In droogdok Gardec in Zeebrugge werd vrijdag een vaartuig binnengereden, de Z.26 Avanti, voor een heel bijzonder onderhoud. De romp wordt uitgerust met een snelheidsmeter en later krijgt ook de schroef een torsiemeter. Beide moeten data opleveren waarmee onderzoekers, reders en scheepswerven de shift naar energiezuinigere vaartuigen met minder of geen fossiele brandstoffen kunnen versnellen. Deze data vormt de nieuwste uitbreiding van het VISTools datasysteem waarmee intussen 37 van de 64 Belgische vaartuigen hun activiteiten en winstgevendheid in realtime kunnen opvolgen. De Belgische vloot is daarmee uniek in de Europa en zet opnieuw belangrijke stappen naar een meer klimaat- en milieuvriendelijke visserij.
In droogdok Gardec wordt dit weekend het eerste Belgische vaartuig uitgerust met een snelheidsmeter op de romp en later krijgt het ook een torsiemeter op de schroef. Eerder dit jaar werden ook al nieuwe brandstofmeters op de motoren geplaatst. Dit moet inzicht bieden in het precieze energieverbruik aan boord, zodat wetenschappers, reders en scheepswerven de shift naar energiezuinigere vaartuigen met minder of geen fossiele brandstoffen kunnen versnellen.
Meten
De snelheidsmeter of speedlog die dit weekend geïnstalleerd wordt op de Z.26 Avanti meet hoe snel het vaartuig door het water glijdt. Later wordt ook een torsiemeter geïnstalleerd, die meet hoeveel kracht de motor zet op de schroef om vooruit te komen. In combinatie met de nieuwe brandstofmeters (flowmeters) die begin dit jaar al geïnstalleerd werden en de data die al in VISTools verzameld werd, zoals diepte, trekkracht, werking van waterpompen, GPS-positie biedt dit inzicht in het exacte energieverbruik aan boord en de factoren die er invloed op hebben. De metingen van dit jaar vormen een nulmeting waarop verder onderzoek en ontwikkeling kan gebeuren.
De installaties gebeuren in het kader van Digivloot, een collectief project van de Rederscentrale in samenwerking met het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) en gefinancierd door OVIS, het ondersteuningsfonds voor Visserij in Transitie.
Brandstof
Sander Meyns van de Rederscentrale vlegt uit: “Brandstof maakt 20 tot 30 procent uit van de kosten van een reder. Kleine wijzigingen hebben dan al een grote impact op de rendabiliteit. De nieuwe sensoren zullen ons leren waar de kleine en grote verbeteringen zitten. ILVO zal dit voor de reders via VISTools verwerken tot een jaarlijks vaartuigrapport, waarin ze hun verbruik met dat van gelijkaardige vaartuigen kunnen vergelijken. Zo kunnen we op korte termijn evolueren naar energiezuiniger vissen.”
Op langere termijn levert de data ook input op voor een ontwerp van het vaartuig van de toekomst dat nog energie-efficiënter is en geen of weinig fossiele brandstoffen verbruikt. ILVO diende vrijdag een projectvoorstel in om samen met de UGent, drie scheepswerven, de Rederscentrale en het Agentschap Landbouw en Zeevisserij deze volgende stap te zetten.
Volgens Femke Aers van ILVO kunnen onderzoekers en scheepswerven met die data modellen ontwerpen voor hydrodynamische rompvormen en propellers: “Het systeem biedt ook inzicht in welke alternatieve brandstoffen geschikt zijn om de energietransitie in de visserij te maken. Per brandstoftype willen we in kaart brengen hoe haalbaar het is, rekening houdend ook met veiligheid en de impact op de grootte van de schepen.”
Unieke win-win
Digitale meettools zoals een trekkrachtmeter, GPS-systeem, dieptemeter, (oudere) brandstofmeters en elektronische weegschalen zijn al een tijdje aanwezig op vissersvaartuigen. Toch duurde het tot VISTools ontwikkeld werd in 2018-2019, door visser Pedro Rappé (NaviTools) en ILVO, voor de data realtime verwerkt en zichtbaar werd voor de schipper op de brug en de reder aan land.
België is het eerste land in Europa waar een dataplatform op grote schaal in de vloot wordt uitgerold: meer dan de helft van de Belgische vaartuigen heeft intussen VISTools aan boord. De meerwaarde voor de reders is dan ook duidelijk.
Sander Meyns van de Rederscentrale vervolgt: “Met VISTools kunnen vissers en reders realtime gaan opvolgen hoe rendabel hun trip is. Ze weten hoeveel brandstof het vaartuig verbruikt en zien op een kaart welke visgronden het interessantste zijn. Tegelijk kunnen ze plekken met weinig of te jonge vis mijden, wat goed is voor de visbestanden en de rendabiliteit van de visserij op langere termijn.”
Accuratere visquota
Ook voor het beleid is er een win, al is het de reder die beslist welke data hij (geanonimiseerd) met de overheid deelt. Vlaams minister van Zeevisserij Hilde Crevits stelt: “Met de realtime data in de VISTools software kunnen onze vissers de visbestanden heel precies en actueel gaan monitoren. Dat zal accuratere visquota opleveren, want nu maken wetenschappers ramingen op basis van oudere data.”
“Vissers zullen ook proactief de visbestanden kunnen managen, omdat ze zicht krijgen op de plekken waar hun doelsoorten in gezonde aantallen aanwezig zijn. Hiermee zijn we een voorbeeld voor de Europese collega’s en tonen we met concrete innovatieve voorbeelden hoe visserijbeheer op duurzame wijze kan in partnerschap met onze vissers.”
Onderzoek
Wetenschappers op hun beurt kunnen de data uit VISTools niet alleen gebruiken voor onderzoek naar brandstofverbruik, maar kunnen ook veel preciezer de impact van menselijke activiteiten op het mariene ecosysteem berekenen. Voorspellen zelfs. ILVO bouwt met de data onder meer een digitale twin van de Noordzee om diverse scenario’s voor meervoudig ruimtegebruik of duurzame visserijtechnieken te simuleren. Data uit andere bronnen en onderzoeken kunnen met VISTools ook makkelijker geverifieerd en verfijnd worden.
Hans Polet van ILVO besluit: “Het biedt een scala aan nieuwe mogelijkheden voor alle gebruikers. Het brandstoffenonderzoek is een heel relevante en nieuwe toepassing. Maar evengoed kunnen bedrijven nieuwe tools voor reders en vissers ontwikkelen en kan de overheid het beleid voeren op basis van openheid en samenwerking. Op die manier draagt VISTools bij aan de ontwikkeling van een economisch rendabele, duurzame visserijsector in België.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier