Vandaag zakte de provinciegouverneur als voorzitter van de taskforce ‘Weerbare Westhoek’ af naar Lo-Reninge om samen met andere betrokkenen een stand van zaken te geven inzake de beveiliging van de Westhoek tegen water en droogte. De oprichting van die taskforce is een succes. Om het draagvlak bij de bevolking te vergroten, is er nu ook een video.
Twee jaar geleden beleefde de Westhoek dramatische weken toen in veel woningen het water binnenliep. Het provinciaal rampenplan werd afgekondigd, maar al snel werd duidelijk dat alleen maar aan symptoombestrijding doen, niet langer voldoende is. De beelden van de extreme waterellende in de verre Westhoek bereikten ook Brussel en op zondag 12 november 2023 kwamen in het grootste geheim minister-president Jan Jambon en minister Hilde Crevits naar ‘t Hof van Commerce in Stavele. Niet om ‘strafste caféazin’ Iris Crampe te zien, maar om de noodkreet van de betrokken burgemeesters te aanhoren.
Daadkracht
“Ik ben die dag onder de indruk geraakt van de daadkracht van de minister-president”, sprak burgemeester Gerard Liefooghe vandaag in Lo. “Op twee uur tijd besliste hij dat er een taskforce moest komen en om aan de Vlaamse regering te vragen geld vrij te maken voor structurele ingrepen op korte termijn. Zo geschiedde ook. Mijn gemeente Stavele had nood aan een serieuze dijkverhoging, iets wat Alveringem niet alleen moet bekostigen. Dit is geen Alveringems probleem en die dijkverhoging kost zeer veel geld. Dankzij de taskforce krijgt Alveringem toch circa 70 procent hogere subsidies. Wat ik ook zeer positief vind, is het baggeren van waterlopen als de IJzer en de Lovaart. Het herstelt hun natuurlijke bedding en geeft meer ruimte aan het water.”
Gouverneur
“De taskforce ‘Weerbare Westhoek’ telt vertegenwoordigers van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), de Vlaamse Waterweg nv, de provincie West-Vlaanderen, de Polderbesturen en enkele experten op vlak van klimaat en hydrologie”, sprak provinciegouverneur De Caluwé. “In november 2023 stond in de Westhoek 6.000 hectare onder water, wat veel meer is dan de 3.000 à 4.000 hectare aan natuurlijk overstromingsgebied in deze regio. Het was dramatisch. De taskforce is een succes, vooral dankzij de mensen die het veld zeer goed kennen: de polderbesturen en burgemeesters bijvoorbeeld. De actieplannen van ‘Weerbare Westhoek’ steunen op drie pijlers: preventie (het goed onderhouden van dijken en grachten bijvoorbeeld), protectie ( het baggeren van waterlopen bijvoorbeeld) en paraatheid mocht er zich toch opnieuw een overstroming voordoen. De Vlaamse regering en de provincie regelden een stevig budget van 100 miljoen euro voor een eerste pakket aan structurele ingrepen die tegen 2028 afgerond moeten zijn. Op vandaag zijn zeven acties reeds volledig afgerond.
Toekomst
“Intussen richt de Taskforce haar blik ook op de toekomst”, zegt Carl Decaluwé. “De klimaatverandering brengt immers meer droogte, hevige regenval en verzilting mee. Uit 200 voorstellen om het IJzerbekken weerbaarder te maken, werden een 30-tal terreinmaatregelen weerhouden, verdeeld over zes bouwstenen. Concrete doelen zijn de afvoercapaciteit verhogen van de IJzer, het Lokanaal, het kanaal Nieuwpoort-Duinkerke en de Ganzepoot in Nieuwpoort. Ruimte maken voor water is ook essentieel, evenals de aanleg van bufferbekkens en zeer plaatselijke maatregelen zoals de dijk rond Stavele of de bescherming van individuele woningen en landbouwbedrijven. We moeten ook goed samenwerken met de Fransen! De IJzer loopt immers van Noord-Frankrijk tot in Nieuwpoort.”
Stavele
Wat de stand van zaken is in het dossier dijkverhoging Stavele, vragen wij tot slot aan de Alveringemse burgemeester. Daar is immers al veel over gezegd. “We zijn al zover dat de vergunningsaanvraag bij de Vlaamse overheid is ingediend! Meerdere aannemers hebben hun prijzen bekendgemaakt en die liggen in lijn met de raming. Wel ervaren we momenteel een eerder spannende periode, in die zin dat men vanuit Brussel veel bijkomende uitleg vraagt. De verwachting is dat de werken in het najaar van 2026 kunnen starten en dat die ongeveer een jaar zullen duren.”