetten.

“Arno had een plastic zak bij zich die hij geen enkel moment losliet. Welk groot geheim zou deze zak bevatten, zo vroeg ik mij af”

Amper waren wij klaar, of daar meldde zich reeds T. C. Matic zelve. Het opmerkelijke was dat de leden van deze roemruchte formatie gewoon de zaal binnenwandelden, via de deur. Dat had ik nooit verwacht. Het leken net mensen. Ze liepen wat heen en weer, klauterden het podium op en wierpen een blik op de kleedkamer, die men via een deur op het podium bereikte – vanzelfsprekend verboden terrein voor onbevoegden zoals wij.

Arno had een plastic zak bij zich die hij geen enkel moment losliet. Dat fascineerde mij, als zanger van het voorprogramma. Welk groot geheim zou deze zak bevatten, zo vroeg ik mij af, altijd bereid om bij te leren. Mijn spiedend geduld werd beloond toen hij na enkele minuten de zak opende en er zijn hand in stak. Nu, dacht ik, nu zullen we het weten. De hand van Arno kwam weer tevoorschijn, en bevatte… een appel. Die hij smakelijk opsmikkelde. Oké dan.

Van ons optreden herinner ik me, zoals gezegd, amper iets, en misschien maar best. Wellicht heeft dat ook en vooral te maken met wat daarna volgde: een orkaan die het Vorst Nationaal van Sint-Kruis platwalste, met een fascinerende, schijnbaar hyperkinetische frontman en een als doodgewone man vermomde gitaargod die de ene retestrakke riff na de andere overdonderende klankmuur over ons uit kieperde. Arno Hintjens stierf twee jaar geleden, onze drummer een jaar geleden, Jean-Marie Aerts vorige zondag. Nee, kanker is niet kieskeurig.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier