
Nog tot 23 december draagt een 180-tal schapen en geiten van het Agentschap voor Natuur en Bos een steentje bij aan het natuurbeheer in de Oostvoorduinen in Oostduinkerke.
Het is een doelbewuste keuze schapen en geiten in te zetten als ‘hulpjes’ bij het natuurbeheer in de Oostvoorduinen. Het gaat om een vroegmiddeleeuws kopjesduinlandschap bestaande uit zacht golvende duinen met een soortenrijke en kalkminnende vegetatie van droge duingraslanden en struweel. Tot de periode tussen beide wereldoorlogen graasden er in het duinengebied traditioneel runderen, schapen en geiten van Oostduinkerkse vissers-landbouwers.
Nadien viel deze duinlandbouw weg, met als gevolg dat de Oostvoorduinen verruigden en er allerlei struiken opdoken. Dit fenomeen van verruiging en verstruweling gaat nu nog altijd verder. Om dit tegen te gaan, voert Natuur en Bos op zones met restpopulaties een maaibeheer uit ten voordele van droog duingrasland. Dit gebeurt niet enkel om de soortenrijkdom van dit type grasland te behouden, maar zo gaat men ook verstruweling tegen en houdt men het duinlandschap open.
“Omdat Natuur en Bos niet alle verruigde zones kan maaien en het maaisel niet kan afvoeren uit het duingebied, zetten we nu aanvullend, periodiek, een schapen- en geitenkudde in”, zegt boswachter Guy Vileyn van Natuur en Bos.
“Het is de bedoeling dat de kudde schapen en geiten in verplaatsbare elektrische rasters de ruigte en heropslag van struiken afgrazen.
“Voorlopig is er nog geen herder nodig om de kudde te hoeden. De schapen en geiten zijn geharde inlandse rassen, aangepast aan schrale en vaak barre levensomstandigheden.” Hoewel de dieren weinig zorg nodig hebben, houden de boswachter en herder hun conditie wel in de gaten. Aan bezoekers van de Oostvoorduinen wordt met aandrang gevraagd om de rust van de kudde te respecteren, onder andere door honden aangelijnd te houden bij een wandeling door het duingebied. (MVO)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier