Suzanne Bauwens: “Wijze levensles geleerd bij het Brugsch Handelsblad”

Suzanne op missie in Kosovo in 2004. (Foto gf)
Stefan Vankerkhoven

“Op de redactie van het Brugsch Handelsblad heb ik een wijze levensles geleerd: het motto ‘het gaat niet bestaat niet’. Voor alles kun je een creatieve oplossing zoeken, want een blanco blad is geen optie. Zo leer je oplossingsgericht werken en leven”, zegt Suzanne Bauwens, die van 1996 tot 2008 journaliste was voor ons weekblad en nu bij Veritas werkt.

Op 23 juni 1906 lag het allereerste nummer van het Brugsch Handelsblad in de krantenwinkels. 115 jaar later blikken we uitgebreid terug op dit heuglijk feit. We doen dat door een reeks oud-medewerkers van ons regionaal weekblad te portretteren.

“Toen ik communicatiemanagement in Gent studeerde, mocht ik in 1996 mijn stage doen bij het Brugsch Handelsblad”, vertelt Suzanne Bauwens (46). “Ik werd meteen omarmd door de mannelijke redactie: als enig meisje omringd door zeven mannen werd ik voortdurend geplaagd! Vooral door de sportredactie, met name Coekie en Chris! Gelukkig had ik als kind met drie oudere broers geleerd om mijn ‘mannetje’ te staan. De sfeer onder de collega’s was zeer goed, ik heb veel gelachen. Het enige nadeel was dat zes van die zeven mannen rookten – er gold toen nog geen rookverbod. ’s Avonds stonken mijn kleren naar de rook!”

Vrouwelijke aanpak

“In 1997-98 studeerde ik kunst en cultuur in Parijs, maar toen ik terugkeerde, zat hoofdredacteur Hedwig Dacquin in de bar van ’t Smisje, het restaurant van mijn ouders in Nieuwmunster. Hij vroeg of ik als freelancer bij de krant wou beginnen werken. Ik kon een ‘gat’ vullen, het Brugsch Handelsblad zocht een ‘vrouwelijke aanpak’ van bepaalde onderwerpen. Ik was een jaar freelancer, maar kon er niet van leven. Toen trok ik mijn stoute schoenen aan en zei: ofwel stop ik ermee, ofwel geef je mij een vast contract. Zo werd ik redactrice!”

“Ik hield ervan om onbekende Bruggelingen te interviewen. Elke mens heeft een boeiend verhaal te vertellen. In de stijl van ‘Man bijt hond’ belde ik bij de mensen thuis aan, voor een gesprek. Een zeer verrijkende ervaring.”

“Toen ik een reportage maakte over de knapste West-Vlaamse landbouwer, zette uitgever Jean Herreboudt als titel boven mijn artikel: onze redactrice valt voor de knapste boer. Die stuurde mij nadien een boeketje bloemen op! En bij een artikel over een finalist van de Mister Worldverkiezing, stond: Suzanne in zwijm voor….”

“En toch was ik blij dat ik af en toe kon terugvallen op de mannen van de redactie. Als ik mij intuïtief niet goed voelde bij een opdracht, vroeg ik een mannelijke collega om in mijn plaats te gaan. Ik ben blij dat ik de persconferentie van de Meester Tovenaar, die zijn broek afstak, in een glas bier plaste en zijn eigen urine dronk niet moest meemaken. En toen jij voor mij insprong, werd je geconfronteerd met een louche kerel die poedelnaakt de deur opendeed, omdat hij mij verwachtte…”

“Voor het Brugs Handelsblad mocht ik enkele buitenlandse reportages maken. Zo vergezelde ik prins Filip, prinses Mathilde en staatssecretaris Pierre Chevalier in september 2000 naar New York, waar ik West-Vlaamse ex-pats interviewde. In datzelfde jaar trok ik naar Kosovo om te berichten over de humanitaire missie van het Belgisch-Luxemburgs gevechtsbataljon. En in 2004 reisde ik in het gezelschap van enkele West-Vlaamse scholen naar Bangladesh, waar de Damiaanactie lepra en tbc bestreed.”

Naaktfoto’s

Foto DC
Foto DC © Davy Coghe Davy Coghe

“Voor het stadsfestival Corpus ‘05 maakte de Amerikaanse fotograaf Spencer Tunick naaktfoto’s van Bruggelingen. Wie deelnam aan die massamanifestatie, kreeg een gratis foto. Ik wou zo’n foto, maar dacht er niet aan om in de Wollestraat uit de kleren te gaan terwijl mijn mannelijke collega’s toekeken. Ik heb toen mijn lief Luc, die later mijn man geworden is, overtuigd om in mijn plaats deel te nemen aan de fotosessie.”

“Ik sloeg tijdens mijn journalistieke carrière ook twee flaters. Na mijn terugkeer uit Parijs trok ik naar de nieuwjaarsreceptie van het Brugs Handelscentrum in het Belfort. Collega Frank Devos introduceerde mij bij iemand: ‘Dit is Renaat!’ Ik vroeg wat hij deed. Ik was drie jaar in Parijs geweest en wist niet dat parlementslid Renaat Landuyt als secretaris van de Commissie-Dutroux bijna dagelijks in het nationale nieuws geweest was. Mijn tweede flater gebeurde na een interview bij een arts in een villa. Ik stapte na het gesprek aan de voordeur achteruit en belandde in de vijver…”

Blijheid

“De mooiste herinneringen bewaar ik aan een reeks gesprekken met ouders van bekende Vlamingen. Zo mocht ik Odette Pannekoeke, de mama van Herr Seele, interviewen. Haar ‘geestigheid’ en ‘spiritualiteit’ zijn mij bijgebleven. Ze zei dat ze niet trots was op de bekendheid van haar zoon, wel op de ‘blijheid’ die hij uitstraalt. Na zo’n gesprek kom je met een goed gevoel thuis.”

“Ik mocht ook interviews in het Frans doen. Zo trok ik naar Parijs voor een babbel met Nelly Adamson, een Brugse tennisster die in 1948 Roland Garros gewonnen had. Ze zei me dat een Brugse pastoor haar had leren tennissen, langs de Coiseaukaai…”

“In 2008, na de geboorte van mijn dochter Anna, ben ik gestopt met werken. De stress en de werkdruk van het vak hadden mij al lichamelijke problemen bezorgd; dat was niet te combineren met het moederschap. Vijf jaar was ik huismama, nadien vond ik een nieuwe roeping bij Veritas, waar ik de creatieve afdeling van de winkel in de Steenstaat leid. Handwerk geeft me veel voldoening en leert me geduldig te zijn. Er zit iets meditatiefs in. En wat ik op de redactie leerde, gebruik ik nog dagelijks in mijn job en in het leven: het motto ‘het gaat niet bestaat niet’. Voor elk probleem vind je een creatieve oplossing.”

https://kw.be/dossier/115-jaar-brugsch-handelsblad/