Eén jaar na de zondvloed: Westhoek wapent zich tegen nieuwe waterbom
Precies een jaar geleden trad de IJzer buiten haar oevers na een periode van hevige regenval, met ondergelopen huizen in Roesbrugge en Stavele tot gevolg. In die twee dorpen komen er extra dijken. Opvallend is dat de Provincie en de gemeente Alveringem daarvoor het initiatief namen. Bij de Vlaamse overheid, dat beheerder is van de IJzer, bleef het relatief stil.
Op 28 en 29 november 2021 viel er in het IJzerbekken op amper 72 uur maar liefst 80 mm regen per m². Het resulteerde in de ergste wateroverlast in het IJzerbekken in dertig jaar. In Beveren-IJzer en Stavele liepen huizen onder water die voordien nog nooit wateroverlast hadden gekend. Ook in Roesbrugge was er schade aan huizen, meer bepaald in de Bergenstraat. Om dergelijk overstromingen te voorkomen is Zuidijzerpolder samen met de provinciale dienst waterlopen bezig met extra beschermingswerken.
Opwaardering
“Het gaat om de opwaardering van de bestaande bedijking, zowel stroomopwaarts als stroomafwaarts omdat we aan beide kanten een heel kritiek fase hadden vorig jaar”, zegt Pieter-Jan Taillieu van Zuidijzerpolder. “Daarmee zou het stratenstuk tussen de IJzer en de Dode IJzer 100 procent beveiligd moeten zijn tegen wateroverlast. Er zal nog een stuk dit jaar uitgevoerd worden. Er komt ook een fysiek dijklichaam aan de stroomafwaartse zijde en daarvoor loopt de vergunningsaanvraag. We hopen in het voorjaar van 2023 die dijk aan te leggen.”
“Als je moet wachten tot er in Brussel gereageerd wordt, is Stavele al lang ondergelopen” – Gerard Liefooghe (burgemeester Alveringem)
Vorig jaar wees burgemeester Christof Dejaegher (CD&V) van Poperinge met een beschuldigende vinger naar De Vlaamse Waterweg over het gebrekkige onderhoud van dit deel van de IJzer. “Ik blijf bij mijn overtuiging dat eens goed baggeren de problemen kan milderen”, zegt Dejaegher. “Alleen hebben we nog geen signaal gekregen van de Vlaamse Waterweg dat ook van plan is. Wat het wel gedaan heeft, is een redelijk doortastend groenbeheer op dit moment. Er werd toch redelijk wat drijfhout en dergelijke opgeruimd.”
Permanente oplossing
Ook de gemeente Alveringem, waarvan Stavele een deelgemeente is, bleef niet bij de pakken zitten. “Het gemeentebestuur van Alveringem heeft een studiebureau aangesteld om na te denken over het indijken van de dorpskern van Stavele om ook daar de woningen te beschermen”, zegt Pieter-Jan Taillieu. “Ook daar hebben we vorig jaar erger kunnen voorkomen door op een aantal cruciale plaatsen zandzakjes te leggen. Daar zoeken we nu naar een meer permanente oplossing.”
Burgemeester Gerard Liefooghe (Gemeentebelangen) van Alveringem besefte na de wateroverlast dat infrastructuurwerken uit 2010, waarbij een mini-dijkje gecreëerd werd net achter de bewoning in Stavele-dorp, niet meer volstond. “In de zomer van 2021 waren we ons daar al bewust van, waardoor we toen die nieuwe studie bestelden”, aldus Liefooghe. “Maar de natuur was ons te snel af. Men is nog altijd bezig met de studie. Laat ons hopen dat er geen problemen komen tot dat die dijk er is. Die studie en de werken gebeuren met middelen van Alveringem zelf. Als je moet wachten tot er in Brussel gereageerd wordt, is Stavele al lang ondergelopen. De effectieve uitvoering zou voor 2023 of 2024 zijn. Die extra bescherming is nodig voor de leefbaarheid van Stavele. Je kan bij zulke calamiteiten niet alles blijven oplossen met de brandweer. Vorig jaar is het nog net gelukt en is de schade beperkt gebleven tot een viertal woningen, maar als er eens een echte waterbom komt, dan komen wij tekort.”
Nood aan noodplan
In het kader van waterlandschap en het strategisch project IJzer- en Handzamevallei zijn er op langere termijn ook een aantal denkpistes om nog meer water te kunnen bufferen in onze regio. “Er wordt concreet gekeken om in de regio Diksmuide en Lampernisse bepaalde landerijen minder te bemalen in kritische periodes”, zegt Pieter-Jan Taillieu.
Dat sluit aan bij het voorstel van Peter Bossu, coördinator bij Natuurpunt De Bron. “Men komt nu vooral met technische oplossingen: er moet eens gebaggerd worden of er wordt een nieuwe dijk gebouwd. Maar men mag de IJzer dubbel zo breed en diep maken, als er een waterbom valt, dan kan de rivier dat niet verwerken”, aldus Peter Bossu. “Wat moet er dan wel gebeuren? Absoluut behoud van de natuurlijke buffergebieden. Zelfs de kleinste beekvallei zou hersteld moeten worden. Daarnaast moet men noodzones aanduiden die men gecontroleerd kan laten overstromen als er hevige neerslag voorspeld wordt. Voor alle duidelijkheid: zo’n noodplan is er momenteel niet. Er is daar zelfs nog niet eens over gesproken op het Westhoekoverleg.”
Nood aan baggerwerken
Volgens Christof Dejaegher is dat vooral omdat niet de gemeenten, maar wel de Vlaamse overheid aan zet is. “Voor 2023 maakt deze Vlaamse regering extra middelen vrij voor waterbeheersing. Voor minister Lydia Peeters (Open VLD) gaat het om 60 miljoen euro extra”, zegt Kim Vandenbroucke, woordvoerder van minister Peeters. “We zijn ons bewust van de nood aan baggerwerken op de IJzer en in het kader van die extra middelen maakt dat dan ook voorwerp uit van verdere bespreking.”
“Verder kan ik nog meegeven dat De Vlaamse Waterweg, die instaat in voor het beheer van de IJzer, meerdere keren per jaar voorziet in een grondige opruiming van de IJzer”, vervolgt de woordvoerder. “Elke maand wordt de waterloop ook afgevaren voor het verwijderen van drijvend vuil. De afwatering naar zee wordt ook gewaarborgd door de instandhouding en modernisering van onze infrastructuur. Er werden in het recente verleden dan ook omvangrijke werken uitgevoerd aan het sluizencomplex in Nieuwpoort. Naast bescherming is ook paraatheid van essentieel belang. Denk maar aan het correct kunnen opvolgen van de waterstanden De Vlaamse Waterweg zal dan ook een bijkomende peilmeting in Stavele installeren.”
Normaal niveau
Ondanks de vele regen van de afgelopen dagen en weken is het waterpeil op de IJzer momenteel wel op een normaal niveau. “De duur van de droogte die we in de zomer van 2022 hadden, was zeer uitzonderlijk en een heel stuk langer dan in 2017, 2018 of 2019”, zegt Pieter-Jan Taillieu van Zuidijzerpolder. “De gevolgen ervan zijn we nu pas aan het wegwerken. Het oppervlaktegrondwater is nog niet op niveau. De regen die nu valt, loopt gelukkig vrij gespreid. Dat geeft het water de tijd om in de grond te trekken. We zien dat er opnieuw wateraanvoer is op de kleine stroomopwaartse waterlopen. Dat betekent ook dat De Watergroep eindelijk het waterproductiecentrum op De Blankaart optimaal kan benutten, zonder dat er problemen zijn rond waterkwaliteit. Wat de Blankaartvijver en het natuurgebied van De Blankaart betreft, zitten we nog een tiental centimeter onder het streefpeil, maar we zien daar wel een drastische verbetering.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier