Wat als het in 2050 hevig regent? Dan riskeert 1 op de 10 gebouwen in West-Vlaanderen onder water te staan. Dat blijkt uit impactstudies van de Vlaamse Milieumaatschappij. Vandaag is dat trouwens ‘slechts’ 1 op de 20.
Precies een jaar nadat koning Filip de Westhoek bezocht is ons waterplan nog steeds niet… waterdicht. Alle experts zijn het er intussen helaas over eens: West-Vlaanderen is nog onvoldoende voorbereid op hevige regenval de komende herfst- en wintermaanden. Het thema is nochtans actueler dan ooit: deze zomer overstroomde Oost-Europa na een bezoek van storm Boris, eind oktober viel er een waterbom met dramatische gevolgen in de regio rond Valencia.
Hoeveel schade hier zou berokkend worden na gelijkaardig noodweer valt moeilijk te voorspellen. Toch slaagde de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) er in om via impactstudies na te gaan wat dergelijke hevige regenval bij ons zou betekenen. Concreet kan momenteel 5,2 procent van alle gebouwen in West-Vlaanderen getroffen worden door wateroverlast bij hevige regenval. (lees verder onder de grafiek)
“Hoeveel regen er dan exact valt, kan variëren. Neerslag zoals in 2021 in de Vesdervallei heeft een kans van 1 op de 400 om in een willekeurig jaar voor te komen. Voor deze cijfers houden we rekening met stormen die elk jaar – op elke locatie – een kans op voorkomen van 1 op 1.000 hebben. De hoeveelheid regen die vorig jaar op de Westhoek is gevallen, kan dit jaar op verschillende andere plekken dus zeker opnieuw vallen, met alle gevolgen van dien”, legt expert Johan Brouwers van het Vlaams Klimaatportaal uit.
Waterbommen
Met die cijfers zouden we – op Vlaams-Brabant na – het hardst getroffen worden in Vlaanderen. Meer nog: rekening houdend met de klimaatsituatie binnen een goeie kwarteeuw (indien ons uitstootgedrag niet verandert) zal in 2050 maar liefst 9,2 procent van de gebouwen in onze provincie kampen met wateroverlast na hevige regenval. Dat is slecht nieuws, want volgens de simulatie van de VMM kan het aantal dagen met zware neerslag hier binnen de 25 jaar ook verdrievoudigen.
“Kleigrond, landbouw en verharding maakt West-Vlaanderen kwetsbaar”
“De frequentie van stormen en waterbommen zoals in andere Europese landen wordt steeds groter. Hierover bestaat geen twijfel: hoe meer het klimaat opwarmt, hoe extremer onze weersomstandigheden. Dat betekent enerzijds problematische droogteperiodes, en zeer intense neerslag als het wel regent. Daarnaast zorgt de opwarming van de Noordpool voor een kronkelende straalstroom, wat in mensentaal betekent dat hetzelfde weer veel langer boven een zelfde gebied blijft hangen”, verklaart hydroloog Patrick Willems.
Als we de klimaatveranderingen negeren, ziet de toekomst er vooral voor de kustgemeenten niet rooskleurig uit. In 2050 kan bijna een derde van de gebouwen in Oostende onder water komen te staan bij zeer hevige regen. Ook in Blankenberge en Bredene zou de schade groot zijn: daar is het risico op wateroverlast reëel voor respectievelijk 26,6 en 20 procent van alle huizen en andere gebouwen. (lees verder onder de kaart)
Ook in de top tien van gemeenten met het slechtste toekomstperspectief staan Brugge, Izegem, Roeselare, Kuurne, Veurne, Ingelmunster en Knokke-Heist. Weinig verrassend zien we vooral gemeenten met een hoge verhardingsgraad bovenaan de ranking staan, maar dat is echter niet de enige factor die meetelt. “Ook de hoogteligging, de hellingsgraad, het aantal waterlopen, drainage in landbouwgebieden, het bodemtype (klei en leem)... spelen allemaal een rol. Die bepalen de verschillen tussen provincies en gemeenten onderling”, aldus prof. Willems.
Niet altijd zo duur
Het dunbevolkte Mesen, Zuienkerke en Spiere-Helkijn blijven dan weer het meest gespaard van wateroverlast. Gebiedsgericht te werk gaan is dus de boodschap, en vooral een combinatie van maatregelen uitrollen. Dat hoeft volgens Brouwers van het VMM niet altijd zo duur te zijn: “Iedereen kan eigenlijk bijdragen. Als er op elk perceel bijvoorbeeld een paar vierkante meter verlaagde grond is waar al het water langzaam in kan sijpelen, kan je je eigen huis al beschermen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier