Vogelopvangcentrum krijgt minder besmeurde zeevogels binnen, maar ziet wel een stijging op andere wateren: “Recent 4 grote lozingen geweest”

Claude Velter van het Vogelopvangcentrum. © JRO
Jeffrey Roos
Jeffrey Roos Medewerker KW

De sterke daling van olievervuiling op zee resulteert in minder besmeurde zeevogels en dat merken ze ook al jaren in het Vogelopvangcentrum in Oostende. Directeur Claude Velter ziet echter wel een ander probleem opduiken de voorbije jaren. “Vooral op de binnenwateren dan”, zegt Velter.

Ooit werd het Vogelopvangcentrum in de jaren ’80 in het leven geroepen om de vele besmeurde zeevogels te redden. De talloze olielozingen op zee waren daar de oorzaak van. “Maar op vandaag gebeuren veel meer controles”, vertelt Claude Velter die als veertienjarige toen mee aan de wieg stond van de oprichting. “Het grote verschil ten opzichte van vroeger is de manier waarop er gesanctioneerd wordt. Als men een lozing vaststelde aan de grens van ons land met Frankrijk, zat het schip al in Nederlandse wateren tegen dat er effectief iets kon ondernomen worden. Dat is nu anders. Nu maakt men het de kapitein moeilijk in de haven van bestemming en dat zorgt ervoor dat ze het risico niet meer nemen.”

En dus zijn er anno 2024 een pak minder olielozingen ten opzichte van vroeger. “Vroeger kregen we zo’n tweehonderd besmeurde zeevogels binnen per jaar”, duidt Velter. “Op drie jaar tijd is dat geminderd naar een tiental per jaar en nu zijn er dat zelfs minder. Die daling heeft zich ingezet vanaf 2005. Alleen zien we nu meer ‘ongevallen’ op binnenwateren. Een van de grootste die recent gebeurden is de lozing in Gistel en Ichtegem. Dat ging dan over voedingsolie. In West- en Oost-Vlaanderen zijn er recent vier grote lozingen geweest en ook daarbij vallen heel wat slachtoffers bij onze gevederde vrienden. Er zitten veel meer watervogels op de binnenwateren omdat het water veel gezonder is dan vroeger. Daardoor is het risico gestegen.”

6.000 dieren per jaar

In de beginjaren van het Vogelopvangcentrum werden zo’n drieduizend diertjes per jaar verzorgd. Tegenwoordig is dat het dubbele. “Al merken we nu een kleine daling. In 2022 werden ongeveer zesduizend dieren binnengebracht”, aldus Velter. “Jaar na jaar zagen we een enorme toename, maar nu is dat aantal opnieuw wat gezakt tot ruim vijfduizend. Elke vogel blijft er natuurlijk een te veel. Wat ons vooral tegen de borst stoot is dat er wel een draaiboek bestaat bij dergelijke lozingen of rampen, maar dat de vogels daarbij vergeten worden. Zij zijn nochtans een van de grootste slachtoffers bij dergelijke rampen.”

Egels

Het vogelopvangcentrum vangt niet alleen vogels op, maar ook andere dieren. “Vogels bepalen negentig procent van de aanvoer, maar we krijgen ook heel wat andere dieren binnen. Alles wat in de natuur voorkomt, wordt door ons opgevangen. Dat gaat dan over haasjes, konijntjes, heel veel egels, maar ook vleermuizen en af en toe jonge vosjes in het voorjaar. Bij de grotere zoogdieren gaat het bijna altijd om jongen. Wat ook alsmaar vaker voorkomt zijn eekhoorns en reeën. Er is immers meer bos en minder bejaging en dat zorgt ervoor dat er meer dieren aan de kust zitten. Reeën kom je in het hinterland al eens snel tegen, maar dat zorgt er ook voor dat er al eens een ree aangereden wordt en dan komt die bij ons terecht.”

Het Vogelopvangcentrum is bijna dagelijks te bezoeken. Meer info op www.vogelopvangcentrum.be

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier