Vandaag is het de laatste keer dat Xavier Taveirne het nieuws presenteert, vooraleer hij maandag terugkeert naar zijn eerste grote liefde: de radiostudio. Als consumentenexpert wordt hij niet alleen de stem van ‘WinWin’, maar ook het gezicht voor alles wat met consumentenbelangen te maken heeft binnen de VRT. “Waaraan ik zelf mijn geld kan uitgeven? Restaurants en sneakers.”
“Het nieuwe jaar voelt echt aan als een nieuw blad”, weet Xavier. Bovenaan dat blad staat in grote letters WinWin, het nieuwe consumentenprogramma van de VRT. Dat is onrechtstreeks ook de opvolger van De Inspecteur, jarenlang een paradepaardje in het ochtendblok van Radio2, tot presentator Sven Pichal opstapte na een onderzoek naar het bezit en verspreiding van beelden van seksueel kindermisbruik.
Nieuwsanker Xavier Taveirne mag nu WinWin mee uitbouwen. Initieel gaat het om een dagelijks radioprogramma, maar bij de zender zien ze het nog breder. Zo willen ze het merk ook online uitspelen, via sociale media en een wekelijkse podcast. Het is ook de bedoeling dat Xavier op de verschillende zenders en platformen van de nationale omroep te zien zal zijn als expert.
Over zijn voorganger kan Xavier kort zijn. “We waren geen vrienden, waarmee ik wil zeggen dat we elkaar enkel tegenkwamen in de gang. We wisten van elkaar wie we waren, maar we babbelden nooit. Ik had rare uren en we moesten ook niet samenwerken. Bovendien merk ik met ouder worden dat veel prikkels moeilijk liggen, dus probeer ik op mijn werk vooral mijn werk te doen. En mijn mening? Er zijn er al zoveel geweest, de mijne doet er niet toe.”
Wat dacht je toen ze je vroegen om dit te doen?
“Toen dat eerste telefoontje kwam, voelde ik onmiddellijk dat ik dit wel graag wilde doen. Ik beschouw dit echt als een cadeau. Omdat je heel concreet iets kan betekenen in het leven van de Vlaming, misschien een stem geven aan mensen die geen stem hebben. Kortom, een verschil maken. Dat heeft me zeer geprikkeld. Pas achteraf stond ik stil bij alles wat daar rondhangt. Maar goed, we zijn nu vier maanden na de gebeurtenissen en ik merk dat er bij de samenleving wat eelt op staat en dat de bloeddorst naar verhalen even klaar is. We zijn nu ook een half jaar na de laatste uitzending. Het is tijd om een nieuwe pagina om te slaan. Dat is wel nodig, want ook voor de ploeg is het zwaar geweest.”
Moest je hun vertrouwen winnen?
“Eigenlijk niet. Het voelt een beetje aan alsof je op groepsreis vertrekt met onbekenden. De eerste dagen is het wat onwennig, maar na twee weken is het alsof je nooit iets anders geweten hebt. Ik vond het wel essentieel dat Sofie Blancke (uit Wervik, red.) aanbleef als eindredacteur en producer. In een heel ver verleden hebben we ooit nog samengewerkt en ze is heel goed in haar job. Er zit zoveel knowhow bij die ploeg en er is duidelijk een fundament waarop we kunnen bouwen. Bovendien hebben we met Kristel Verbeke, Kamal Kharmach, Michael Van Droogenbroeck, Chris Sigura, Tim Verheyden en Meryem El Mandoudi een heel toffe ploeg rond ons verzameld, die ons regelmatig met expertise zal ondersteunen.”
Ooit combineerde je nog ‘De Ochtend’ en ‘Het Journaal’. Nu was dat geen optie, denk ik?
“Wel, in mijn eerste gedachten heb ik dat wel overwogen. ‘s Morgens een radioshow en in de late middag overschakelen op Laat, maar dan werd er eens goed gelachen aan tafel.”
Op het werk of thuis?
“Laat ons zeggen dat mijn man het nooit geweten heeft dat ik dat overwogen heb. (lacht) Maar ik denk dat hij ook al snel zou gezegd hebben: doe maar normaal. Nee, toen ik naar de nieuwsdienst ging met de melding dat ik een vraag had gekregen van de overkant, zeiden ze: Goeie kans, ga maar!”
Euh…
“Dat was ook mijn eerste reactie. Ik heb 15 jaar voor de nieuwsdienst gewerkt en het leek plots alsof dat niets voorstelde. Het was een goeie les in nederigheid. Nu, ik denk ook niet dat het zo bedoeld was, maar ik heb het toch eens laten vallen dat ik wel wat teleurgesteld was dat ze niet eens een poging hebben gedaan om mij daar te houden. Enfin, ik had wel al aangegeven dat het voor mij het laatste seizoen was van Laat in deze intensiteit. Want na mijn werk kon ik pas om 2 of 3 uur de slaap vatten, om ’s morgens weer wakker te zijn rond 8 uur. Op den duur kwam ik in een soort zombiestatus terecht. Maar ik ga het wel missen, ja. Veel mensen blijven op die stoel van nieuwslezer zitten tot hun pensioen, maar voor mij is dat nog 25 jaar.”
“Ik vind het tof dat ik nu ook dat online stuk mag ontdekken, zoals TikTok. Tegelijkertijd dacht ik ook: ben ik daar niet te bejaard voor?”
Zeg nooit nooit tegen een comeback.
“Goh, we moeten er ook niet flauw over doen: hoe ziet lineaire televisie en het zevenuurjournaal er nog uit over vijf jaar? Ik vind het tof dat ik nu ook dat online stuk mag ontdekken, zoals TikTok. Tegelijkertijd dacht ik ook: ben ik daar niet te bejaard voor? TikTok is brutaal eerlijk en dat algoritme is een van de grote enigma’s van de online wereld. Je kan drie miljoen volgers hebben en een filmpje waar twee man naar kijkt. Maar je kan als TikTokker ook drie volgers hebben én twee miljoen mensen die je filmpje zien passeren. Je moet eigenlijk in drie seconden mensen kunnen vastgrijpen. Als dat niet lukt, zijn ze weg. Het is hardcore zappen eigenlijk.”
Zet dat je journalistiek op scherp?
“Het dwingt je wel om na te denken hoe je een verhaal kan uitkleden tot de kern. Sowieso moet je nuance weglaten, wat ik al moeilijk vind. Maar je mag ook niet liegen en er mogen geen vragen meer zijn. Het is wel belangrijk dat we als journalist ons vak blijven bewaken, want ik hoop dat dat soort nieuws niet het enige is dat overblijft. Maar het is niet omdat je probeert iets begrijpelijk uit te leggen, dat je de lat lager legt. Je moet zorgen dat je iederéén bedient, niet alleen de mensen die hun duiding halen uit pakweg De Standaard of De Afspraak. Die mensen zijn al goed bediend. Als je wil dat desinformatie en desinteresse onze democratie niet onder druk gaat zetten, moeten we bereid zijn om te bekijken wat er nodig is bij de brede bevolking. En je moet ook al eens durven uitleggen dat Argentinië een land is in Zuid-Amerika, omdat er misschien mensen zijn die dat echt niet weten. Of hoeveel inwoners het land telt en waarom dat belangrijk is. Ik ben zeker als je dat aan honderd Vlamingen vraagt, er nog geen tien het juiste antwoord kunnen geven. Maar daarom moet je er nog niet meewarig over doen. Laat kreeg al eens de kritiek dat het te leuk was, maar je moet ook weten voor wie je het maakt. Niet voor die zogenaamde intelligente circle jerk op X, maar voor mensen die op het einde van de dag de wereld iets beter willen begrijpen. Hoe ouder ik word, hoe meer ik merk dat de nood groot is aan dat soort houvast. Dat zit ook in de missie van WinWin, omdat je als consument op honderdduizend manieren genaaid kan worden, wie of wat je ook bent. Dus willen we daar een rol in spelen om te zorgen dat dat niet gebeurt.”
Wat voor consument ben jij eigenlijk?
“Ik heb geen gat in mijn hand, maar ben ook geen gierigaard. Al leef ik wel iets bewuster. Iets duurzamer ook. Veelal eet ik op de VRT zelf en voor de rest leven we thuis van zo’n foodbox. Om de paar maanden gaan we dan voor de basiszaken naar de supermarkt en dat is het zowat. Ik heb geen kinderen, dus ik heb niet die regelmaat nodig. Hoe ouder ik word, hoe saaier ik ben. (lacht) De tip die ik zou geven aan luisteraars? Jezelf de vraag stellen, keer op keer: heb ik dit écht nodig? Altijd weer die vraag, zelfs al zal het antwoord je niet bevallen.”
“Ik geef het gemakkelijkste geld uit aan op restaurant gaan. Een jaar lang hebben we elke maand 50 euro aan de kant gezet om te gaan naar het Hof van Cleve”
Daarover gesproken: aan wat kan je makkelijk geld uitgeven?
“Op restaurant gaan. Dat is het allerleukste dat er is. Zo hebben we een heel jaar lang elke maand elk 50 euro aan de kant gezet om te gaan eten in het Hof van Cleve. Ik ben een kind van de horeca. Met een van de beste restaurants ter wereld zo dichtbij… dat wilde ik nu ook wel eens meegemaakt hebben. Nu, zet er maar bij dat zoiets zéér uitzonderlijk is. Als ze ergens goed kunnen koken met vakmanschap en eerlijke producten, en waar de prijs/kwaliteit-verhouding goed zit, dan ben ik al heel content. Oh ja, en schoenen. Ik vind er niet snel in mijn maat (47, red.), dus pak ik er graag mee als ik er vind. Nu ja, ondertussen heb ik wel al 50 paar staan. Vooral sneakers, maar ik zou geen 500 euro aan Jordans kunnen geven. Ik heb wel graag veel keuze. Ik denk dat ik zo’n 20 paar Vans heb in zowat elke kleur. Maar die koop ik meestal wel in de solden.”
Aan wat kan je dan weer moeilijk geld geven?
“Een auto. (blaast) Van zodra je die twee meter uit de garage rijdt, blijft nog maar de helft van de waarde over. Zolang het niet om een oldtimer gaat, is het de slechtste investering die je kan bedenken.” (lacht)
Wat is zowat het zotste dat je al gekocht hebt?
“Ons appartement aan zee, denk ik. We zijn ook verhuisd in Brussel en het toffe is dat we nu op twee plaatsen kunnen wonen. Waar anderen hun geld in één huis steken, hebben we dat netjes verdeeld over twee kleine appartementen.”
Waarom zijn jullie verhuisd van Brugge naar Oostende?
“We zijn in Brugge gaan wonen met het idee: stel dat we ooit kinderen hebben, dan zijn we dichtbij alles en iedereen. Maar hoe ouder we werden, hoe meer dat idee veranderde. Adoptie zagen we niet zitten, pleegzorg wel. Maar dat engagement is stevig. Je zorgt voor kinderen die vaak een trauma hebben en waar je veel tijd moet in investeren. Elke ouder brengt soms onbewust een trauma aan, groot of klein. Ik wilde echt niet nog iets verkeerds doen bij die kinderen. Ik vond die verantwoordelijkheid verpletterend. Bovendien hebben we vier petekindjes die we heel graag zien. Maar toen we die keuze hadden gemaakt, vroegen we ons af of we dan nog in Brugge moesten blijven wonen. Tegelijkertijd wilden we ook niet weg uit West-Vlaanderen. Onze familie woont hier en ik ben hier ook echt graag. Mijn man is van Oostduinkerke bij Koksijde en ik heb het wel voor Oostende. Bovendien is er een rechtstreekse verbinding met de autosnelweg en de trein. Tegelijkertijd stap je hier de hoek om en zit je al op de dijk.”
“In het weekend ben ik nu ook vrij, daar gaat mijn excuus als ik eens geen zin heb om af te spreken”
Voel je je hier ook thuis?
“Dat is echt zot. Ik ervaar de Oostendenaren ook als zeer open. Kom je hier voor twee maanden of twintig jaar, je bent altijd welkom. Mensen zwaaien al eens of spreken je spontaan aan. En niet omdat ik zozeer bekend ben. Ik voel me hier echt welkom. In Brugge duurde dat iets langer.”
Heb je het gevoel dat je nu op je plaats zit?
“Ik zou willen zeggen van wel, omdat ik dat idee zo tof vind. Maar ik merk altijd van zodra ik ergens land, dat ik weer wil opstijgen. Het is gewoon ook veel geweest de laatste tijd. Ik hoop vooral dat 2024 in die zin een beetje rust brengt. Dat we eens niet verhuizen. (lacht) Mijn man gaat zich dit jaar ook volledig focussen op zijn kunst. Ik hoop vooral dat het zijn jaar wordt. Voor mij zal de grootste aanpassing zijn dat ik voor de eerste keer normale werkuren heb.”
Straks word je écht saai.
(lacht) “Megasaai. Zeker omdat ik nu ook vrij ben in het weekend. Daar gaat mijn excuus als ik eens geen zin heb om af te spreken.” (lacht)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier